Ik deelde in het kader van de Babyloss Awareness week ons verhaal over het verlies van ons meisje, Fréderiek. Lees hieronder alle delen:
Deel 1: De echo van Fréderiek gaf mooi beeld, maar de hartactie klopte niet
Deel 2: De neonatoloog praat ons kort bij: ‘Ik maak me ernstige zorgen’
Deel 3: Alles in mij schreeuwt dat ik haar uit haar bakje wil tillen en bij me wil nemen
Acht maanden heb ik Fréderiek gedragen, acht maanden van keihard gemis zijn we nu verder, sinds de dag dat ze geboren werd. Ik kan nog steeds evenveel pijn voelen als de dag dat zij overleed. Ik zie Fréderiek elke dag voor me en ik wilde dat zij ook bij ons was. Alsof je voor het eerst, nadat je baby geboren is, weggaat en dan alleen maar met hem/haar bezig kan zijn. Je kan niet wachten hem/haar (weer) in je armen te mogen nemen, maar dat moment blijft uit en je blijft haar maar missen.
Ruimte krijgen is zo belangrijk. Wanneer ik deel hoe ik Fréderiek mis, hoe anders het zou moeten zijn, hoe rauw het verdriet soms weer opsteekt als een snijdende ijskoude wind, laat mij dan verdrietig zijn. Geef me die ruimte. Door gelijk te benoemen dat ik toch vooral ook maar moet genieten van wat we wel hebben (ik weet het en het is al moeilijk genoeg wanneer dat even niet lukt) is die ruimte alweer weg. Terwijl ik er juist zo graag af en toe even bij stil wil staan. Laat me alsjeblieft huilen, echt ik ben blij als er wat tranen uit kunnen komen. Mensen om mij heen zeggen me niet verdrietig te willen maken. Dat kan niet, niemand kan mij meer verdrietiger maken dan ik al ben en ik hoef ook niet te worden opgebeurd. Er is nog geen dag geweest dat ik mijn bed helemaal niet uitkwam, dat ik niet buiten ben geweest, dat ik drie flessen wijn heb leeggedronken, nog niet eens één.
Ik wil dat mijn verdriet er kan zijn. Ik had ook verwacht dat mijn verdriet me zou vloeren, letterlijk. Ik kan me maar al te goed voorstellen wanneer moeders, in deze situatie, zichzelf nauwelijks bij elkaar kunnen houden. Zeker wanneer er geen (ander) kindje is om lijfelijk voor te zorgen… Niemand rouwt hetzelfde, niets is goed of fout. Maar het is niet alleen maar verschrikkelijk. Ik zou alles weer opnieuw ondergaan om die mooie, veel te korte, momenten met Fréderiek en ons samen als gezin te hebben. Dankzij Ima afscheidszorg (met behulp van Steunpunt Nova) hebben we de meest warme persoonlijke, hulp gehad in de eerste weken. We hebben daardoor niet alleen afscheid genomen van Fréderiek, we hebben haar ook welkom geheten. We namen haar in haar maxicosi mee naar huis. We legden haar (op een koelmatje) in de cosleeper, namen haar zoveel mogelijk bij ons, samen met Robine. We verzorgden haar, lazen boekjes met z’n viertjes en knuffelden haar zo hard dat haar neusje scheef ging staan. Hierdoor ging de liefde een grotere plek innemen in het gemis. Dit is van onschatbare waarde. Vrienden bleven bellen en berichtjes sturen, ook al antwoordde ik niet altijd. Stelden vragen, luister(d)en, gaven ruimte aan ons verdriet, lieten weten dat ze aan ons dachten.
Rouwen en relatie is een verhaal apart, wat me soms rauw op m’n dak valt, maar we weten elkaar steeds weer te vinden. Daarnaast ben ik heel trots op Joeri, hoe hij het leven weer aangaat en met hoeveel liefde hij voor Robine en mij zorgt! Mensen om mij heen bagatelliseren hun eigen verdrietige momenten soms, omdat zij bedenken dat dat van ons zoveel erger is. Wie ben ik om daarover te oordelen? Ik kan niets zeggen over verlies wat eveneens heel ingrijpend is. Maar verdriet is niet te vergelijken, dus is het fijn als dat ook niet gedaan wordt. Dat betekent niet dat er niet over gesproken mag worden, dat zou (naar mijn mening) juist meer mogen.
Ik probeer m’n leven nu op te pakken en deels gaat dat goed. Soms gaat het helemaal niet, rouwen gaat niet in een stijgende lijn. Wat ons beiden erg geholpen heeft is EMDR-therapie bij een fijne therapeut, waardoor de traumatische laag van het verdriet af is. Het genieten van Robine is er nog veel meer dan voorheen. Wat een geluk hebben wij met haar en dat realiseren we ons eindeloos. Al maakt dat het gemis van Fréderiek niet minder verdrietig. Wij zijn zielsgelukkig met onze kleine peuter die zoveel lichtheid aan ons leven geeft. Maar het is niet zo dat de liefde die Fréderiek in mij en ons heeft losgemaakt dan maar naar Robine gaat. Fréderiek maakt deel uit van mij naast Robine, de liefde en daarbij het meest diepe verdriet, draag ik naast de liefde voor Robine. Ze bestaan naast elkaar. Daarbij hoop ik dat andere mensen ook zo van hun kind(eren), als dat je is gegeven, kunnen genieten (en niet teveel klagen).
