Na twee vroege miskramen achter elkaar, was het in december 2019 raak. Weer een positieve test. We waren enorm blij dat het ons weer gegund was, maar in ons achterhoofd hadden we ook de gedachte dat we bij de eerste echo weer slecht nieuws zouden krijgen. Met toch enige lood in onze schoenen gingen we naar de echopraktijk. Ik was tussen de 7 en 8 weken zwanger. En godzijdank, alles was goed! Ook elke controle erna was prima, mijn bloeddruk bleef goed, de NIPT was perfect en de SEO ook. Ik had eindelijk het vertrouwen dat deze baby er zou komen. De weken erna voelde ik me zo goed. Met trots liet ik mijn groeiende buik zien. Tot het noodlot toesloeg op 29 juni 2020…
Met pijn in mijn buik werd ik wakker. Ik belde de verloskundige. Zij dacht niet dat er iets dramatisch aan de hand was. Ze liet mijn urine controleren. Deze was in orde. Haar vraag: “Voel je hem nog bewegen?” deed mij twijfelen. “Uhm ja, volgens mij wel, maar ik weet het niet zeker”. Ik lag op bed en alles voelde verkeerd. Hij reageerde niet meer op het liedje wat ik al weken afspeelde en mijn buik was inmiddels keihard. De pijn was intussen niet meer te houden. Ik mocht langskomen bij de verloskundige. Met de doptone probeerde zij zijn hartslag te vinden, maar het bleef angstvallig stil. Mijn man en ik keken elkaar aan en probeerden ergens nog hoop te vinden. We moesten samen met de verloskundige naar het ziekenhuis, waar door middel van een echo onze angst werd bevestigd. Onze zoon was overleden.
Vanaf dat moment gingen we een rollercoaster in. Ik moest op natuurlijke wijze bevallen, maar op dat moment dacht ik: “Haal mijn kind eruit. Ik wil niet natuurlijk bevallen”. “Voor je verwerkingsproces is dit beter”, zei de arts. “Dat wil ik niet!”, dacht ik. Mijn verloskundige bleef bij ons, wat vertrouwds in dat kille ziekenhuiskamertje. Na dit nieuws gingen we naar huis en werden we de volgende ochtend in het ziekenhuis terug verwacht om de bevalling op te wekken. Mijn man had wat familie op de hoogte gesteld en zij kwamen ’s avonds thuis langs. Waar ik hier eerst niet aan moest denken, was het onwijs prettig om het verdriet, wat van ons allemaal was, met elkaar te delen.
De volgende dag in het ziekenhuis werden we heel goed begeleid en werd mijn bevalling opgewekt. Die opvolgende uren gebeurde er nog niet veel. De pijn die ik in mijn buik had ging niet weg, maar werd erger door de opkomende weeën. ’s Avonds rond 22:00 had ik volledige ontsluiting en mocht ik meepersen. Onze zoon lag in een onvolkomen stuitligging en werd die nacht om 00:20 geboren. Waar ik nog hoopte op een huiltje, bleef het stil. Welkom lieve Max Samuel. Hij was helemaal af en prachtig. De emoties van dat moment kan ik nog steeds lastig omschrijven. Ik was verdrietig, ik begreep de situatie niet, ik was boos, maar ook zo trots en verliefd. De verpleegkundige bood ons beschuit met muisjes aan, want onze zoon was wel geboren. En zo was het ook.
Max werd door middel van de watermethode bij ons op de kamer gelegd. “Jeetje mannetje, wat ben je toch mooi”, fluisterde ik. We wilden de hele nacht naar hem kijken, maar waren ook moe en probeerden wat te slapen. De volgende ochtend kwam er een fotograaf van Stichting Make a Memory. Hij heeft zulke prachtige foto’s gemaakt van hem en van ons als gezin. Wat zijn wij dankbaar dat er stichtingen zijn die dit mogelijk maken. ‘De enige foto’s die er ooit van hem gemaakt zullen worden’, bedacht ik me toen en ik barstte in tranen uit. Gezien wij alles op alles wilde zetten om erachter te komen hoe hij overleden is, werd er obductie bij hem uitgevoerd in het AMC. ‘Verdorie’, dacht ik, ‘We gaan zo naar huis en moeten hem achter laten’. Hoe dan? Ik was net bevallen en wilde voor mijn kind zorgen. Alles in mijn lijf wilde zorgen, maar dat kon niet. De volgende dag belde het ziekenhuis en mochten we onze zoon ophalen. Ik zat als een blij kind in de auto, want eindelijk zou hij thuis komen.
