Jolanda is volgens een Nederlands ziekenhuis onvruchtbaar, maar heeft een enorme kinderwens. Ze besluiten een second opinion in het buitenland. Lees hieronder de vorige delen, voordat je verder leest met dit deel.
Deel 1: Ik voelde dat er iets niet klopte in mijn lijf, maar dit had ik nooit verwacht
Deel 2: De arts kwam met de verwoestende conclusie: “Je bent onvruchtbaar”
Deel 3: Jolanda is onvruchtbaar, maar wil graag een second opinion in het buitenland
Ik had zojuist een IVF-poging in Duitsland gedaan. Waarom er bij deze eerste poging geen enkele bevruchting was opgetreden, wisten de artsen niet. Doordat er IVF is toegepast, is de reden hiervoor alleen maar gokken. Een nieuwe afspraak werd ingepland, waar we het nieuwe behandelplan konden bespreken. Deze keer waren alle gevoelens van: ”Help, dit is nu ons leven”, helemaal verdwenen. Het was ondertussen écht deel van ons leven geworden. Een soort van normaal. Heel gek dat zoiets abnormaals, zo snel normaal kan voelen. Maar het helpt wel om niet gek te worden. Om het een soort van te omarmen.
We besloten nu ICSI te doen
Met de arts namen we de medicatie door. Ik had van lotgenoten begrepen dat er ook een spuit is die je lijf als het ware, een soort van reset. De bedoeling was dat ál mijn hormonen werden uitgeschakeld en ik langer te stimuleren ben. De arts leek dit een prima idee en hier zetten we dan ook op in. De overige medicatie hielden we voor wat het was, omdat dat de vorige keer, gezien mijn lichamelijk gesteldheid, best mooie resultaten gaf. Dat leek ons ook een prima idee. We besloten deze keer voor ICSI te gaan. De eerste keer is er voor IVF gekozen, omdat bij ICSI ook de kans bestaat dat een eicel kapot gaat. Bij ICSI worden namelijk de steuncellen die zich om een eicel bevinden, weggehaald. Dat klonk ons toen logisch in de oren, en dus kozen we toen voor IVF. Maar omdat er bij ICSI ook direct een zaadcel wordt geïnjecteerd in de eicel, hoeft de zaadcel dat zelf niet meer te doen en kan die zich volledig focussen op het bevruchten van de eicel.
Mijn zus zou mijn spuit zetten
Opnieuw gingen we er met volle moed tegenaan. De injectie die alles plat zou gaan leggen, zou in mijn bil gezet moeten worden. Onderweg naar huis belde ik meteen mijn huisarts op of zij hem kon zetten, maar de assistente klonk wat twijfelend. Want tsjah, het is een injectie die ik zelf meeneem. Uiteindelijk gaf ze aan dat zodra hij gezet moest worden, ik wel kon komen. Er zou wel wat op gevonden worden. Ondertussen was ik ook met mijn zus aan het appen en zij bood ook aan dat ze hem wilde zetten. We besloten daar voor te kiezen. Dan was het meteen geregeld en hoefde ik me daar geen zorgen om te maken. Deze ronde deden we de tussentijdse echo’s in een kliniek in Wolvega. Die hebben een soort samenwerkingsverband met Düsseldorf. Heel fijn, want dan hoeven we niet voor elke echo 3 uur (enkele reis) in de auto te zitten.
Een goede opbrengst
Ondanks dat mijn hormonen stil kwamen te liggen door de eerste injectie, groeiden er niet super veel follikels. Uiteindelijk waren er 2 groot genoeg om te worden aangeprikt. Ook deze punctie deed ik onder narcose, want dat was me de vorige keer prima bevallen en waarom zou ik mezelf nog meer stress geven? Na de punctie kwam de arts op de uitslaapkamer en vertelde ze dat er 2 eicellen waren gevonden. Ik begon meteen te huilen. Alle spanningen kwamen er even uit, en ik had er zelf rekening mee gehouden (puur uit zelfbescherming) dat er opnieuw 1 follikel leeg was, en er dus maar 1 eicel gevonden zou worden. Dit was een goede opbrengst.
Wéér geen bevruchting
De volgende dag werden we gebeld hoeveel bevruchtingen er waren opgetreden. Helaas weer geen goed nieuws. Beide eicellen hebben ze niet kunnen bevruchten. Doordat de steuncellen nu om de eicel weg werden gehaald, kon het lab zien dat de eicellen niet rijp waren. Een grote klap in mijn gezicht. Het einde van een eigen DNA-kindje kwam steeds dichterbij. Mijn vriend en ik overlegden met elkaar wat te doen. Nog een ronde doen of niet. We planden in ieder geval een afspraak met de arts in. Deze kon gelukkig snel plaats vinden. De dag van de afspraak hadden we geluk, want de persoon vóór ons was niet komen opdagen, dus de arts had een heel uur de tijd voor ons. We namen de afgelopen twee pogingen door en hoe het nu met ons ging. En ook wat we wilden. We wilden samen nog één poging doen. De eerste keer viel niet met zekerheid te zeggen dat de eicellen niet rijp waren, omdat hier IVF op was gedaan. Het vermoeden lag er wel omdat er geen bevruchtingen waren, maar zeker weten wisten ze niet. Van de tweede keer wisten we wel dat de eicellen niet rijp waren. Als ik afscheid moest nemen van ons DNA-kindje, dan wilde ik het ook nu weer liever 200% zeker weten. De arts hoorde ons aan en merkte op dat wij er heel realistisch in stonden. Het was puur een ronde ter bevestiging en afscheid. En niet omdat we nog hoop hadden dat er een rijpe eicel zou ontstaan. Omdat we er zo nuchter in stonden, mochten we nog één poging doen. Dit keer hebben we één hormoon aangepast. Dat voelde voor mij goed. Zo hadden we ook elke poging, een andere combinatie aan hormonen gehad.
