Sofie vertelt rauw en raak over haar verdriet: de uitputtingsslag van een meer dan 10 jaar durende kinderwens. Wij zijn trots op haar minireeks op Kids en Kurken. Het is intens, rauw en prachtig verwoord. Een mustread voor iedereen. Laten we dit taboe rondom fertiliteit en een onvervulde kinderwens doorbreken. Samen. Lees haar eerste en tweede blog, voordat je hieronder verder gaat.
Angst voor de uitgestoken hand
Elkaar graag zien en liefhebben is een mooie, heerlijke beleving die ontspant, die je blij maakt. Als je maand na maand niet zwanger wordt en alleen maar van bolle buiken droomt, sluipt er spanning naar binnen. Voor mij was elkaar liefhebben en intiem zijn al minder ‘gewoon genieten’. ‘Proberen’ legde druk over waar, wanneer, hoe… Je zit met van alles in je hoofd. Intimiteit wordt een planning. Je kijkt naar de kalender, volgt je eisprong en dan is het best zus en zo. Al het natuurlijke en ontspannende, en zeker de speelsheid wordt geknipt. Niet één keer, maar maand na maand. Als de pillendozen, spuiten en planning van de gynaecoloog erbij komen, word je een broedfabriek. Ik herinner me dat de gynaecoloog soms zei: ‘Het zou goed zijn, mocht je vandaag nog zin hebben’, of soms net niet. Daar lig je dan. Naast elkaar. Agendapunten afwerken. Met zoveel spanning en zoveel angst tussen je in. In een fertiliteitstraject word je letterlijk, maar vooral ook figuurlijk uitgekleed. Schaamteloos nemen ze je meest intieme samenzijn over. Je kruipt ’s avonds in je bed, elk met je verdriet en angst. Je wil getroost worden, omarmd, gekoesterd. Maar je lichaam laten omhelzen, laten liefkozen. Nee. Genieten? Nee, dank je. Nu niet. Steek je hand niet uit. Waar voor de man de troost ook in de seksualiteit zit, ligt daar voor de vrouw een groots verdriet. Verdriet over het falende lichaam, over falen in het algemeen. Huizenhoog verdriet en schaamte. Als partner lig je dan naast een vrouw van wie haar verpakking haar in de steek laat. Nooit meer aantrekkelijk. Ik ben een patattenzak. Raak me niet aan, want de verpakking is niets waard. Hoe kan je elkaar nog vinden? Beschadigd hart en gescheurde verpakking naast partner. Mijn lichaam was veranderd in een broedfabriek en kon zelfs dat niet tot een goed einde brengen. Soms barstte de bom en riep ik weleens: ‘Waarom blijf je bij me? Ik kan je toch niet geven wat je zo graag wil’, ‘Ik kan niet eens een kind dragen’, ‘Zoek maar iemand anders’, ‘Ik ben niets meer waard.’ Hij wilde mijn lichaam blijven omarmen. Het moet liefde zijn om te blijven proberen, om te blijven knuffelen, troosten, wachten. Geduld. Om de lach te zoeken, net dat moment van ontspanning waarop het spontaan kan, niet op te schrikken als het eindigt in tranen. Blijven praten en een ‘andere’ vorm van intimiteit zoeken, is cruciaal. Intieme geborgenheid wordt de sleutel, het mogen blijven terugkomen zonder over de grens te gaan. Aftastend op kousenvoetjes. Ik spreek voor mezelf als ik zeg dat dat heel erg moeilijk was. Daar zit – denk ik – één van mijn grootste littekens. Iets wat ons als man en vrouw innig verbond, de chemie in de relatie, was niet meer van ons. Het liep niet meer zoals het ooit was. En ik vraag me af of je dat ooit terugkrijgt zonder therapie, zonder heel diep te gaan.
Vandaag
Dat was toen, dat gevoel heeft heel lang aangehouden en sluimert ook vandaag nog. Vandaag, meer dan 10 jaar na de trajecten, voel ik me goed. Het schrijven heeft de scherpe kanten van het verdriet en het falen weggehaald, ik ben milder voor mezelf, ik kijk in de spiegel en heb vrede met de vrouw die ik zie. En toch is er dat kleine stemmetje soms. Dat meisje dat 39 keer heeft gefaald. 39 maanden, 39 cycli waaronder 6 keer met een lichaam dat werd klaargestoomd door een team van specialisten. Naar de start gebracht op de best mogelijke manier, gefaald in de eerste bocht, nog voor de innesteling. Aanvaarden wat is, je lichaam herontdekken, intimiteit loskoppelen van het falen en weer leren genieten. Troost, geluk en plezier vinden in verbinding zonder extra goal.
Altijd samen
We zijn van elkaar blijven houden, we hebben gevochten samen en apart. Want verwerken doe je per definitie anders. Soms liepen onze wegen even wat verder uit elkaar om elkaar ruimte te geven, om te verwerken, om woorden te vinden. Maar we kwamen altijd weer samen door te praten, door nabijheid te zoeken en door engelengeduld vooral van manlief naar mij toe dan, dat meisje achter die harde hoge muur.
Bekentenis
We waren met z’n tweetjes aan zee, tijdens een lange wandeling zagen we een koppel op ons afkomen. Papa, kleuter en mama met een verstopt maar zichtbaar bol buikje. Manlief zei “Het allereerste waar ik aan denk, als jij bij mij bent, is aan jou. Zou ze het gezien hebben? Wat zou ze denken?” Ik bleef stil en stopte. Zijn woorden overvielen me. Dat wist ik niet, dat hij bij elke bolle buik aan mij denkt. Ik kneep in zijn hand, zoveel liefde voelde ik door mijn aders gieren, zo dankbaar dat hij naast mij wandelt.
Adoptiewachten…
…is alle kleuren van de regenboog aangevuld met gitzwart en alle tinten grijs, honderd-en-een regeltjes – terecht – van idioot tot fundamenteel belangrijk, een avontuur langs cursussen met belerende woorden, weg geitenwollensokkenideeën, onderzoeken naar jezelf, je opvoeding, je relatie, je financiën, je thuis, je verborgen verdriet, urenlang praten en vragen beantwoorden, vonnissen, administratie, een papierwinkel van een paar mappen vol. Adoptiewachten is, soms zwart van verdriet en onmacht en donkergrijs van angst. En toch krult er een enorme glimlach om mijn mond. Ik herinner me vooral de regenboogkleuren van geluk, dankbaarheid, schaterlachen met mijn adoptiemama-vriendinnen, aftellen en vieren. Oh, wat hebben wij gevierd als er een kleuruitbarsting kwam in perioden van donkergrijs.
SOFIE