Meike is ontzettend boos

| ,

Dit stuk heb ik geschreven vier weken nadat Nola was overleden. Boosheid en verdriet zijn hele heftige emoties bij rouw. Waarom ben ik dan allemaal boos? Deze hele heftige rauwe boosheid heb ik geschreven, nadat ik nogal wat onhandige (goedbedoelde) vragen kreeg: gaat het wel weer een beetje met je of moet jij geen hulp zoeken? Én een veel te blije zwangerschapsaankondiging.

Als ik je vertel hoe het gaat

Disclaimer: ik ben niet gek (ja, dit heb ik ook opgezocht, want soms krijg ik het gevoel dat ik gestoord ben en ik kan me voorstellen dat als jij onderstaande leest ook misschien denkt dat ik knettergek aan het worden ben). Gevoelens van boosheid bij rouw zijn volkomen “normaal”. Iemand in rouw kan zelfs lijken op iemand in een depressie. Het verschil alleen is dat iemand met een depressie ziek is. “Rouw is geen depressie, maar normaal gedrag van evenwichtige mensen” (Manu Keirse, rouwpsycholoog. maar op het onderwerp ‘rouw’ kom ik later nog terug). Overal waar ‘boos’ staat kun je ook ‘verdrietig’ lezen en in veel gevallen ook nog dat ik me er schuldig over voel. Ook allemaal heel “normaal”. Weet je wat het is, heel eerlijk? Ik ben boos. Ik ben boos op anderen, dat zij wel een kind hebben of krijgen en Nola er niet meer is. Dat het verdriet zo enorm groot is, dat ik niet weet hoe ik mijn hoofd boven water moet houden en hoe het ooit draaglijker wordt. Dat alles wat ik voel en ervaar “normaal” is bij waar wij doorheen gaan. Dat geboorte en de dood de twee meest ingrijpende dingen in het leven zijn en dat die voor mij zijn samengekomen.

Als je al 12 weken krijgt om te wennen aan je nieuwe leven met kind. Hoe lang krijg je dan voor het wennen aan het ouder zijn geworden en tevens te leren leven met het verlies ervan? Het leren leven met het verlies van je kind. Er is niets dat dichterbij komt dan je kind. Dus ik ben boos als iemand mij na vier weken vraagt of ik eigenlijk alweer aan het werk ben (los van de buikoperatie die ik heb ondergaan, waar alleen al 6 weken minimaal herstel voor staat). Of iemand die aan mij vraagt of het al wat beter gaat. Hier staat geen tijd voor (al schijnt ongeveer vijf jaar de periode te zijn dat de meeste ouders hun leven weer hebben herpakt, in nieuwe vorm, zonder meer constant te worden overvallen door de scherpe pijn). Dus geef me niet het gevoel dat ik dit al een “plekje” moet hebben gegeven. Het is er namelijk constant en het zal nooit weg zijn.

Ik ben boos als iemand vraagt of ik hulp krijg om ermee te leren omgaan. Er is namelijk geen handboek voor. Ik moet het leren verdragen. Het kost tijd en het is hard werken en het zal er áltijd zijn. Waar moet ik hulp bij krijgen? Iemand die me bevestigt dat alles wat ik nu voel en ervaar “normaal” is en nog wel een hele tijd zo zal blijven?

Ik ben boos om Nola, dat zij er niet meer is. Nooit te zullen weten hoe ze er later uit had gezien en hoe haar karakter was geweest.

Ik ben boos om het feit dat ik geen herinnering heb aan de bevalling en nog steeds ’s ochtends wakker wordt met het idee dat ze in mijn buik zit. Elke ochtend weer opnieuw het langzame besef dat ze dood is.

Ik ben boos om alle verwachtingen en toekomstbeelden die zijn verdwenen.

Ik ben boos omdat iedereen het maar “beter” wil maken en zegt hoe fijn alles is. Zo fijn dat we de foto’s hebben, zo fijn dat we dit mooie afscheid hebben kunnen doen. Fijn? Het is gewoon hartstikke kut.

Ik ben boos op social media en online advertenties. Omdat het je voorkeuren onthoudt en ik overal geconfronteerd wordt met zwangerschap en baby’s.

Ik ben boos, omdat ik nooit meer de onbevangen Meike zal zijn.

Ik ben boos, omdat ik nooit meer een zorgeloze zwangerschap zal ervaren, want er is geen enkele mijlpaal meer die me ook maar een beetje gerust zal stellen. Nooit meer het gevoel van een roze wolk en ik nu al boos kan worden als ik bedenk dat mensen tegen die tijd (hoe goedbedoeld ook) zullen zeggen: “Probeer je er wel van te genieten?” Of denken dat een volgende zwangerschap betekent dat ik Nola “een plekje” heb gegeven.

Ik ben boos, omdat ik nu weet dat dit mij kan overkomen, dus wat gaat een volgend kind dan wel niet overkomen? De natuur houdt geen rekening met eerder geleden leed. Onze kansen zijn bij een volgend kind weer net zo groot of zelfs iets groter, 1% meer om precies te zijn, op een kind dat zuurstoftekort krijgt (vanwege de keizersnee en dat een volgende zwangerschap altijd eerder wordt ingeleid met extra risico op een littekenruptuur). Laat staan alle andere dingen en ziektes die ons volgend kind wel niet kan krijgen.

En ik ben boos, boos omdat andere kinderen mij aan elke mijlpaal doen herinneren die Nola ook had moeten bereiken. Het leren kruipen, staan, praten, zelfs straks het afstuderen. En dat wordt nooit minder. Elke verjaardag, feestdag, Moederdag… Het zijn allemaal confronterende momenten waar je niet met iemand over kan praten om ermee leren om te gaan. Ik ga er al mee om. Ik heb geen keuze namelijk. Ik moet het ondergaan. Wat versta je eigenlijk als ermee om gaan? Dat ik niet meer moet huilen? Dat ik weer naar een babyshower kan of op kraamvisite? Dat ik niet boos of verdrietig wordt van foto’s van andermans kind in de wetenschap dat ik geen enkele nieuwe foto of herinnering meer zal hebben van mijn kind?

En ja ik ben boos, maar ik ben ook boos op de wereld. En ik ben boos dat ook dit gevoel en gedrag “normaal” is. Want zo wil ik me helemaal niet voelen.
Maar ik ben ook boos op mezelf. Boos dat ik op dit moment niet blij kan zijn voor anderen die wel nog zwanger zijn of een levende baby hebben. Het is niet dat ik het je niet gun. Maar ik had het ook moeten hebben. Boos omdat ook deze lelijke gevoelens heel “normaal” zijn (Eerlijk waar, ik heb het opgezocht).
Misschien schrik je wel van deze boosheid. Durf je daarom niet meer tegen me te praten of iets te zeggen. Maar weet je? De boosheid hoort er ook bij. En je kan me ook niet verdrietiger maken dan ik al ben. Het enige dat je kan doen is luisteren. Eindeloos luisteren. Want die boosheid, die zal er nog wel even zijn. En dan hoop ik, en dat hoop ik vanuit de grond van mijn hart, dat er ooit weer wat ruimte ontstaat, zodat ik ook weer kan luisteren naar jou en blij kan zijn voor jou.
Je bent hier als mens niet voor gemaakt. Dat is de worsteling die ik zelf moet voeren.

MEIKE

Plaats een reactie