De bevalling van mijn oudste dochter verliep niet goed. Ik ben thuis bevallen in nog geen 4 uur tijd. Ik had veel bloedverlies en een totaalruptuur. Met enige spoed ben ik naar het ziekenhuis gebracht voor een hersteloperatie. Gelukkig was dochterlief gezond en wel.
Na twee jaar werd ik voor de tweede keer zwanger. Deze keer wilden we alles anders aanpakken dan bij de eerste. Ik ging eerder in de ziektewet vanwege mijn bekkenklachten en ik heb beter mijn grenzen aangeven. Dit zorgde voor een mooiere zwangerschap, ondanks mijn verminderede mobiliteit. Ook de angst die ik had om te bevallen bespraken we duidelijk. Ik werd serieus genomen door de verloskundige en dit was erg fijn. Toen ik tegen het einde liep, kwam de verloskundige erachter dat dochterlief groter was dan de verwachte termijn. Na meerdere groeiecho’s en twee keer een suikertest hebben we in overleg besloten om in te gaan leiden. We gingen letterlijk samen kijken wanneer er plek was.
Donderdag 28 februari 2019 was het dan zo ver. Ik was 38 weken en 4 dagen zwanger. Mijn ingeleide bevalling was echt prachtig. Na 5 uurtjes werd onze tweede dochter Charlotte Sophie geboren. Ze huilde toen ze werd geboren en ze was mooi roze van kleur. Mijn man knipte de navelstreng door. Niemand had door wat er toen gebeurde. Charlotte werd blauw, en ook goed blauw. Haar mond kleurde ook helemaal blauw. Ik kon aan de verloskundige en verpleegkundige merken dan er paniek begon te ontstaan. De verloskundige belde de kinderarts en aan haar stem hoorde je dat er spoed was. Charlotte werd meegenomen naar een apart kamertje voor medische hulp. Ondertussen lag ik nog op het bed te wachten. Ik wilde horen wat er aan de hand was! Het duurde erg lang. De verpleegkundige kwam eindelijk terug en vertelde dat Charlotte mee moest naar de kinderafdeling. Het ging namelijk niet goed met haar. Nadat ik was gehecht, werd ik met bed naar de kinderafdeling gereden. Er was een ruime kamer voor Charlotte, maar toch het stond vol met ziekenhuispersoneel! Van die paar uren weet ik niet veel meer. Ik kreeg steeds meer door dat het ècht niet goed ging met haar. Haar longen vulden zich niet met lucht, waardoor haar zuurstofgehalte in het bloed te laag bleef. Heel laag. Ik hoorde soms getallen van 12%. Als je na gaat dat het zuurstofgehalte normaal gesproken tussen de 95 en 100% hoort, dan weet je dat dit absoluut niet goed is. Ik werd ontzettend angstig in haar kamertje. Mijn meisje lag daar zo blauw met allerlei stickers op haar lichaampje geplakt en ik kon niets doen. Zo eng dat gevoel! De artsen hebben alles gedaan wat ze konden, maar ze kregen Charlotte niet stabiel. Ze moest worden overgeplaatst naar een universitaire ziekenhuis met een IC-afdeling voor pasgeboren baby’s. Dit betekende dat ze echt heel ziek was. De artsen wisten echter niet wat de oorzaak was. Ik werd terug naar de verloskamers gebracht en wachtte totdat Charlotte werd opgehaald door de ambulance. Ondertussen mocht ik even douchen en schone kleding aan doen. De artsen uit het ziekenhuis waren ook gearriveerd en zorgden ervoor dat Charlotte veilig in de couveuse brancard vervoerd werd. De arts vanuit het UMCG kwam de verloskamer binnen en ik vergeet nooit meer wat er toen gezegd is. De arts vertelde dat Charlotte erg ziek was en niet stabiel vervoerd kon worden. Er was een kans dat ze onderweg zou komen te overlijden… De arts had ons heftig nieuws gegeven. Onze dochter die nog maar 4 uur oud was, lag doodziek in een brancardcouveuse. Ik heb haar maar 10 minuten vast kunnen houden. We konden haar heel even zien voordat ze naar het UMCG werd gebracht. Ik kon zien dat ze moeite had met ademhalen. We konden het niet langer aanzien. Ze had hulp nodig, dus ze moest naar het ziekenhuis! En snel! Gelukkig mocht ik mee naar het UMC Groningen op hun kraamafdeling liggen.