Wat betreft werk: ik had verwacht dat ik alweer volledig zou werken. Het lukt me niet. Ik voer een deel van mijn taken uit, ik volg een opleiding in het kader van mijn werk, omdat ik het beter wil kunnen doen dan ik deed. Daarnaast werk ik ook als verpleegkundige op een afdeling. Dat vraagt veel, zeker nu. Het is me vaak teveel. Het lukt me nog niet en dat vind ik moeilijk. Ik kan zeggen dat anderen om mij heen lijken te verwachten dat het nu wel beter met me gaat, misschien verwachtte ik dat zelf ook. Rouw is uitputtend. Doordat je zo moet schakelen van je verdriet naar het ‘normale’ leven, dat nooit meer normaal voelt en dan heb je je ook nog aan te passen aan het ‘nieuwe normaal’ (Corona). Dat maakt het dubbel abnormaal… ‘Het gaat nog niet zo’, zeg ik weleens, terwijl ik me dan ronduit kut voel. Ik heb ook nog een hoop te leren. De veel gehoorde opmerkingen: ‘Heb je het al een beetje kunnen verwerken?’, ‘heb je het al een plekje kunnen geven?’. Hoe vaak ik ook bedenk dat mensen het goed bedoelen. Toch probeer ik hier, bij gelegenheid, op te reageren. Het allerbelangrijkste is dat het enige plekje dat wij Fréderiek geven, een plek in ons gezin is. Een plek in onze familie, tussen haar nichtjes en neefje, en vriendenkring. De plek die zij verdient. Er wordt niets verwerkt of afgerond. We zijn ons kind verloren op een vreselijke manier, daar valt niets aan te verwerken. We gaan zo goed mogelijk door met ons leven waar zij altijd deel van uit zal maken. Voor dit moment betekent het, dat ik Fréderiek nog elke dag verschrikkelijk mis. Elke dag is zij in mijn gedachten, soms ben ik verscheurd. Vaak ben ik ook verliefd. Ik heb gelukkig nog nooit iemand ontmoet die zijn eigen kinderen niet de meest geweldige vindt. Hoe vaak hoor je vrouwen die net zijn bevallen niet eindeloos over hun baby praten? Dat is niet zo gek, ze zijn er dag en nacht mee bezig, ze lopen over van liefde. Dat is voor mij niet anders. Soms denk ik, een moment, dat ik gek word. Gek van liefde (en hormonen in de voorbije maanden) voor mijn babymeisje, die ik niet fysiek aan haar kan geven. We zullen haar nooit zien opgroeien en we zullen altijd geconfronteerd blijven met momenten van adembenemende pijn, omdat we haar missen naast haar grote zus.
De steun van onze familie en vrienden is hartverwarmend. Vrienden noemen Fréderiek haar naam, zeggen soms zomaar dat ze gemist wordt. Onze liefste ouders en (schoon)zussen pasten op Robine, hielpen het huis op orde houden, kookten soms, ondanks hun eigen verdriet. Mijn moeder vraagt elke dag hoe het met me gaat. Mijn moeder die mijn pijn voelt als mama en oma. Mijn vader die me bij Fréderiek haar begraving zei hoe trots hij op mij, zijn dochter, is. Mijn ouders die mij nog altijd een warm nest bieden om naar terug te keren, om tot rust te komen. Mijn lieve broers die altijd voor me klaarstaan en dat terwijl mijn jongste broer zijn eigen veel te grote verdriet heeft.
Een week na haar geboorte hebben we Fréderiek in kleine kring gecremeerd. Mijn schoonouders maakten en bekleden een lieflijk houten wagentje, naar gelijkenis van de afbeelding van het bloemenwagentje op haar geboorte- en afscheidskaartje. Daar lag onze mooie Fréderiek tussen alle tekeningen van haar nichtjes. Een maand geleden begroeven we haar as op een natuurbegraafplaats temidden van twee kleine groeiende eikenboompjes. We vormden met al onze, kleurrijke prachtig uitgedoste, vrienden een cirkel rondom Fréderiek haar houten urn. De binnencirkel bestond uit veel verschillende plukbloemen. Mijn lieve vriendin speelde op haar ukulele ‘Somewhere over the rainbow’. Onze nichtjes bliezen bellen, de zon kietelde onze wangen. Fréderiek was het stralende middelpunt van deze dag. Robine hebben we overal bij betrokken en zij lijkt dat fijn te vinden. Met haar kleine handjes heeft ze zand op de urn gegooid, ‘Jiek teruggegeven aan de natuur’, zei ze wijs. Mijn broer gaf ons een filmpje (van onze mooiste foto’s van- en met Fréderiek), familie en vrienden speelden betekenisvolle muziek. We kregen hulp en lieve woorden tijdens het afscheid. Zomaar! Wat ik toen ook heb uitgesproken: verder gaan is opnieuw leren bestaan, de waarde van vriendschap opnieuw ontdekken en daarnaast ook leven met meer aandacht en dankbaarheid. Laatst zei mijn lieve nichtje en vriendin: ‘Zullen we bij Fréderiek afspreken? ‘, we wandelden al pratend door het natuurgebied. Waar boomschijven liggen als markering voor hen die ons leven markeren. Toen ze mij dat vroeg liep er een warme traan over mijn wang, een traan van trots en liefde.
Lees HIER het vervolg
MARTHE