Dit is mijn speech op de crematie van mijn babyzoontje Florian

| ,

De dag is aangebroken. De dag dat wij afscheid gaan nemen van ons mannetje. De dag waarvan je hoopt hem nooit mee te hoeven maken. Wij gaan ons kindje wegbrengen. Ik heb amper geslapen en ben al vroeg beneden met de kinderen. Ik voel mij onrustig en chagrijnig. Ik wil iets doen, maar weet niet wat. Eigenlijk wil ik gewoon dat de dienst snel begint, maar dat duurt nog een paar uur. De kapper komt om negen uur bij ons thuis en steekt mijn haar op. Zij is ook visagist en maakt mij een beetje op. Daarna vlecht ze Elindes haar in. Ik trek de kinderen mooie kleren aan en trek mijn perfecte jurk aan en nu is het wachten.

Om twaalf uur komen de familie en fotograaf Rieta binnen. Zij bood afgelopen zondag direct aan om ook foto’s te maken tijdens de dienst. Met z’n allen luisteren wij naar muziek bij Florians kistje. Het nummer van Tina Turner, ‘He lives in you’, zorgt ervoor dat ik breek. De tekst is perfect op dit moment:

He lives in you, he lives in me

He watches over everything we see

Into the water, into the truth

In your reflection; he lives in you

Even twijfel ik of ik het kistje open zal maken en Florian nog een laatste knuffel zal geven, om hem nog één keer te kunnen zien en aanraken. Maar iedereen heeft al afscheid van hem genomen en ik wil het hen niet aandoen. Bovendien was de ceremonie die Tom en ik afgelopen avond samen beleefden zo mooi, ik wil die avond onthouden als laatste moment met Florian. Ik krijg geen hap door mijn keel en ben gestrest. Ik maak mij druk om de dienst. Zal het wel mooi worden? Zullen er geen drama’s plaatsvinden? Straks valt er iemand flauw. Straks doen beeld en geluid het niet, of ben ik niet in staat om mijn speech voor te dragen. Als Lisette binnenkomt, begint het echt. Het is tijd om naar crematorium Westerveld te rijden. Tom en ik pakken het kistje en leggen het voorzichtig achter in onze auto neer. Ik huil en praat in gedachten tegen Florian: “Lieve Florian, nu kom je pas weer thuis in een urntje. Dit huis was perfect voor jou om in op te groeien. Ik zag de toekomst helemaal voor me. Je had een geitje gekregen en ik zou er de hele dag voor je zijn. Waarom nou?” Nog steeds hoop ik dat dit een nachtmerrie is. Kon de tijd maar teruggedraaid worden. Kon ik hem nog maar even knuffelen en zijn lachje zien. De kinderen stappen in en langzaam rijden wij in rouwstoet weg. Voor de laatste keer zijn wij als gezin compleet. Celeste huilt de hele weg naar Westerveld. Ze is ontroostbaar. Julian is dwars en Elinde zit stil voor zich uit te staren. Tom en ik zijn allebei nerveus. De kinderen voelen onze spanning.

Wanneer we de zaal in stappen, kijk ik mijn ogen uit. Het is indrukwekkend hoe alles is versierd. Dit verdient ons ventje. Florians kistje staat tussen de bloemen, kaarsen en zijn speelgoed. Iedereen heeft een bloem meegenomen en daar is een groot hart van gemaakt. Ook is er een grote krans van bloemen om het kistje heen gemaakt. De muziek op de achtergrond (wiegenliedje van Brahms, het melodietje dat vaak in de muziekdoosjes zit) maakt dat ik kippenvel krijg. Alleen zijn slofjes liggen niet goed op zijn kistje, die zet ik even zoals ik ze wil hebben. Mijn broer begint met het welkomstwoord en heeft een mooie tekst geschreven. Daarna steken de kinderen kaarsjes aan rondom het kistje, terwijl mijn zus hen helpt. Julian vindt het erg interessant dat hij zelf een kaars mag aansteken. ‘Ik wil ook!’ roept hij, als hij ziet hoe zijn neefjes en zus bezig zijn. Ik merk dat ik emotieloos ben en dat ik mij alleen maar focus op de dienst. Alles moet volgens plan verlopen. Mijn ouders beginnen met hun toespraak. Dit is zo mooi en krachtig. Vooral de woorden van mijn vader zijn prachtig. Dit is het moment dat ik mijn emotie weer terugkrijg en besef dat dit Florians afscheidsdienst is. Ik leun met mijn hoofd op Toms schouder. Wat is dit verschrikkelijk. Wie had ooit gedacht dat wij drie dagen voor Kerst bij de uitvaart van onze zoon zouden zitten?

