Ik wrijf over mijn buik met mijn baby van 23 weken erin, morgen zal haar geboorte-en sterftedag zijn

| ,

Voordat je dit deel gaat lezen, is het fijn als je de vorige delen leest.

Deel 1: Dit is een onmogelijke keuze

Deel 2: Als we de diagnoses krijgen, schrik ik van wat mijn man zegt

Deel 3: Ik wil maar 1 ding weten: “Kunnen jullie mijn dochter helpen?”

Deel 4: Bij de echo zei de gynaecoloog: “Houd er rekening mee dat jullie dochter niet oud zal worden”

Deel 5: We bereiden de dood van ons kind voor

De nacht duurt lang. Ik slaap slecht, als ik überhaupt al heb geslapen. Mijn moeder haalt Ted op, zodat wij de dingen kunnen doen die we helaas moeten doen. Vandaag moeten we bellen met de uitvaartondernemer, we willen ook informeren over mogelijkheden en de levertijd van een mandje en we hebben in de middag het gesprek in het Radboud staan. Bij deze gedachten, en sowieso onze gedachtes, denk ik dat dit weer een zware dag gaat worden.

Het alvast regelen van de uitvaart

Als eerst bellen we met onze uitvaartondernemer, of beter gezegd Roy belt. Hij is goed verzekerd en baby’s vanaf de 20e zwangerschapsweek zijn gratis meeverzekerd. Het verzekerde bedrag voor haar uitvaart is behoorlijk. Dit zullen we lang niet allemaal nodig hebben. We weten al dat we het klein willen houden. Nu we dit weten worden we doorverbonden met het filiaal in onze regio. Een ontzettend aardige vrouw. Ze luistert naar ons verhaal. Ze schrikt en vraagt of ze bij ons langs zal komen, want ze is in de buurt. Dat vinden we fijn. Nog geen 10 minuten later gaat de deurbel. Ze komt binnen, door de coronacrisis mogen we elkaar geen hand geven, dit is en blijft vreemd. Ze hoeft niets te drinken en we gaan aan de tafel zitten. Ze zegt: “Jongens wat een verhaal” en ze kan zelfs, hoe professioneel ze ook is, niet de woorden vinden.

Onze keuzes

Wij beginnen daarom uitgebreider dan aan de telefoon zelf te vertellen wat we tot nu toe allemaal hebben doorgemaakt, gehoord hebben en welke keuzes we hebben genomen. De manier waarop we dit aan haar vertellen bewondert ze. Ze vindt ons sterk en dapper ook al weet ze pas een kwartier wie we zijn. Ze vraagt of we al weten wanneer onze dochter geboren gaat worden. Ik vind het mooi dat ze vraagt wanneer ze geboren wordt. We geven aan dat we dit deze middag gaan bespreken, maar dit niet lang zal duren gezien het zwangerschapstermijn. Ze vraagt of we al weten of we haar willen begraven of cremeren. Daar hebben wij het nog niet over gehad, maar we zeggen tegelijk cremeren. Het is fijn om zo op één lijn te zitten samen. “Hebben we al nagedacht over een locatie?”, vraagt ze. Hier in de buurt zijn meerdere crematoria, waarvan één in onze stad zelf. We kiezen voor een plaatsje iets verderop. Dit is een mooie rustige, bosrijke groene omgeving. Hier hoeven we niet lang over na te denken.

Ze vraagt of we al hebben nagedacht over een kistje of een mandje? Ook dat hebben we. We vertellen haar dat we iets moois hebben gezien. Maar dat we de winkel nog moeten bellen, ook dat zullen we vandaag doen. Ze vraagt of we weten hoe lang de levertijd van het mandje is. De kans is namelijk groot dat onze dochter het weekend al, of misschien maandag geboren wordt. Dan is het wel fijn als we al iets hebben. Gezien de coronasituatie zijn de koeriers niet heel betrouwbaar en kan het soms langer duren. Ze geeft aan dat zij het mandje voor ons wil ophalen. Dan hoeven wij daar niet over in te zitten. Wat ontzettend lief is dit zeg! We spreken af dat we zullen informeren en haar op de hoogte houden. Ditzelfde geldt voor de datum waarop wij naar het Radboud zullen gaan. Ze vraagt of we al hebben nagedacht over het afscheid. Ook daar hebben we samen over gesproken: We gaan met zijn tweetjes afscheid nemen in het crematorium. Klein, eervol, liefdevol. Hoe precies weten we nog niet, maar we doen dit samen. We vinden het fijn om na die tijd met de ouders van Roy, mijn moeder en broertje en natuurlijk Ted te lunchen in de buurt van het crematorium. Ze vindt dat we al heel veel weten, ook daar heeft ze bewondering voor.

