In het najaar van 2019 kwamen mijn man en ik er achter dat wij ons vierde kindje verwachtten. Het was een onverwachte verrassing waar wij even goed aan moesten wennen. Wij moesten ineens gaan denken aan verhuizen. Ook zat ik zelf weer in de schoolbanken, kon dat wel uitgesteld worden zodat ik toch mijn diploma kon halen? Dan ook nog de nare herinnering dat ik bij mijn derde zwangerschap van onze dochter Dani (2015) een postnatale depressie had ontwikkeld waarin ik drie maanden samen met haar opgenomen ben geweest. Zouden we dit als gezin allemaal weer aankunnen? Er is een echo gemaakt bij een verloskundige die ik al kende van mijn vorige zwangerschap. Puur ter bevestiging van een gevulde baarmoeder. Dit bleek zo te zijn. Maar meten was nog niet echt te doen. Nadat alles een beetje geland was, beseften wij ons dat het krijgen van een kindje toch elke keer een mooi cadeau is, dat niet iedereen gegeven is. Dankbaar begon het stille genieten van dit prille leven.
Op de één of andere manier was ik gevoelsmatig al wat terughoudend met blij zijn. Omdat ik geen idee had hoever ik was, had ik ook nog niks gezegd in mijn omgeving. Enkel mijn beste vriendin was op de hoogte. Met haar deel ik al mijn lief en leed. De weken snelden voorbij en ik besefte mij dat ik toch echt een definitieve aanmelding moest gaan doen voor de verloskundige waar ik reeds op een kort echo bezoek was geweest. En toen… Het weekend voor de kerst. Ik begon mij niet goed te voelen. Ik voelde mij grieperig, had pijn met ademhalen en kon niet meer plat liggen. Ik had het idee dat ik spierpijn had in mijn rug, dus liet ik manlief mijn rug insmeren met spiergel. Zondag op de bank gelegen, met paracetamol en het idee: “Morgen help ik op werk opstarten en dan ga ik daarna wel naar huis. Dan zijn de bewoners in elk geval gewassen en uit bed zonder al te veel werkdruk voor mijn collega’s”. Echter in de nacht van zondag op maandag heb ik om 04.00 uur toch mijn werk afgebeld, omdat ik de nacht wakker had gelegen met pijn.
Maandagochtend had manlief toch liever dat ik de huisarts belde. Misschien had ik wel een longontsteking. Met het idee dat dat wel mee zou vallen, ik had immers geen hoge koorts, heb ik voor zijn gemoedsrust een belletje gepleegd. Ik kreeg een bandje dat de arts een week niet aanwezig was en ik voor spoed contact kon opnemen met de andere huisarts. Nou spoed vond ik het niet, dus paracetamol erin en proberen wat te slapen. De kinderen waren vrij. Mijn man moest in de middag werken. Ik zou mij met hen wel redden. Bij thuiskomst van manlief in de vroege avond, wilde mijn man dat ik nú de huisartsenpost ging bellen. Hij kende mij zo helemaal niet en maakte zich zorgen. Ik was erg kort van adem en een loopje naar het toilet was een marathon. Dus pakte ik de telefoon en belde de HAP. Ik legde mijn klachten uit en toen ging alles ineens erg snel. Ik moest nú komen en als het niet goed ging, moest mijn man de auto langs de kant zetten en 112 bellen. “Nou dat zal wel mee vallen”, zei ik nog tegen de dame aan de telefoon.
Op de HAP werd ik al gauw naar binnen geroepen en werden de standaard metingen van mijn temperatuur en bloeddruk. Toen ging de arts naar mijn longen luisteren. Links was zij snel klaar, maar rechts bleef ze een beetje over mijn rug zoeken. Ik mocht mij weer aankleden en de arts moest even bellen. Zij bleek te bellen met de spoedeisende hulp en ik hoorde haar naar de andere kant zeggen: “Ik stuur een zwangere vrouw met verdenking op longembolie… Ik hoor rechts geen ademruis”.
