Op 25 februari 2021, zou je eigenlijk geboren gaan worden. Maar jij besloot dat het al eerder tijd was dat we je zouden leren kennen.
Het is vrijdag 19 februari als ik merk dat ik steeds meer last van harde buiken heb. Ik ben op dat moment 37 weken en 6 dagen zwanger. “Dit zijn vast en zeker de zogenaamde “oefenweeën””, denk ik bij mezelf. Mijn man heeft weekend en we gaan nog even buiten de deur eten, want dit kan zomaar eens de laatste keer met zijn tweetjes zijn. Ik merk dat de harde buiken frequenter worden en niet wegtrekken. Op den duur zit er 10 minuten tussen elke keer en het houdt al zo’n 3 a 4 uur aan. Ik besluit het ziekenhuis te bellen, aangezien ons kindje in stuit ligt en mij is gezegd dat ik meteen moet bellen als ik twijfel. Ze doen hier geen stuitbevallingen, dus ons kindje zal gehaald worden met een keizersnede. Die staat ingepland op donderdag 25 februari.
Wanneer ik het ziekenhuis bel, zeggen ze dat ze me toch graag even zien. Als het niks is kunnen we naar huis, maar als ze het niet vertrouwen kan het zijn dat ons kindje eerder gehaald zal gaan worden. We laten alles in huis achter, want we zullen zo wel weer terug zijn. Voor de zekerheid zetten we wel de ziekenhuiskoffer in de auto, want je weet maar nooit. Een kwartiertje later zijn we in het ziekenhuis en melden we ons bij de juiste afdeling. Ze sluiten meteen de CTG aan en besluiten na een klein uurtje dat ze ook een inwendig onderzoek willen doen. Na dit onderzoek en de CTG zeggen ze me dat ze over een paar uur nogmaals een CTG en een inwendig onderzoek willen doen. Tot die tijd kunnen we even rusten. Het is een gedeelde kamer, dus Koen heeft geluk met een eigen bedje.
Een paar uur later komt de verpleegkundige weer terug en sluit de CTG weer aan. Echt geslapen hebben we niet, want het ziekenhuisbed ligt niet heel relaxed en de onzekerheid helpt ook niet mee om te kunnen ontspannen. Nadat de CTG en het inwendig onderzoek zijn gedaan, gaat de verpleegster overleggen met de dienstdoende gynaecoloog. Ze zien regelmatige weeënactiviteit op het CTG-apparaat en uit het inwendig onderzoek blijkt dat ik ontsluiting heb. Aangezien ons kindje in stuit ligt, willen ze geen enkel risico lopen en besluiten ze dat ik niet naar huis mag. Ze zeggen ons dat ze zodra het ochtend is onze gynaecoloog zullen inschakelen om de situatie te bekijken en dan een beslissing zullen nemen. Ik zeg tegen Koen dat hij maar even naar huis moet gaan, zodat hij hopelijk nog een paar uurtjes fatsoenlijke slaap kan meepakken.
De harde buiken houden de hele nacht aan, waardoor ik al een voorgevoel begin te krijgen dat we de geplande keizersnede van donderdag niet zullen halen. De volgende ochtend is Koen weer op tijd bij me en komt onze gynaecoloog langs. Ze draait er niet omheen en zegt dat mijn lijf bezig is met het inzetten van een bevalling. Aangezien ze geen enkel risico willen lopen op een stuitbevalling, wordt besloten dat er een spoedkeizersnede gedaan zal worden. Wanneer we vragen wanneer dit gaat gebeuren, zegt ze ons dat we ons meteen moeten gaan voorbereiden. De keizersnede zal over een uur plaatsvinden. Op dat moment barst ik in tranen uit en merk ik dat de spanning het van me over wil nemen. We zouden aankomende week namelijk nog een afspraak hebben om de keizersnede voor te bespreken, zodat ik me mentaal een beetje voor zou kunnen bereiden. Dat hele plan valt nu in duigen en alles gaat ineens heel snel. Koen en ik praten even met elkaar, geven elkaar een dikke knuffel, maken nog een laatste zwangere selfie en beseffen ineens dat we ons kindje over een klein uurtje gaan ontmoeten. Alle emoties schieten op dat moment door me heen en ik besluit dat ik nog even een douche wil nemen. Als ik klaar ben met douchen komt de verpleegster langs voor een sneltest voor COVID en een infuus. Ze neemt wat bloed af en vervolgens staat de anesthesist aan ons bed. Binnen no-time legt ze de procedure uit en kunnen wij nog wat laatste vragen stellen. Ik maak vooral kenbaar dat ik het spannend vind en dat ik een hekel heb aan naalden. Ik hoef de ruggenprik dan ook niet te zien.
