Op 16 juni ging ik naar de spoedafdeling van het ziekenhuis. Ik was 18 weken zwanger, maar ik had een bloeding. Op de spoed bleek alles goed met Bryan. Hij bewoog prima en alles zag er goed uit. Er zat een poliep op mijn baarmoederhals die bloedde. Het bloeden stopte en ik mocht naar huis. Ik ben dezelfde dag nogmaals naar de spoed geweest, omdat het thuis wéér begon te bloeden. De dag erna hebben de artsen de poliep weggebrand. In die week ben ik nóg drie keer naar de spoed geweest, omdat ik het gevoel had dat er iets niet klopte. Mijn moederinstinct wist het gewoon. Ik voelde het al…
24 Juni was een zware dag. Het was warm weer en ik had al de hele dag last van krampen. Ik maakte mezelf wijs dat het darmkrampen waren. Op een gegeven moment had ik deze krampen om de 5 minuten en begon ik me toch zorgen te maken. Ik wilde weer naar de spoed, maar ik durfde niet meer. Ik was daar al zo vaak geweest! Ik besloot een vriendin te bellen. Mijn vriendin zei: “Probeer anders een douche te nemen en kijk of het verbetert. Het is warm en dat kan je goed doen”. Ik ben lekker gaan douchen, maar helaas gaf het onder de douche geen verbetering. Plotseling braken mijn vliezen tijdens het douchen. Direct stapte ik er onder uit en belde ik de ambulance. Vlak daarna belde ik mijn vriendin om te vragen of ze niet naar het ziekenhuis wilde komen, want mijn man kon niet mee. Hij moest bij mijn dochtertje Angie blijven.
Gelukkig kwam mijn vriendin met een goed idee. Ze stelde voor om mijn man en dochtertje naar haar thuis te laten komen. Zij heeft namelijk ook een zoontje van ongeveer dezelfde leeftijd èn een man. Dan was mijn gezin in ieder geval niet alleen thuis. En dan kon mijn partner snel weg, mocht dat nodig zijn. Toen stond de ambulance al voor de deur. Ze brachten me naar het ziekenhuis.
Ik werd in eerste instantie niet serieus genomen in het ziekenhuis. De vroedvrouw zei tegen de ambulancebroeders: “Zij moet niet naar een verloskamer. Ze is pas 19 weken!” . De vroedvrouw kwam direct naar mijn kamertje en dacht dat ik gewoon in mijn broek geplast had. Tot ze ongeveer twee uur later een echo nam. Ik had geen vruchtwater meer en Bryan was aan het vechten voor zijn leven. Zijn hartslag was onregelmatig.
Ondertussen was mijn vriendin er ook. Ze is bij me gebleven tot ‘s morgens vroeg. In de ochtend haalde ze mijn man en mijn dochtertje. Mijn dochtertje kon ik heel even zien, want ik was erg ziek van de weeën. We wilden niet dat ze me zo zag. Angie is meegegaan met mijn vriendin. Daar was ze veilig. Mijn man is bij me gebleven. De vroedvrouw kwam toucheren. Ik had nog steeds slechts 1 centimeter ontsluiting door de vele littekens op mijn baarmoederhals.
Mijn man wilde net iets gaan eten, want het ging vrij goed met mij. Hij ging snel naar beneden. Ineens kreeg ik erg veel pijn en voelde ik iets lopen. Ik durfde niet te kijken. Ik was helemaal alleen. Dit kon ik niet aan. Vlug drukte ik op de bel. Mijn man was er voor de verpleging. Hij had snel door dat er iets niet klopte en rende naar de vroedvrouw op de gang. Met de vroedvrouw aan mijn bed, heb ik twee keer geperst en daar was onze zoon. Bryan was geboren, maar hij leefde niet meer. Zijn laatste bewegingen waren een uurtje daarvoor geweest, in mijn buik. Hij was een vechter. Met 19 weken en 4 dagen, 270 gram en 22,5 centimeter, is ons sterretje op 25 juni om 16.33u geboren. Achteraf bleek dat ik een ontstoken placenta had.
STEPHANIE