Wat een spanning: wat zal er op dat kleine staafje te zien zijn? Mijn vriend Thijs en ik kijken vol verwachting en zien twee streepjes! Ik juich, spring en we huilen samen van geluk. Op 22 februari gaat ons grote avontuur beginnen. Stiekem heb ik al een heleboel kinderen, maar nu écht eentje van ons samen (mijn kleuters roepen wel eens: ‘mama?). Bij de verloskundige blijkt dat het hartje mooi klopt en dat ik 6 weken zwanger ben. Opgelucht en blij gaan we weer naar huis.
Een kloppend hartje?
In het weekend daarna lijkt het mis te gaan: bloedingen en krampen. De lieve verloskundige zegt dat we langs mogen komen. De echo is onduidelijk. Er volgen dagen van onzekerheid. Ik probeer er niet te veel over na te denken en dat is best lastig. Bij de volgende echo voel ik van alles tegelijk en hoop ik een prachtig hartje te zien. Thijs en ik kijken elkaar aan en daar komt het verlossende woord: “Ik zie een duidelijk kloppend hartje!” Tranen van geluk! Nu moeten we het nog even geheim houden en kijken we met een voorzichtige en positieve blik vooruit.
Ik lijk door de zwangerschap heen te fietsen
Als de 12 weken echo is geweest, delen we dit prachtige nieuws met iedereen. Er is nog geen buik te zien, maar ik begin bijna licht te geven in het donker en ik ben de eerste weken best misselijk en moe. De rest van de zwangerschap verloopt heerlijk. Mijn buik wordt steeds ietsje boller, de schopjes voelen geweldig, de kinderen op het werk zijn druk bezig met een naam en doen voorspellingen over het geslacht. Als we de taart aansnijden met familie en een ballon doorprikken met vriendinnen, blijken de jongens uit mijn klas gelijk te hebben: een mini Thijsje op komst! Bij 30 weken gaan we nog lekker op vakantie naar Madeira. We genieten van elkaar, de mooie natuur en ons drukke mannetje in mijn buik. Na de zomervakantie start ik mijn groep op en voor ik het weet ben ik aan het aftellen naar mijn verlof.
Dan begin ik mij grieperig te voelen
Op 1 oktober begin ik mij een beetje grieperig te voelen. Ach, deze doorzetter moet nog maar drie dagen werken en dat gaat mij lukken ook. Ik ga gewoon naar mijn werk, maar ik begin mij steeds slechter te voelen. Ik word kortademig en heb regelmatig een harde buik. Ik heb geen flauw idee of ik nu echt de griep krijg of dat de bevalling gaat beginnen. Ik ga naar huis en daar bel ik de verloskundige op. Ze vraagt mij van alles en stelt mij dan gerust. Ik ga er vanuit dat die kruik tegen mijn bolle buik gaat werken. Op tijd mijn bed in, want een griepje kan ik nu niet gebruiken.
Het gaat bergafwaarts met mij
Precies bij 36 weken gaat mijn verlof in: genieten maar! In de babykamer moet ik nog een paar dingen doen. Op 6 oktober gaat Thijs naar een feestje van vrienden en ik duik op tijd mijn bed in. Ik kan zoals gewoonlijk moeilijk slapen, maar deze keer voelt het anders. Thijs is mooi op tijd weer terug en daarna gaat het bergafwaarts met mij. Tintelingen, kortademig, misselijk, algehele malaise, pijn tussen mijn schouderbladen, zweten en wie trekt toch die band om mijn buik steeds harder aan? Thijs belt de verloskundige om 5.00 uur. Ze doet allerlei checks en wil graag dat we voor de zekerheid nog een extra controle in het ziekenhuis doen. De vluchtkoffer gaat mee, maar ik ga vast niet met 36+5 bevallen.
Met spoed is onze zoon Duuk gehaald
In het ziekenhuis stappen we in een trein die geen rem lijkt te hebben. “HELLP-syndroom? Hoezo ligt ons mannetje nu ineens in een stuit? Een nachtje blijven en dan wellicht morgen bevallen?”, alles bespreken we met de arts. “Nee, vandaag op 7 oktober mag je kiezen tussen stuitbevalling en keizersnede”, concluderen ze. “Stop!”, denk ik. “Nu een keizersnede, want jouw bloedwaardes zijn helemaal verkeerd”, roept een arts. Zoveel zorgen, emoties en ineens is hij daar, onze lieve Duuk! Hij is een klein en mooi mannetje! Eerst ligt hij in de couveuse, daarna in de verwarmde wieg en vervolgens mag hij na 11 dagen naar huis! Deze ziekenhuisperiode was intens. Ik wilde zo graag vanaf het begin ons mannetje bij mij houden, hem borstvoeding geven en natuurlijk meteen mee naar huis nemen. Helaas lukte dit niet. Ik ben van nature een gevoelsmens, een denkertje en perfectionist, dus dit was flink schakelen.
Kleine Duuk heeft pijn, dat voel ik
De eerste weken thuis vallen zwaar. Duuk huilt veel. Alle tips en adviezen worden ter harte genomen, maar het heeft geen effect. We gaan regelmatig terug naar het ziekenhuis voor controles. Ik stel veel vragen, want ik wil het beste voor Duuk en vooral controle houden. Dit laatste was echt een groot ding. Ik vroeg Thijs 10 keer of hij het flessenwater had gecontroleerd, of hij wel 4 schepjes in zijn fles had gedaan en bij alles controleerde ik of het goed ging. Een stemmetje in mijn achterhoofd zei dat ik niet lekker in mijn vel zat, maar mijn focus was volledig op Duuk gericht. De eerste 3 maanden blijft Duuk huilen. Urenlang lopen we rondjes, soms van 18.30 uur tot midden in de nacht. “Wat is er toch?”, vraag ik me af. Mijn gevoel zegt dat hij een koemelkallergie kan hebben, maar het ziekenhuis gaat uit van een langere wenperiode vanwege het feit dat hij prematuur geboren is. Al vrij snel kopen we een draagzak, want we doen alles wat kan helpen. Dit vindt Duuk fijn, maar toch is hij vaak ontroostbaar. Mijn moederhart huilt mee, want ik voel dat hij pijn heeft.
Duuk heeft het kiss-syndroom
Ondertussen vergeet ik mijn herstel van het HELLP-syndroom. Ik begin slaap steeds slechter, ben heel emotioneel, krijg concentratieproblemen, kan heel slecht tegen harde geluiden en begin veel extremer alles te controleren. Ook komen er meer irritaties, omdat ik geen flauw idee heb van hoe ik op Thijs moet reageren. Gelukkig hebben we voor Duuk al actie ondernomen en zijn we naar een chiropractor geweest. Het blijkt dat Duuk het kiss-syndroom heeft vanwege de spoedkeizersnee en meerdere behandelingen zullen hierna plaats vinden. Verder zegt mijn gevoel nog steeds dat hij een koemelkallergie heeft. Voordat Thijs en ik naar een controle gaan, bespreken we dat we pas het ziekenhuis verlaten als we andere voeding krijgen. De aanhouder wint, want in december gaan we Pepti uitproberen.
Ik ben zelf nu helemaal gesloopt, heb hartkloppingen, een piep in mijn oor en paniekaanvallen. Een zin uit mijn dagboek omschrijft deze periode: “Oorlog in mijn hoofd. Ik wil gewoon de sterke Chantal zijn, maar voel mij zwak. Ik kan niet meer slapen, heb nachtmerries en ergens voel ik dat er hulp moet komen.”
CHANTAL