Wanneer de anesthesist weg is, zet ik wat muziek op om mezelf rustig te krijgen, want ik merk dat de zenuwen door mijn lijf gieren. Ik wil mezelf graag rustig houden voor ons kindje, maar het wordt nu toch wel rete-spannend allemaal. Al snel word ik opgehaald om naar de OK gereden te worden. Koen mag gelukkig een stuk met me mee. Voordat we de OK ingaan, moet Koen zich ergens omkleden en daar blijven wachten. Hij mag niet de OK in wanneer ze de ruggenprik zetten. Gelukkig is onze gynaecoloog daar om me moed in te praten. Ze zegt me te focussen op mijn ademhaling en geeft me een kussen om in te knijpen. Ik pas wat ademhalingstechnieken toe en ben ervan overtuigd dat ik het goed doe, dat ik stil zit. Tot de anesthesist op den duur zegt dat ik écht stil moet zitten, omdat het anders niet zal lukken. Ik praat mezelf moed in door te zeggen dat ik niet bang hoef te zijn en dat dit ons dichterbij ons kindje zal brengen, want man man, wat heb ik zin om hem of haar te gaan ontmoeten!
Dan is het eindelijk gelukt met de ruggenprik! En heel eerlijk: ik snap niet waar ik me zo druk over heb gemaakt. Het stelde niks voor. Ik word snel op mijn zij gelegd en voel dat mijn hele onderlichaam begint te trillen en gloeien. Er wordt een papieren gordijntje opgehangen, zodat ik niet mee kan kijken wat er daarachter allemaal gebeurt. Er wordt een paar keer getest of ik echt niks meer voel en dan beginnen ze met de operatie. Ik merk dat Koen er nog niet is en dat ik weer helemaal begin te trillen. Het idee dat er in me gesneden wordt vind ik enorm beangstigend. Ik vraag half in paniek waar Koen blijft en op dat moment komt hij aanlopen. Ik vraag of hij me wil afleiden met een verhaal of iets, maar Koen valt zelf ook een beetje stil. De anesthesist begint me af te leiden met een verhaal over bomen en dieren, waardoor de focus weer even ergens anders op gelegd wordt. “Fijn”, denk ik! Ik vraag aan Koen wat hij denkt dat het zal zijn: een jongetje of een meisje. Ondertussen voel ik dat ze aan de andere kant van het “scherm” aan het duwen en trekken zijn. Ik hoor de gynaecoloog zeggen dat ze er bijna zijn en dat zij het geslacht van de baby al kan zien. We hadden afgesproken dat Koen het geslacht bekend zal maken, dus ze wacht netjes met het verhullen daarvan. Dan hoor ik iets wat lijkt op een huiltje en kijk Koen aan. Ik voel me op dat moment blij, bang, gelukkig, onzeker, euforisch en alles tegelijk. Binnen een paar seconden wordt het doek naar beneden gedaan en wordt er een huilend kindje aan ons getoond. Het is een meisje! We hebben een meisje! Ze vragen ons of we al een naam hebben en ik spreek voor het eerst haar naam uit. “De baby heet Cato”, zeg ik. Ons meisje heet Cato. De tranen rollen over mijn wangen en ik voel van alles. Ik merk dat ik lichtelijk in shock ben dat er gewoon écht een kindje uit mij is gekomen, ons kindje. Nadat Cato helemaal gecheckt is, wordt ze op mijn borst gelegd en ik voel me de gelukkigste vrouw op aarde. Ik zie Koen vol trots en ongeloof naar haar kijken en ik voel me op dat moment zo intens dankbaar.
Een paar minuten nadat Cato op mijn borst is gelegd, merk ik dat het me teveel wordt. Ik krijg bijna geen lucht en heb ineens een intense pijn aan mijn schouder. Ik trek het niet en vraag of Koen met haar huid-op-huid mag knuffelen. Er gaat een schuldgevoel door me heen, omdat ik haar even niet op me kan hebben. Maar een seconde later is dat gevoel weer weg. Ik besef me dat dit meisje mij mama heeft gemaakt en dat ik me op dit moment de gelukkigste vrouw op aarde voel. Cato is met haar papa aan het bonden, wat ook super belangrijk is.
Een klein half uurtje later zijn ze klaar met het dichtmaken van de wond en wordt mijn bed naar Koen en Cato gereden. Ze wordt direct weer bij mij gelegd en het enige wat ik kan doen is naar haar staren, haar aanraken, haar kusjes geven, gelukkig zijn. Dit is by far het overweldigendste en mooiste wat me ooit is overkomen!
MANOUK