We vragen of het verzekeringstechnisch mogelijk is op een later moment een herdenkingsbijeenkomst met borrel te plannen met meer mensen. Er zijn zoveel mensen die ons steunen en met ons meeleven, maar dat is voor nu voor ons te veel allemaal. Ze belooft dit te checken met de verzekering en komt hier later op terug. 

De watermethode

Ze vraagt of wij op de hoogte zijn van gang van zaken rondom opbaring. Dit kan in het mortuarium van het crematorium, in het ziekenhuis, maar dit kan ook thuis. We geven aan dat we haar mee naar huis nemen, en dat we voor de watermethode hebben gekozen. Ze heeft hier weleens van gehoord, maar we vertellen kort wat dit inhoudt. Ze vindt het mooi om te horen, maar ook zo verdrietig voor ons. Roy en ik hebben dit allemaal die dag en avond ervoor besproken. We kwamen gelukkig samen tot de conclusie dat we haar heel graag zo lang mogelijk bij ons willen hebben. Samen hebben we de watermethode opgezocht en bekeken. Dit voelde goed. 

Ze vraagt of we het fijn vinden als zij onze dochter ophaalt uit het ziekenhuis of dat wij haar zelf meenemen. Ook al eerder hebben we besloten dat we dit zelf doen, en dat we haar ook zelf naar het crematorium brengen. We hebben geen behoefte aan een volgauto. Dit is voor ons allemaal te zwaar. De manier waarop we dit allemaal hebben bedacht klinkt heel liefdevol in de oren en ze vindt het fijn dat we ons er “goed” bij voelen.

Het wordt heel intiem en liefdevol

Bloemen regelen we ook zelf. Het is een fijn gesprek. Het geeft ons rust dat er iemand is die voor ons, wanneer we weten dat onze dochter geboren gaat worden, het crematorium kan vastleggen, de lunch kan reserveren en het mandje kan ophalen. We zijn haar nu al zo ontzettend dankbaar! Later die middag hebben we weer contact over hoe verder. We ronden het gesprek af, wisselen telefoonnummers uit en zeggen tot snel, helaas. 

We zijn beiden een soort van opgelucht dat dit allemaal geregeld kan worden. We waren zo onrustig, wisten niet wat we moesten doen, we kennen zulke situaties helemaal niet. We hoeven dus eigenlijk niets te doen, behalve vertellen wat we graag zouden willen. We eten een broodje samen, althans we proberen een broodje te eten. Zo raar om hier mee bezig te zijn. Ondertussen trappelt ze gewoon vrolijk door in mijn buik, alsof er niets aan de hand is. 

Het emotionele gesprek met de winkel

Na de lunch neem ik een grote hap lucht, adem een paar keer goed in en uit en druk dan op bellen. Ik voel me sterk en denk dat ik zonder tranen kan vertellen dat we in verwachting zijn, maar helaas de zwangerschap moeten beëindigen en dat we een mooi mandje hebben gezien op de website. De telefoon gaat over en een vriendelijke stem neemt op. Bij het eerste woord wat ik probeer te zeggen over mijn reden van bellen, barst ik in tranen uit. Ik probeer door te praten, maar het is niet verstaanbaar. Ze zegt: “Neem je tijd, adem in adem uit en word eerst maar even rustig”. Doordat ze dit zegt weet ik dat dit een ontzettend aardige, lieve en gevoelige vrouw is. Je merkt meteen dat zij “ervaring” heeft.

Het lukt mij om een beetje rustig te worden en ons verhaal te vertellen. Ze vindt het verschrikkelijk. Ze vertelt hoe zij dit alles heeft ervaren. Ze vertelt dat in de loop van tijd de scherpe randjes eraf gaan, maar het gemis en verdriet altijd blijft. Zij denken nog elke dag aan hun zoontje. Ze vertelt heel mooi en bijna luchtig. Ze is ook eerlijk door te zeggen dat dit wel even heeft geduurd voordat ze dit kon. Stiekem zou ik willen dat wij al zoveel jaar verder waren en een “happy” family zijn. Ze vraagt of we wat moois hebben zien. Ik vertel dat wij het mandje met de stof ‘lief’, inclusief watermethode erg mooi vinden.