Aangekomen op de kraamafdeling weet ik mijn gedachten nog goed. Er lagen pasgeboren baby’s in de armen van hun moeders en vaders. Die van ons niet. Zij lag op de IC te vechten voor haar kleine leventje en de artsen stonden voor een raadsel wat er met dat meisje was. Rond het avondeten mochten we eindelijk naar Charlotte toe. Ze was stabiel genoeg voor bezoek. We waren bang wat we zouden aantreffen. Onze zieke baby lag op tafel nr 2, zoals ze dat daar noemden. We kregen uitleg van wat er allemaal bij haar gedaan was en waarom ze er zo uit zag. Ze werd gekoeld tot 33,5 graden met een wit badjasje. Omdat ze zuurstoftekort heeft gehad, gingen ze hersenschade beperken. Haar lichaam moest tot rust komen. Ze werd in slaap gehouden en beademd met een tube door haar neusje. Ze kreeg continu zuurstof en tegelijk stikstof. Door haar naveltje had ze twee infuuslijntjes om bloed af te nemen en medicatie door te geven. In haar hoofd had ze naaldjes om mogelijk epilepsie te meten. Daarbij werd haar zuurstof voor haar hersenen ook gemeten in haar darmen. Verder had ze een katheter in haar blaas. Haar voeding kreeg ze door een sonde. De artsen vertelden dat de bloeddruk tussen haar longen en hart te hoog was en dat ze daar medicatie voor gaven. Mijn man en ik zagen een baby met een roze kleur die ademde. Door de artsen werden wij teruggeroepen. Ze maakten direct duidelijk dat het heftig was en dat de oorzaak van dit alles niet bekend was. Ze konden niet voorspellen wat er zou gebeuren. Alles kon aflopen met een sisser, maar ze kon er ook zwaar gehandicapt uit komen óf zelfs overlijden. Dit wilde je niet horen als ouders. Voor de komende 72 uur werd ze gekoeld en langzaam sleutelden de artsen aan de medicatie om haar stabiel te krijgen. Daarbij bleven ze onderzoeken doen naar de oorzaak. We gingen aangeslagen terug naar de kraamafdeling. We hebben ontzettend gehuild. Ik besloot om te beginnen met kolven. Ik ving elke druppeltje op voor Charlotte en bracht daarna het spuitje met moedermelk naar de IC.
Vlak na de geboorte waren er door de cardioloog echo’s gemaakt van haar hart. Deze waren goed. Ook uit alle spoedonderzoeken kwam geen duidelijke uitslag. Wat was er nou gebeurd met Charlotte? De artsen dachten dat Charlotte de schakel niet heeft kunnen maken van baarmoeder naar de echte wereld. Zij kon zelf niet goed ademhalen. Dit komt wel eens voor bij baby’s, maar zeer weinig en ze kunnen geen oorzaak vinden waarom dit überhaupt gebeurt. Daarom hadden de artsen ook geen duidelijk behandelplan. De nachten duurden heel lang. Ik ging nadenken over wat als. Maar ook over wat ik verkeerd had gedaan in deze zwangerschap. Kwam dit door het inleiden? Door de snelle bevalling? De artsen zouden alles onderzoeken en uitsluiten. Mijn placenta werd naar de patholoog anatoom gestuurd. Mijn bloed werd onderzocht op afwijkingen. De neonatoloog wilde werkelijk elke steen boven hebben. We wilden een duidelijk plan van hoe Charlotte weer zelfstandig kon leren ademen. Tot twee dagen na de bevalling was het afwachten wat Charlotte liet zien. De artsen namen bloed af en naar aanleiding van de uitslag zouden ze het zuurstof iets lager zetten. Dit sleutelen deden ze met alle medicaties. Soms wat het een stap te ver, dan zetten ze de medicatie weer terug. Steeds werd er wat terug geschroefd en voeding opgehoogd.
