Het begin van mijn verhaal kan je hier en hier lezen. Hieronder staat mijn volgende blog.
We verloren ons kindje, Faye. Terwijl we op de beste plek van Nederland waren, in het LUMC. Na wekenlang vrees, was er hoop. Elke dag konden ze gehaald worden, wanneer het nodig was. Eén onbewaakt moment, en ze glipte ons weg. Onze dochter. Niet minder dan een dochter omdat ze niet voldragen was. We zien in haar tweelingzus Linde immers elke dag hoeveel zij was, was geweest, is. Eén dag eerder gehaald, en hoogstwaarschijnlijk had ik dan nu twee meisjes om voor te zorgen. Een eeneiige tweeling.
Het verlies van je kind is niet uit te leggen. En mensen die het niet hebben meegemaakt kunnen dat bagatelliseren. Wellicht goedbedoeld, of misschien zelfs waarschijnlijk. De meeste mensen hebben wel het beste met je voor, maar weten zich ook vaak geen raad. “Je hebt er toch nog ééntje. Liever voor de geboorte dan erna hoor. Je kunt toch altijd nog een kindje maken en alsnog een gezin met twee kinderen hebben?”
Denk je je dat eens in, dat dat gezegd wordt tegen een gezin met twee kinderen. Ach, als eentje overlijdt door ziekte of een ongeval, dan heb je er gewoon nog eentje hoor. Geen mens die dat in zijn hoofd haalt. Maar als je kindje rond de geboorte overlijdt, is dat ineens voor mensen (omstaanders) een soort troostende gedachte. Niet voor ouders. Het is geen auto, die je vervangt. Het is niet een gat in je hart die je opvult met iets nieuws. Dat gat zit daar. Levenslang.
Neemt niet weg, dat vaak met de tijd, mensen het verlies op hun eigen manier in hun leven verweven. En dat het verlies niet meer alles omvattend en bepalend is. Niet meer “de schreeuwen op de vloer van de douche”-achtige pijn. Maar in een zekere zin blijft het verlies, alles omvattend en bepalend. Je wordt simpelweg niet meer wie je was. Maar dat hoeft niet altijd persé zwart te zijn. Ik ken genoeg mensen die net als ik het leven nog veel meer verdieping hebben gegeven. Eindelijk keuzes hebben gemaakt voor zichzelf. Want niets zet je meer met beide benen op de grond over het feit dat dit leven eindig is, dan het verlies van je eigen kind. Soms is het bitter, vaker is het bitterzoet.
En dan verstrijkt dus die tijd, en is het een beetje de norm dat je er steeds minder over gaat praten. Maar het is nog steeds je kind. En wat nou als je gewoon graag over je kind praat? “Nou, is het nu niet eens tijd om door te gaan?” De meeste mensen gaan door. Weet je hoe? Door elke dag weer op te staan. Dat is doorgaan. Elke dag je haren kammen. Dat is doorgaan. Op je werk verschijnen. Dat is doorgaan. Voor je eventuele andere kindje(s) zorgen. Dat is doorgaan. Maar er is een hele wereld daarnaast, die ook mag bestaan. Je kindje blijven noemen. Want ook al raast het leven door en ga je mee in die stroom, dat betekent niet dat je je kindje ergens in die stroom achterlaat. Nee! Die gaat met je mee, net als je (eventuele) andere kinderen, net als al het andere wat je lief hebt.
Het is geen aanstellerij, aandachttrekkerij of stil staan als je je overleden kindje noemt, of aandacht geeft. Het is enkel en alleen zorgen voor je kindje. Zelfs zonder hartslag, is je kindje gewoon je kindje. Zelfs als het niet in je armen kan zijn, zorg je ervoor in je hart. Het is gewoon wat ouders doen. Het is enkel liefde. Een allesovertreffende liefde, omdat het altijd een wat als, wens, droombeeld is naar het kindje wat je zo graag het leven had gegeven. Liefde.
Ik ken zoveel ouders die tegen dit soort dingen aanlopen, en dat vind ik zo zonde. Want zoals ik zei, de meeste mensen hebben vast goede intenties, alleen weten soms niet hoe. Slaan dicht, of slaan volledig de plank mis. Dus mocht je dit lezen, met een vervulde kinderwens, met kindje(s) om je heen. In je armen. Maar je kent wel iemand die een kindje is verloren, reach out. Noem eens hun naam. Vraag eens of diegene er iets over wil vertellen. Misschien niet, dat is oké. Maar misschien staat diegene ook te pópelen, en dan geef je diegene met die vraag een heel groot cadeau. Liefde.
MARJOLEIN