Dit was de allerlaatste kans op een kindje met ons DNA
De start van de laatste ronde liet lang op zich wachten, omdat het depot van de vorige ronde alles had uitgeschakeld duurde het lang (lees, bijna 100 dagen) voordat mijn eigen cyclus weer op gang kwam, maar toen hij zich dan eindelijk aandiende, barstte ik in tranen uit. Ik was blij eindelijk te kunnen beginnen, maar ik wist ook dat dit onze laatste eigen ronde zou gaan worden. Waar ik eerst dacht: “We gaan net zo lang door tot er een eicel is gevonden bij de punctie om te onderzoeken op rijpheid, zodat we concrete antwoorden hebben”, wist ik nu dat ik dat niet aan kon. Het brak me nu al op en we moesten nog beginnen. Het was duidelijk: dit zou het einde betekenen van een kindje met onze genen. De deur zou hierna dicht gegooid worden om nooit meer geopend te kunnen worden. Tijdens deze ronde moest ik afscheid gaan nemen van het kleine meisje met rode haren, zoals ik ons kindje voor ons zag.
Het einde kwam nabij
Ik ging meteen in een rouwproces. Ik wist dat ik zo niet kon functioneren op mijn werk en heb me afgemeld voor de periode dat we in deze poging zouden zitten. Gelukkig begrepen ze dat wel op het werk en werd er dit keer niet al te moeilijk over gedaan. Elke injectie die ik zette, was een stapje dichterbij het einde. Zo voelde het ook echt voor mij. Waar ik normaal geen moeite had met de injecties zetten, zat ik nu elke keer 5 minuten te haperen. Elke ochtend en elke avond. Niet omdat de injecties pijnlijk waren, maar omdat bij elke injectie een stapje meer richting het einde was. Een einde waar ik eigenlijk niet aan wou. Een jaar geleden was ik gezond en nu, bijna een jaar later (maart 2019) was ik bezig om definitief afscheid te nemen van “ons” kindje.
Mijn vriend was heel behulpzaam en lief voor mij in deze periode. ’s Morgens vond ik vaak een lief briefje op het koffiezetapparaat. Of hij had het apparaat zelfs op een timer gezet, zodat ik meteen mijn koffie kon pakken. De injecties moeten op vaste tijden worden gezet, dus hij wist hoe laat ik elke ochtend beneden was. Ook kreeg ik elke ochtend iets voor 10-en een berichtje van hem dat ik het kon. Omdat hij wist dat ik het zetten van de injecties zo gigantisch zwaar vond dit keer.
Onze poging laatste poging werd afgebroken
Bij de controle echo’s die volgden, bleek weinig groei. We mochten de echo’s opnieuw in Nederland doen en stuurden de uitkomsten door naar Düsseldorf. Na bijna twee weken hormonen spuiten, kregen we reactie van de kliniek dat als er 3 dagen later geen groei was te zien, de arts het traject wilde stoppen. Dit overviel ons compleet. We besloten de volgende echo in Düsseldorf te doen. Dan maar 3 uur rijden. Maar mocht het traject inderdaad stop worden gezet, dan konden we meteen afscheid nemen van de artsen, de kliniek en ons bakkertje waar we altijd broodjes haalden.
Er zou nooit een kindje met mijn genen rondlopen
Een paar dagen later vertrokken we naar de kliniek. Vol met spanning. Eenmaal in de kliniek waren we snel aan de beurt. De arts zag wel dat ik dit keer geen zin had in een gezellig praatje. Ik stapte het omkleedhokje in. Het was tijd om de echo te maken. Ik zag het meteen toen ze met de echo begon. Er was geen groei. Ze zou zeggen dat we moesten stoppen. Toen ze klaar was met het maken van de echo legde ze haar hand op mijn been. Dit gebaar zei mij zoveel en was ook meteen de bevestiging die ik nog graag wilde. Waar 10 maanden hier voor ons avontuur begon in dit kamertje in de kliniek in Duitsland, eindigde hij nu ook. In precies hetzelfde kamertje. De arts kon zich dit ook nog herinneren. Het was voorbij. Er zou nooit een kindje met mijn genen rondlopen. Ik was gebroken. Het was definitief: we waren aangewezen op eiceldonatie.
Lees HIER het vervolg.
JOLANDA