Eenmaal thuis moesten we de crematie gaan voorbereiden. Op 6 juli zouden we hem met zijn tweeën wegbrengen, dus Max zou drie a vier dagen bij ons thuis zijn. We hadden familie en vrienden uitgenodigd om in die paar dagen langs te komen om hem te zien en afscheid te nemen. De warmte die wij die dagen hebben gevoeld, is onbetaalbaar. Vol trots lieten wij ons kind zien.
De gevreesde datum, 6 juli, brak aan. We hadden een kamertje met zijn drieën en konden in alle tijd afscheid nemen. We hebben het liedje afgespeeld die ik tijdens mijn zwangerschap vaak opzette en mijn man heeft het boekje voorgelezen dat hij als eerst voor hem had kocht. Beiden hadden wij een brief geschreven die we hebben opgelezen. Zo werd deze gitzwarte dag een dag waar we goed op terugkijken. Eigenlijk was die hele week gegaan zoals wij wilden en dat heeft ons goed geholpen in onze verwerking.
Op moment van schrijven zijn wij bijna vier maanden verder en zitten we nog steeds vol in de rollercoaster. De ene dag voel ik me goed, de andere dag zit ik vol in emoties en kruip ik in mijn bubbel. Ik ben mijn kind verloren en ik bepaal hoe ik daarmee om ga. Ook heb ik een dagboek voor Max waarin ik vanaf zijn geboorte in schrijf op momenten die belangrijk zijn voor mij.
Laatst wist ik even niet meer hoe ik mij voelde en schreef ik een brief aan rouw: “Rouw is oneindig, maar vermoeiend. Het sloopt me en het put me uit. Ik heb de afgelopen drie maanden zoveel emoties door elkaar gevoeld, dat ik soms niet eens wist hóe ik me voelde. En dan zijn het pas drie maanden, de rest van mijn leven heb ik nog te gaan. De verschillende emoties vind ik een ware strijd. Het irriteert me soms, want ik weet niet wanneer een emotie opkomt. Als controlefreak heb ik hier totaal geen controle over en dat is hetgeen wat me uitput. Niet weten hoe ik me soms voel is een strijd met mezelf. Wat maakt het uit dat ik niet weet hoe ik me voel? Wat maakt het uit dat ik van het één op het ander moment het liefst in mijn bubbel kruip? Wat maakt het uit dat ik begin te schreeuwen en alles kapot wil maken, omdat ik niet begrijp waarom ik mijn kind moest verliezen? Ondanks deze emoties, kan ik me ook blij voelen. Blij dat ik zo’n prachtig kind heb mogen dragen, mogen voelen en heel eventjes fysiek kon verzorgen en vasthouden. Verdorie rouw, je bent me wel iets. Maar je bent gekomen door de liefde die ik heb voor mijn zoon en ik stop je niet weg. Je mag er zijn.”
Wanneer je je kind verliest, gebeurt er het ergste wat je je ooit kan indenken. Maar ik geloof dat iedere ouder die dit overkomt een lichtje heeft en de kracht om hiermee om te gaan. Die hoef je niet meteen te zien, maar die is er. Er is geen tijdlijn, want feitelijk heb je levenslang. Je moet door met een leven zónder maar ook mét je kind. Hij of zij zal er altijd zijn. Ik wil afsluiten met deze quote: ‘Wat je in je hart bewaart, raak je nooit meer kwijt’.
CHANTAL
Veel sterkte Chantal. Ik heb het ook meegemaakt. Geloof me, je komt uiteindelijk in een fase dat de rouw minder pijn doet en je een manier hebt gevonden om Max een plek te geven in jullie gezin zonder dat je er zelf aan onderdoor gaat. Het komt goed! Liefs, Laura