In 2008 studeerde ik af als verloskundige. Na een aantal jaren in verschillende verloskundigenpraktijken te hebben gewerkt, wilde ik meer uitdaging en ontwikkeling binnen het vak. Ik maakt de stap naar een gespecialiseerd ziekenhuis en ging daar werken als klinisch verloskundige. Uitdaging dat kreeg ik! Een zwangere die haar zwangerschap bij 23 weken moet afbreken omdat zij zelf te ziek is geworden door een zwangerschapsvergiftiging, een barende waarbij de baby in nood is en we een spoedkeizersnede moeten doen of een vrouw die per ambulance komt met veel te veel bloedverlies na de bevalling. Zomaar wat dingen die voorbij komen in een dienst.
Toch miste ik wat… Het intieme contact dichtbij de moeder en haar kind, in hun eigen omgeving. Dat was wat ik miste. Ik ging de opleiding voor lactatiekundige volgen en starten mijn eigen praktijk voor hulp en begeleiding bij borstvoeding. In die jaren werd ik zelf ook moeder, eerst van onze zoon en later kregen we onze dochter. Ik ervaarde zelf hoe het was om zwanger te zijn, te bevallen en borstvoeding te geven, een rijke aanvulling op mijn vak!
De telefoon voor mijn praktijk staat altijd aan, want de problemen bij borstvoeding doen zich niet alleen voor binnen kantooruren. Ik beantwoord wat mails, check de social media en spreek een verhuur afspraak af. Dan belt er een mama op die mijn hulp vraagt. Ze is een aantal dagen geleden bevallen van hun eerste kindje, een dochter. Dit was een langdurig en heftig avontuur. Hun dochtertje had vanaf haar geboorte nog niet goed uit de borst kunnen drinken. Nu belde ze mij op voor hulp. We plannen direct voor die dag een afspraak voor een visite bij hun thuis. Even later zit ik in de auto op weg naar haar toe. Vaak hoef je niet ver te zoeken naar een huisnummer, maar is het op zoek naar het geboortebord. Ook nu stond er een prachtig bord ter welkom in de tuin.
Geen roze wolk
Eenmaal binnen laat ik de eerste indrukken op me inwerken. Een vrolijke mama verwelkomt me, het is rustig in huis en dochterlief ligt nog te slapen. We bespreken de afgelopen dagen samen, ik luister naar haar verhaal en ervaringen. Ze vertelt me dat alles zo anders is gegaan dan ze van te voren had kunnen bedenken. Het einde van de zwangerschap kreeg ze zwangerschapsvergiftiging. De bevalling werd, enkele weken eerder dan de uitgerekende datum, ingeleid. Dit duurde lang en eenmaal van start met de bevalling was ook dit een lange en pijnlijke weg. Ze kan er goed over praten en is ondanks de tegenslagen positief! We praten verder, ik vraag haar hoe ze zich voelt nu. ‘Als ik naar haar kijk, gloei ik van geluk, maar een roze wolk dat voel ik nog niet echt’, is wat ze zegt. Wauw wat eerlijk! Ik leg haar uit hoeveel vrouwen dit zo voelen en dat dit door alle nieuwe indrukken en veranderingen echt normaal is, maar dat het maar weinig besproken wordt.
Met de hand kolven
Er klinkt een lief huiltje uit het bedje en we laten ons gesprek graag storen door een mooi klein meisje wat honger heeft. Ik onderzoek de kleine meid en haar mond voordat we haar gaan aanleggen. Ook onderzoek ik mama haar borsten. Alles is goed gekeurd, tijd om haar lekker bij mama neer te leggen om te proberen aan de borst te drinken. Wat ligt ze daar heerlijk, zo dichtbij haar moeder. Ik vraag of ze een druppeltje melk uit haar borst kan drukken. Even later hangt er een mooie dikke druppel aan haar tepel. Hierdoor is het net wat aantrekkelijker voor haar. Maar helaas, ze wil inderdaad niet aan de borst. Wat we ook proberen aan houdingen en hulp. Het lukt haar niet om aan de borst te drinken. Het kost haar te veel moeite, doordat ze zelf nog klein en snel moe is. Ook zijn de tepels van mama vlak en ingetrokken en is er nog weinig melk geproduceerd. Als we er mee stoppen, zie ik bij de andere borstkant een grote natte plek in haar shirt. ‘Kijk eens, je lekt helemaal melk aan deze kant’, zeg ik tegen haar. Helemaal trots kijken we elkaar aan. Want juist die kleine dingen maken je soms nog veel gelukkiger. Ik vraag haar vervolgens of ze het goed vind dat ik haar leer met de hand melk uit de borst te kolven. Met de elektrische kolf komt er namelijk niks uit. Dit vind ze goed en we gaan aan de slag. Al heel snel komen er veel grote dikke druppels uit! Als ze het zelf overneemt druppelt er nog meer melk in het potje.
Ze moet de borstvoedingsdroom opgeven
Ik bespreek met haar mijn observaties. Samen maken we afspraken en een plan voor de komende dagen. We trekken alles uit de kast, zoals mama graag wil. We gaan voor stimulerende middelen, veel huid op huid contact, iedere voeding starten bij de borst en proberen aan te leggen en kolven. Maar ook zorg voor mama zelf, dus goed rusten, drinken en eten. We houden de dagen erna contact. We schaven het plan bij, omdat het toch niet gaat zoals we hopen en verwachten. Maar oh wat is deze mama flexibel en krachtig. Ze pakt alles aan. Dagen en weken passeren. Ik heb haar ongeveer 3 weken na mijn visite bij haar thuis aan de lijn, in dit gesprek komen we samen tot een erg verdrietige conclusie. Want ondanks de wilskracht en haar doorzettingsvermogen, zit er helaas niks anders op om te concluderen dat het haar niet zal lukken om borstvoeding te geven aan haar meisje. Ik troost haar waar kan in haar verdriet en teleurstelling.
Ook al is de uitkomst van het consult soms niet wat ik hoop. Ik gun namelijk iedere mama en baby een fijne en geslaagde borstvoeding. Maar ook dit is mijn vak als lactatiekundige en dan maakt het mij gelukkig dat ik moeders kan voorlichten, helpen en troosten.
LACTATIEKUNDIGE SHIRLEY