Wil jij ook niets missen van deze verhalen en artikelen?! Klik HIER om Kids & Kurken op Instagram te volgen
16 oktober 2019 is de dag, vandaag ben ik uitgerekend
Ik word wakker en ik baal: “Shit nog steeds geen baby”. Ik ben het wachten beu. Al een tijdje zeggen mensen: “Nou, dat duurt niet lang meer hoor”, maar goddomme elke dag dat ik nu nog zwanger ben, is er voor mijn gevoel één te veel. Ik ben dik, opgezwollen en ruim 20 kilogram aangekomen. Mijn benen en voeten zien eruit als die van Shrek en mijn enkels zijn al weken verstoppertje met mij aan het spelen. Ik rol mezelf uit bed en maak me klaar voor mijn controle bij de verloskundige. Tijdens deze controle hebben we het over bevallen in een bad en we spreken af dat, mocht de bevalling niet uit zich zelf gaan beginnen, ik die vrijdag gestript zal worden. Voldaan keer ik terug naar huis. Yes, over twee dagen wordt er in ieder geval iets gedaan. Ik plof op de bank en zoek wat informatie op.
Een vriend van Robbin is net weg als ik om 21:00 uur een raar gevoel in mijn lijf krijg
Ik weet niet wat ik met mezelf aan moet. Ik heb al wel een paar dagen ’s avonds last van krampen, maar dit voelt anders. Ik denk nog: “Dit zal zo wel overgaan” en ik besluit om even naar het toilet te gaan. Helaas gebeurt hier niks, maar damm wat zit die wc lekker zeg. Zeker 20 minuten breng ik zo, hangend in de pot door, totdat ik besluit om toch maar weer terug naar de woonkamer te gaan. Daar zit Robbin, zich nog van geen kwaad bewust, op de bank. Ik zeg tegen hem dat ik me raar voel, maar dat het vast niks zal zijn. Toch kan ik niet rustig meer op de bank zitten en ik hang een beetje tegen de box. Ik voel elke keer een soort golf opkomen in mijn rug en bovenbenen. De weeëntimer op mijn telefoon, die ik ondertussen aan heb gezet, heeft al twee keer aangegeven: “Ga naar het ziekenhuis”. Toch blijf ik denken: “Dit gaat zo weer over”. Ik heb geen buikpijn en ook de vloedgolf van vruchtwater laat nog op zich wachten…
Ik hang om 22:30 uur nog steeds tegen de box en ben ondertussen van gedachten veranderd
Misschien gaat dit toch niet zomaar over, misschien is dit dan toch hét begin. Robbin is ondertussen al in de douche gesprongen zodat hij “ready to go” is. Hij vraagt nog of hij in zijn trainingspak mee mag en ik denk alleen maar: “Man, al ga je in je blote kont”. Een fractie van een seconde denk ik wel: “Staat hij straks in dát pak op de foto’s?!”. Ach, laat ik me focussen op mijn wee en ik steek mijn duim op. “Doe jij lekker je trainingspak aan en ik puf mijn wee weg”.
De weeën komen nu al een half uur met regelmaat en Robbin stelt voor om de verloskundige te bellen
Hij belt en… In gesprek. “Hoe dan?”, denk ik. Ik voel een lichte paniek in me opkomen en zeg dat hij het nog een keer moet proberen. Nu gaat de telefoon wel over, thank god! De verloskundige geeft aan dat ze wel even langs komt en dat ze er over ongeveer een half uur zal zijn. In de tussentijd raap ik snel wat spullen bij elkaar die ik mee wil nemen, mochten we naar het ziekenhuis gaan. Om 23:30 uur is de verloskundige is er. We gaan naar boven voor de controle. Ik zeg: “Sorry als je voor niks bent gekomen hoor”, maar denk tegelijk, “Als dit oefenweeën zijn dan houd ik mijn hart vast voor het echte werk”. “Je hoeft je nergens voor te verontschuldigen, je zit al op vijf centimeter ontsluiting en we gaan nu rustig naar het ziekenhuis toe”. Wow, het is gewoon écht begonnen. Op mijn slippers, want schoenen kreeg ik al twee weken niet meer aan, waggel ik puffend door de stromende regen naar de auto. Robbin bepakt en bezakt met vluchtkoffer en Maxi-Cosi achter mij aan.