We kiezen de doeken waar ons kleintje in gaat

Ik ga verder en zeg dat we er graag winkeldoeken en omslagdoeken bij hebben. Eigenlijk hebben we geen idee wat beide doeken inhouden, maar we willen ze. Ik vraag haar of beide wel nodig zijn of dat één van beide voldoende is. Haar antwoord is zo teder en liefdevol. “Nee, nee”, zegt ze. “De omslagdoek gebruik je wanneer je je kleine meisje lekker wilt knuffelen. Je legt haar dan lekker in deze doek en houdt haar stevig tegen je aan! Zo kan je haar heerlijk bij je hebben. De wikkeldoek is een doek waarin je haar zou kunnen wegbrengen. Dit is een doek in de vorm van een ster met drukknoopjes”. Zonder met Roy te overleggen kies ik voor twee omslagdoeken en één wikkeldoek. Ze vraagt of we ook kleertjes willen. Dit klinkt vooralsnog een beetje gek… Ze is heel lief en zegt: “Weet je, dit hoef je ook niet nu te beslissen. Wacht eerst af tot jullie meisje geboren is, dan kan je zien wat voor een meisje het is en of vindt dat er kleertjes bij passen. Dan kan je mij dat altijd laten weten, en maak ik ze. Maak je daar geen zorgen om. Ik ga het allermooiste mandje maken voor jullie dochter”. Wow, weer iemand die zoveel zorgen bij ons uit handen neemt. Zo waardevol. Ze kan er ook zeker voor zorgen dat het mandje zaterdag gereed is. Met haar spreek ik ook af dat we na het gesprek met de gynaecoloog laten weten wanneer we naar het ziekenhuis zullen gaan om dan verder af te stemmen. Ik merk dat ik na dit gesprek een beetje opgelucht ben. Het doet mij goed iemand te hebben gesproken die iets soortgelijk heeft meegemaakt. Het gesprek heeft wel een half uur geduurd. Zo fijn dat ze de tijd neemt, om te luisteren wie wij zijn, wat ons verhaal is en om af te tasten waar onze behoefte ligt. Ik hoop dat ik haar nooit hoef aan te raden, maar als iemand in onze omgeving ook zoiets mee moet maken, zal ik haar absoluut aanbevelen. 

Het gesprek met de gynaecoloog

Pff… Dan is het tijd om in de auto te stappen. Onze rit naar Nijmegen begint. We zeggen verdomd weinig tegen elkaar, wat ook logisch is. Wat moet je zeggen? Het is onwerkelijk, niet te bevatten, bizar en verschrikkelijk. 

Wanneer we eindelijk op de juiste afdeling zijn, moeten we wachten. En we moeten lang wachten! Te belachelijk voor dit moment. Driekwartier later dan gepland worden we geroepen. Onze behandelend gynaecoloog vraagt hoe het met ons gaat. Ze beseft wat ze vraagt en bedoelt het goed. “Tsja.. Hoe gaat het met ons?”, bedenk ik me. “Niet goed”, zeggen we. We vertellen hoe ontzettend moeilijk deze periode voor ons is. Hoeveel pijn en verdriet we hebben. Dat we er niets van snappen, ons niet kunnen voorstellen dat we deze keuze hebben moeten maken, maar tegelijkertijd dat we niet anders kunnen. Het leven van onze dochter zou anders een lijdensweg zijn. Ze luistert naar ons en zegt dan: “Ja, jullie hebben het wel echt zwaar te verduren. Wat een pech”. Ze zegt ook dat ze zelf enorm is geschrokken over de uitslag van de vruchtwaterpunctie. Ze had, net als Roy, niet verwacht dat er iets uit zou komen. De kans was zo ontzettend klein. 

Daar komen weer tranen

Ze zegt dat ze echt met ons te doen heeft, en dat ze bewondering en respect heeft voor onze keus. Ik zeg haar dat ik vanaf het eerste moment na het uitvoeren van de punctie wist dat het niet goed zou zijn. Dat ik in mijn hoofd al vaak heb gedacht hoe ik afscheid van haar moet gaan nemen, dat ik haar zelf op de wereld moet gaan zetten, maar geen idee hoe en dat ik misselijk word van dat idee. Ze begrijpt mij. Ik word weer zo verdrietig. Ik kan er niets aan doen. Wat een nachtmerrie, want dat is het.

