Janet is verpleegkundige op verloskunde UMC en vertelt over haar eigen bevalling

| , ,

Janet is verpleegkundige op de verloskunde van het UMC in Amsterdam. Ze schrijft prachtige verhalen vanaf de werkvloer. Deze keer heeft ze over haar eigen bevalling geschreven.

Als jong meisje zei ik altijd: “Ik wil later vroedvrouw worden”. Wanneer ik een baby’tje zag, was ik op slag verliefd. Ik vond het zo bijzonder zo’n nieuw leven. Een geboorte van een kindje. Nu heel wat jaren later werk ik op de verloskamers, niet als verloskundige, maar als obstetrieverpleegkundige. Als verpleegkundige op de verloskamers sta je heel dicht bij de patiënt en begeleid je een zwangere tijdens een baring. Tijdens mijn opleiding en door de jaren heen heb ik veel baringen meegemaakt en begeleid. Ik hielp zwangeren weeën wegzuchten, ik hielp met verschillende houdingen, tijdens het persen hield ik de hand van de vrouw vast en gaf ik coaching wanneer een vrouw er helemaal door heen zat. Zelf heb ik nog nooit een wee gevoeld, maar toch kon ik mij wel altijd goed inleven.

In september 2019 was het zo ver: ik had een positieve zwangerschapstest! Wauw, wat bijzonder. Nu was ik zelf zwanger en moest ìk voor controles naar de verloskundige. Week na week ging voorbij. De zwangerschap verliep voorspoedig. Ik heb tot 34 weken zelfs door kunnen werken. Het was zo bijzonder om een baring te begeleiden, terwijl ik mijn kindje voelde trappelen in mijn buik.

Eindelijk mocht ik met verlof. De laatste weken zat ik echt uit. Wat gingen die weken langzaam voorbij! En dan liet de onze baby ons ook nog eens wachten tot 41 weken. In de hoop dat ik niet ingeleid hoefde te worden, heb ik mij laten strippen. Dit gebeurde op een warme (lees 27 graden) zondagmiddag. Ik kreeg twee uur hierna elke vijf minuten een kramp. Ik kon dit echt geen weeën noemen. “Het zal wel weer afzakken”, dacht ik, “dit doet niet genoeg pijn”. Dit gevoel bleef de hele dag een beetje doorsudderen. Mijn partner kwam ’s avonds om 22:30 uur thuis van zijn werk. Ook hij zei: “Nou, dit valt nog wel mee. Je zit nog niet eens te puffen”. Toch belde ik de verloskundige om te zeggen dat het wat rommelt. Stiekem hoopte ik ook dat ze misschien even wilde komen kijken of ik al iets ontsluiting had. Ze vertelde mij dat ik maar moest gaan proberen te slapen èn dat het waarschijnlijk een lange nacht zou worden.

Ik probeerde braaf te slapen, maar toen sloeg het ineens om. Ik kreeg intens pijnlijke weeën, elke twee a drie minuten. Ik riep mijn partner die beneden zat te gamen met koptelefoon op, dus hij hoorde mij niet. Na een paar keer roepen, heb ik hem gelukkig toch kunnen bereiken. Hij belde de verloskundige weer op met de boodschap dat ze moest komen. Om 01:15 uur voelde zij vijf centimeter ontsluiting. Ze zei: “Dit is dan het moment om naar het ziekenhuis te gaan”. Ik wilde namelijk poliklinisch bevallen. We stapten de auto in en reden naar het ziekenhuis. Wat een helse rit. Mijn hele bevalling ging zo snel, dat ik nooit in een “bubbel” ben gekomen. Sterker nog: ik was super alert. Mijn hele baring heb ik “gewerkt”. Stap voor stap ging ik alles na. “Oké, vijf centimeter”, dacht ik, “dan zal het nog wel vijf uur duren voordat ik tien centimeter heb. Laat ik dan maar vragen of ik in bad kan. Wie weet kan ik dan beter ontspannen”. Na twintig minuten in bad te hebben gezeten, had ik al persdrang! Dit beredeneerde ik natuurlijk direct. Ik dacht dat dat niet kon en zei tegen de verloskundige: “Dan ligt mijn kindje vast als sterrenkijker!” Als een kindje zo ligt, heb je namelijk eerder het gevoel te moeten persen. Niets was minder waar, ik had al acht centimeter ontsluiting! De verloskundige vroeg of ik in het bad wilde bevallen. Zelf had ik nooit iemand begeleid tijdens een baring in bad, dus ik zag dit niet voor me. Ik wilde naar het bed. Hierna heb ik een uur geperst. Om 04:40 ons zoontje Otis geboren. Hij had niet zo’n goede start, waarop ik als verpleegkundige zelf handelde door hem flink op te wrijven. Voor mijn partner even schrikken, voor mij iets wat ik vaker had gezien en gedaan (al is dit toch wel wat heftiger bij je eigen kindje). Gelukkig duurde het niet lang en begon hij al snel goed te ademen en huilen. Wat een opluchting en wat een liefde voel je gelijk voor je kindje!

Mijn verlof is bijna voorbij

Nu dertien weken later, is het weer bijna tijd om te gaan werken. Het gaat goed met ons en ik heb weer zin om te gaan werken. Door de ervaring van mijn eigen bevalling, kijk ik er naar uit om zwangere, barende en kraamvrouwen weer te gaan begeleiden tijdens deze bijzondere periode. Hopelijk heb ik niet al te veel last van mijn hormonen en moet ik niet steeds huilen bij al deze mooie, moeilijke en ook verdrietige gebeurtenissen op mijn werk. Want wat heb ik toch een bijzondere baan. Ik ben hier zó trots op!

JANET

Plaats een reactie