Zondag om 17.00 uur was het zo ver. De artsen begonnen met het opwarmen. Charlotte lag in zo’n badjas dat nu haar warmtebadje werd. Elk half uur werd het water een 0,2 graden warmer. Tijdens het opwarmen bestond de kans op insulten van epilepsie, daarom gebeurde het opwarmen heel langzaam. Uiteindelijk was het doel 36,5 graden. Mocht alles goed gaan, dan was Charlotte maandag om 1 uur ‘s nachts volledig opgewarmd. Wanneer Charlotte problemen liet zien met haar hart, dan staakten ze het opwarmen. We mochten elk uur van de dag bellen naar de NICU om te vragen hoe het ging met haar. We kregen het mooiste nieuws wat er was: Charlotte had de opwarming zonder probleem doorstaan! Ze had geen epilepsie of andere klachten gehad! Ze waren zelfs begonnen om de beademing steeds verder af te bouwen. Haar slaapmedicatie gingen ze ook steeds verminderen. Charlotte werd steeds meer wakker! Je wilt niet weten hoe blij ik was! Ik heb voor het eerst gehuild van blijdschap! Toen wist ik zeker: “Wat verder de uitkomst ook mag zijn van alle onderzoeken, zij komt er wel!”
Wij gingen zoals elke ochtend weer naar de IC met een lading afgekolfde melk. We kregen een kleine uitleg van wat we vandaag konden verwachten. We kregen een zogenoemde sloopdag. Een aantal parameters mochten eraf. Bepaalde medicatie werd helemaal gestopt en de infuuslijnen werden afgedopt. Nu ze helemaal opgewarmd was, moest ze nog wel 12 uur in haar jasje blijven liggen om er zeker van te zijn dat het warm houden geen complicaties zou geven. Samen met de avonddienst mochten we Charlotte uit haar jasje halen. Eindelijk een warm meisje vast houden. Nu haar medicatie voor het slapen ook langzaam gestopt was, werd ze ècht wakker. Ze reageerde eindelijk op onze stem en aanrakingen. Ze was een echte baby aan het worden. Aan het einde van de avond mocht ik nog even buidelen met Charlotte. Het was heel onwerkelijk om eindelijk haar lichaam vast te mogen houden. Charlotte werd namelijk snel bij mij weg gehaald na de geboorte. Nu vier dagen later voelde ik haar eindelijk. Een warm meisje op mijn borst. We genoten beide zichtbaar. Ik kon niet stoppen met glimlachen en Charlotte haar lijfje ontspande helemaal. Die maandagavond gingen we als twee blije ouders terug naar de kraamafdeling. Charlotte deed het goed. En iedereen was blij om haar zo te zien.
Dinsdag 5 maart gingen we naar ons meisje. Daar zagen we een onrustige Charlotte liggen. Ze had last van haar tube. Deze moest er nu uit. Wij gingen in de tussentijd even wachten op de gang. We hoefden dit niet te zien. Charlotte ademde in alle rust door. Ze deed het direct goed zonder de tube. Het is alsof ons meisje weer opnieuw geboren werd. Wat bijzonder! Toen Charlotte van de beademing was, durfde ik eindelijk een geboortekaartje uit te zoeken. We gingen meerdere keren per dag naar de NICU toe. Omdat ze van de beademing af was, werd het buidelen makkelijker. Bovendien begon ze zomaar te zoeken naar mijn borst. In overleg mocht ik haar aanleggen en zonder problemen dronk ze uit de borst. Nu we Charlotte wat meer meemaakten, kwamen we er ook achter hoe moe ze was. Ze had in vier dagen tijd hard gevochten voor haar klein leventje. Ze sliep heel veel en dronk haar flesjes nog niet op. Dus kreeg ze nog geregeld voeding bij door haar sonde. Omdat Charlotte zuurstoftekort heeft gehad na de geboorte was het standaard dat ze een MRI-scan en een EEG van haar hoofd kreeg, om schade en mogelijke epilepsie waar te nemen. Deze onderzoeken stonden diezelfde week gepland. En paar dagen later kregen we de uitslag. Ze zagen kleine schadeplekjes in haar motorisch gebied. Dit kon betekenen dat ze motorische beperkingen kon hebben. Zowel in de grote motoriek als in de fijne motoriek. Maar dat hoeft zich niet te uiten. De tijd zal het leren hoe het verder gaat. De uitslag van de EEG was in ieder geval goed, ze heeft geen epilepsie. Na het gesprek werd ze naar het Martini ziekenhuis gebracht waar ze is geboren. Daar heeft ze nog vier dagen gelegen om aan te sterken. Op maandag 11 maart, één dag na de uitgerekende datum, hebben we Charlotte Sophie mee naar huis genomen. Eindelijk een gezin van vier!
We zijn ondertussen bijna anderhalf jaar verder en het gaat goed met Charlotte. We kunnen zeggen dat ze niets aan haar spannende start heeft overgehouden. Het is een klein wondertje dat kind van mij!
ANIQUE