Ze vraagt of we een “goed gesprek” met de maatschappelijk werker hebben gehad de dag ervoor. We vertellen dat het een heel moeilijk, emotioneel, maar duidelijk gesprek was. Ook zeggen we haar dat we afgelopen dinsdag samen een heel goed en fijn gesprek hebben gehad. Wij kunnen dit met z’n tweetjes, hoe moeilijk ook. Het is wederom fijn te horen dat iemand zegt dat we het goed doen samen, dat ze vertrouwen in ons hebben. Ze heeft van de maatschappelijk werker ook begrepen dat we al veel weten omtrent de bevalling en haar afscheid. Daar heeft ze bewondering voor. Ze is benieuwd naar hoeveel de maatschappelijk werker ons heeft verteld rondom het inleiden van de bevalling. We zeggen dat ze hier al wel wat over heeft verteld, eigenlijk best wel veel. De gynaecoloog vertelt het ons opnieuw. Bij het aanhoren van het verhaal wordt mijn keel weer dichtgeknepen. Verder vertelt ze niets anders dan we al eerder gehoord hebben. Ze zegt dat men ervoor zal zorgen dat we een verloskamer krijgen die wat afgelegen ligt. Zo worden we niet geconfronteerd met huilende of schreeuwende vrouwen en baby’s. Het gesprek is zwaar en heftig. Het doet me zoveel…

Dan moeten we haar geboorte- en sterfdag uitkiezen

Dan komt het moment dat we een afspraak moeten maken. Ze vraagt of we een voorkeur voor een datum hebben. Zaterdag 30 mei, zondag 31 mei (Eerste Pinksterdag), maandag 1 juni (Tweede Pinksterdag) en dan zitten we al aan 24 weken. Zaterdag is voor ons te kort dag. We willen nog het één en ander regelen en voorbereiden. Op vrijdag hebben we met een vriend van mijn broertje en fotograaf een fotosessie staan. Het lijkt ons waardevol om mooie foto’s van ons vieren te hebben wanneer ze nog in mijn buik zit. Bram kan en wil dit voor ons doen. Hij voelt zich zelfs vereerd! Hij zorgt dat hij rond 15:00 uur bij ons is. Gelukkig is het en blijft het mooi weer! Deze foto’s zullen prachtig worden. Zaterdag is het mandje klaar en we willen we nog even één dagje samen “niets” doen. We kiezen voor zondag 31 mei. We moeten die zondag rond 07:00 uur naar de afdeling bellen of er geen spoed tussendoor is gekomen. Wanneer dit niet het geval is zullen we rond 09:00 uur verwacht worden. Jemig wat is dit moeilijk: de afspraak is bevestigd. Onze dochter zal zondag, maandag of dinsdag geboren worden.

Wat een intens verdriet

We rijden naar mijn moeder om Ted op te halen. Ik zou wel weg willen. Weg voor altijd. Maar ik moet ook sterk zijn. Voor mezelf, voor Ted, voor Roy, maar absoluut ook voor ons meisje. Thuis hebben we allemaal verdriet. We vertellen wat we allemaal hebben gehoord en besproken vandaag en wat ons te wachten staat. We vragen aan mijn moeder of Ted van zondag op maandag bij haar mag slapen. De kans is groot dat we een nacht in het ziekenhuis moeten blijven, omdat het soms even duurt voordat de medicatie aanslaat en de bevalling op gang komt. Natuurlijk mag dit. Ik vind het altijd al lastig om Ted ergens te laten slapen en zeker nu, om deze reden, bah!

We laten de uitvaartondernemer weten dat we zondag 31 mei naar het Radboud moeten. Ze biedt ons aan om het mandje op te halen aankomende zaterdag. Dat vinden wij ontzettend fijn. We laten de mevrouw van het mandje hetzelfde weten. Ze zegt meteen aan de gang te gaan met het mandje en dat het zaterdag in de loop van de dag klaar is. We eten bij mijn moeder, nemen Ted na z’n douche mee naar huis en brengen hem samen naar bed. Dit zijn heel fijne momenten in deze moeilijk tijd. Als ik naast zijn bedje zit houdt hij mijn hand stevig vast met zijn kleine handjes. Ik pak met mijn andere hand mijn buik stevig vast. Een traan rolt over mijn wangen. Morgen kan ik dit nog een keer zo doen…

NELLEKE

Plaats een reactie