Op een gegeven moment is het tijd voor mijn toespraak:

Dag lief klein mannetje van mij. Would you know my name, If I saw you in heaven? Daar reden wij dan, weer met zijn tweetjes voor de zoveelste keer op weg naar het ziekenhuis. Je was al vijf weken verkouden en het leek deze week dat je er eindelijk van af was, terwijl je broer en zusjes toen ziek werden. Vrijdag begon je toch weer en zaterdag wilden wij je toch laten nakijken. Had ik dit maar een dag eerder gedaan… Onderweg naar het ziekenhuis checkte ik nog even of je ademde. Dat deed ik zes keer per nacht en overdag mocht je van mij alleen maar in een ruimte zijn waar iemand bij je was. Je sliep ’s nachts bij mij. Weet je, lieve Floor, ik heb dit altijd al gevoeld. Ik wist onbewust dat jouw leven hier niet lang zou duren. Daarom wilde ik dat iedereen jou zou leren kennen en schreef ik zelfs een blog over jou, niet wetend dat dit zoveel gelezen zou worden. We hebben ons dit jaar vreselijk zorgen gemaakt. Het begon al tijdens de zwangerschap, toen ik van de vliering viel en mijn rug brak. Zouden de foetusjes nog leven? Toen met 25 weken de bevalling op gang was gekomen, volgde er een gesprek met een kinderarts uit het VUmc met de vraag of wij jullie wilden reanimeren als jullie zouden komen. Met 28 weken herhaalde dit zich. Toen je geboren werd was je heel klein. Ik zag je en was op slag verliefd! Wat een mooi klein mannetje! Je stemmetje leek op dat van een babygeitje. Toch zag ik dat je kwetsbaar was en dat werd 24 uur later ook duidelijk. De vermoedens dat jij het syndroom van Down had ontstonden. Je darmen werkten niet en vanuit het Spaarne werd je overgeplaatst naar het AMC. Daar werd het een gekkenhuis. Onderzoek na onderzoek kreeg je. Ik moest met lede ogen aanzien hoe ze bij jou bloed prikten of andere pijnlijke onderzoeken deden. Elke dag kwamen er dingen bij. Je had drie gaatjes in je hart, de ziekte van Hirschsprung, pulmonale hypertentie en het syndroom van Down. Na drie weken mocht je eindelijk naar huis, maar je moest meerdere keren per week naar de artsen, naar het AMC of naar het Spaarne Gasthuis. Je bent in je leven niet ziek geweest tussen week drie en week zeven. In week zeven vonden jouw cardiologen dat je heel snel geopereerd moest worden aan je hartje. De druk in je longen was veel te hoog. Nog geen week na dat nieuws lag je op de operatietafel in het LUMC. Ik moest je daar achterlaten, niet wetend of je wel weer wakker zou worden. De drie uur dat ze met je bezig zijn geweest, waren de langste uren uit mijn leven. Maar wat een vreugde, je overleefde de operatie en knapte binnen een week al op. Alleen bleef je maar verkouden. Meerdere keren ging ik naar de dokter en meerdere keren moest je blijven. Elke dag moesten wij kijken of je een dokter nodig had. De dinsdag voor je dood hoorden wij van de cardioloog dat je hartje er goed uitzag. Een nieuwe operatie, waar eerst sprake van was, hoefde niet meer. Wat waren wij blij. De volgende dag kreeg je bloedpuntjes op je gezicht en gingen wij alweer naar de huisarts, waar ze bloed afnamen. Gelukkig zag alles er goed uit.

Maar toen werd het zaterdag… Ik parkeerde de auto bij het ziekenhuis en tilde je eruit en merkte dat je heel slap was. Ik schudde je even door elkaar en zag dat het mis was… Ik rende naar de spoedpost. Een uur lang hebben ze je gereanimeerd. Gelukkig was Tom er ook binnen vijftien minuten. Ik wist dat het voorbij was. Ik pakte je handje en zei: ‘Blijf bij mij, Floor, ik zorg dat je heel gelukkig wordt. Ik hou te veel van je, ik kan niet zonder je.’ Maar het was klaar. Toen ik aan Elinde vertelde dat je in de wolken aan het spelen was, was haar reactie: ‘Maar wie heeft hem daar dan neergezet?’ En Julian zei: ‘O, dan moet je even nieuwe batterijen in zijn hartje doen.’ Celeste, jouw soulmate, is de hele week al onrustig. Lieve Floor, ik beloof je dat ik ook voor haar heel goed zal zorgen. Ik houd haar in de gaten en zal zoveel mogelijk over jou vertellen. Lief klein mannetje, ik ben ongelofelijk trots op jou. Ik had alles voor je over. Ik ben zo blij dat je in mijn leven bent geweest. Tom, ook op jou ben ik zo trots, je hebt hem alle liefde gegeven die hij maar kon wensen. Wij kunnen dit aan. Lieve mensen, onze Florian heeft gevochten in zijn leven, maar hij was zwakker dan wij allemaal dachten. Ik zou jullie willen vragen om op te staan en hem een heel groot applaus te geven. Dat heeft ons vechtertje wel verdiend.

MIRJAM

Plaats een reactie