Op de SEH wederom metingen, infuus erin, bloed afgenomen en wachten. Wachten op de uitslagen van het bloedonderzoek. Na anderhalf uur waren de resultaten binnen. Verhoogde infectiewaardes en een torenhoge D-dimeer waarde. De laatste waarde verhoogt zich bij onder andere trombose en embolieën. Met deze uitslagen vertelden ze het beleid meteen duidelijk. “We zetten in op het moeder-boven-kind-beleid. U moet een CT-scan, mevrouw”. Gelaten liet ik alles maar een beetje gebeuren. De CT-scan was een dingetje, want plat liggen was echt zo pijnlijk. De contrastvloeistof werd ingespoten en ik kreeg het gevoel alsof ik in mijn broek plaste. De CT-scan bevestigde de vermoedens en bloedresultaten. Ik bleek dubbelzijdig meerdere kleine embolieën te hebben in de longen en op de vertakking van de longslagader naar de linker- en de rechterlong een groeiende ruiterembolie. In de rechterlong was er al sprake van een flink longinfarct die ruim de helft van de long kapot had gemaakt. Behandeling met bloedverdunners werd ingezet en omdat ik zelf kon injecteren, mocht ik sneller naar huis dan normaal de bedoeling was. Thuis was ik ook veiliger af. Ik kreeg advies geen bezoek te ontvangen voor de komende tweeweken en ik moest bellen zodra ik het niet vertrouwde. “Maar wees hierbij laagdrempelig”, adviseerde de arts. “Meis, het is echt 1 voor 12 geweest. En niet één minuut, maar één seconde. Je had niet een dag later binnen moeten komen, want dan had je dood in bed gelegen. Als die ruiterembolie alles had afgesloten was je binnen een paar minuten dood”. Toen kwamen er woorden uit de mond van de arts die je als zwangere vrouw nooit wil horen. “Het is ook beter om de zwangerschap af te breken. De hormonen zijn de boosdoener en je hebt nog drie kinderen die jou als moeder nodig hebben en niet zonder je kunnen”. Bam! Klap in mijn gezicht.
Een keus maken… Een keus maken tussen de liefde voor één kindje in mijn buik, of mijn eigen leven en de liefde voor de andere drie kinderen en mijn man. Hoe onmenselijk kan het zijn?! Dit is toch geen keuze!? “Meisje, je bent jong. Ik heb al teveel jonge vrouwen met een dergelijke keus gezien die kozen voor de zwangerschap en die heb ik zien overlijden. Dat wil je echt niet!” En zo zouden zij een afspraak regelen met de gynaecoloog. Ik zou een brief thuis gestuurd krijgen met een spoedafspraak. Deze afspraak was op 02 januari 2020. Er werd een echo gemaakt. En toen bleek dat ik al een heel eind verder in de zwangerschap was dan werd vermoed. Afbreken was nog steeds hetgeen de artsen allemaal adviseerden. Ik was besproken in een heel team met verschillende artsen. En zo werd duidelijk dat 9 januari 2020 de eerste mogelijkheid zou zijn om de kleine te halen. Dat was de dag dat ik lang genoeg aan de bloedverdunners had gezeten om daar een dosering van over te kunnen slaan om extreem bloeden te voorkomen. Alles werd geregeld en eenmaal thuis besefte ik dat onze jongste dochter die dag jarig is. Dus ik moest gaan bevallen van een kindje wat ik meteen weer zou verliezen op de verjaardag van haar grote zus. We besloten Dani haar verjaardag 8 januari te vieren met het gezin en er werd een kaartenregen geregeld zodat zij toch het gevoel had dat er aan haar werd gedacht. Omdat zij verder nog niet echt besef had van datum, was dat haar dag zowel op school als thuis en heeft zij een fijne dag gehad.
Met lood in mijn schoenen ging ik naar de afdeling. Deze dag is een beetje als een roes aan mij voorbij gegaan. Ik werd voorbereid, ik kreeg een dosis pillen toegediend en er werd een infuus geprikt. Ik voelde al snel flink wat krampen, maar zoals bij alle andere bevallingen kon ik dit alles prima hebben. Om 11.32 uur werd onze kleine Novi* stil geboren. Ik moest echter meteen door voor een curettage, omdat mijn baarmoeder zo snel mogelijk moest krimpen, zodat ik weer aan de bloedverdunners kon. Om 13.00 uur was ik weer terug op de afdeling en konden wij afscheid nemen van onze kleine Novi*. Het verlies van een kindje wat niet verder mocht groeien. Waarvan wij nooit zullen weten of zij zou lijken op haar grote broer en zussen.
Sinds het verlies van Novi* voel ik mij alleen, alleen in een volle kamer. Het verdriet wat ik heb voelt zo verschrikkelijk alleen. Ik beleef dit anders dan mijn man. Hij heeft er ook verdriet van, maar kan zijn gedachtes een beetje verzetten op zijn werk. Dat is zijn afleiding. Omdat ik naast het verlies van de kleine ook nog herstellende ben van de longellende, kan ik nog niet zo goed uit de voeten en duren de dagen dat de kinderen naar school zijn erg lang. Ook in de nachten gaan mijn gedachtes geregeld met mij aan de loop en slaap ik weinig. “Tijd heelt alle wonden”, wordt wel eens gezegd. Het zal ongetwijfeld, maar de littekens die die wonden achter laten, blijf je toch altijd zien. Sommige zijn zichtbaar voor anderen, en sommige zitten op een plek waar weinig mensen toegang tot hebben. Het verlies van Novi* heeft een flinke wond op mijn hart achter gelaten. Een wond die nu nog keihard bloedt, en in de loop van de tijd zal omvormen in een levenslang litteken die mij eraan herinnert dat ook Novi* heeft bestaan, maar ik met veel verdriet heb moeten laten gaan.
HANNAH