We zijn aangekomen in het geboortecentrum van het ziekenhuis
Het water van het bevalbad stoomt al lekker en het duurt gelukkig niet lang voordat ik hierin mag gaan liggen. Het voelt als een opluchting. Wat fijn zeg dat warme water. In mijn rug voel ik een zeurende, drukkende pijn. En bij mijn bovenbenen heb ik het gevoel alsof iemand continu aan het “touwtje trekken” is net als op de kermis. Alleen dan niet met touwtjes, maar met mijn spieren. Gelukkig zorgt het warme water ervoor dat het te doen is. De verloskundige laat Robbin en mij even met rust en zegt dat we kunnen roepen als er iets verandert. Ik zeg tegen Robbin dat hij maar even op het bed moet gaan liggen zodat hij wat kan uitrusten en ik verdwijn in mijn eigen bubbel, puffend in bad.
De verloskundige is rond 2.30 uur terug bij ons op de kamer
Ik dobber nog steeds in mijn eigen bubbel in bad. Ze vraagt of ik er even uit wil komen zodat ze de controles kan doen. Met wat hulp hijs ik mezelf uit bad en ga op het bed liggen. De controles worden uitgevoerd en ik zit, met nog een heel klein randje, op de 10 centimeter. Mijn vliezen zijn nog niet gebroken en de verloskundige besluit om deze zelf te gaan doorprikken zodat, waarschijnlijk, dat kleine randje verdwijnt en ik op volledige ontsluiting kom. Mijn vliezen worden met een soort breinaald doorgeprikt en jawel daar is dan die vloedgolf aan vruchtwater. De verloskundige voelt nogmaals en geeft aan dat als ik de drang voel om mee te persen op een wee, ik dit rustig mee mag gaan doen. Ik kijk hoopvol naar de klok en naar Robbin en denk: “Even 10 minuten persen en hij is er eindelijk”. De persweeën komen op gang en ik pers steeds wat meer op de wee mee. Ik pers, pers, pers op iedere wee, maar er gebeurt niks. Mijn buik helpt mij niet mee, waardoor ik het persen zwaar vind. Daarnaast kruipt die kleine spruit na een perswee weer een stuk naar boven, waardoor ik geen steek vooruit kom. De verloskundige besluit de zwaartekracht in te zetten en plaatst mij op een baarkruk. Ik leun tegen Robbin aan en geef tijdens een perswee alles dat ik in me heb. Mijn darmen kunnen deze moeite wel waarderen, want dat is het enige waar ik beweging in krijg. Tja shit happens….
Een half uur verder en ik ben weer op bed beland zonder baby in mijn armen
De verloskundige geeft aan dat de baby de situatie niet leuk meer vindt en dat zijn hartslag daalt. Ze kan hem met haar apparatuur niet goed in de gaten houden. Ze schakelt de medische afdeling in en ik word overgeplaatst naar de verloskamers van het ziekenhuis. Dit is nog een hele verhuizing. In een ander bed, over de gangen, de lift in, nog een knal met het bed tegen de muur en ondertussen pers en schreeuw ik “vrolijk” mee. En die arme Robbin met al onze spullen, die hij snel weer in de koffer heeft gepropt, er achter aan. In de verloskamer staat een team klaar en ik word aangesloten op allerlei apparaten. Op het hoofd van de baby wordt een plakkertje geplaatst zodat ze zijn hartslag in de gaten kunnen houden. Ik laat het allemaal maar over mij heen komen. Ik merk dat ik moe begin te worden, heel moe. Ik zeg tegen Robbin dat ik er klaar mee ben. Ik wil naar huis. Dan maar geen baby! Verstandig zoals hij is gaat hij hier niet te veel tegen in en knikt lief, maar met een blik van “jij gaat nergens heen”.
En dan gaat het ineens “snel” als ik na ruim twee uur persen nog over snel mag spreken
Naast mij staat een lieve zuster die elke keer met washandjes mijn hoofd koel dept. Heel eerlijk ben ik op dat moment die washandjes wel beu en had ik liever gehad dat ze een been van mij had overgenomen, want jeeee wat zijn die dingen lomp en zwaar. “Ik zie zijn haar, ik zie zijn haar”, hoor ik de verloskundige van het ziekenhuis zeggen. Ik twijfel op dat moment of dat ook wel echt het haar van de baby is en niet toevallig van mijzelf, want tja… Wist ik veel hoe het er down under na al die maanden uit zag. “Oké, nu moet je even heel goed luisteren naar wat ik zeg”, hoor ik iemand tegen mij zeggen. “Jullie baby wordt nu echt bijna geboren en we gaan er samen voor zorgen dat dit niet lang meer duurt”. THANK GOD, de woorden die ik twee uur eerder had willen horen en waarvan ik dacht ze nooit te gaan horen…
En dan, op donderdag 17 oktober om 04:47 uur wordt Rav geboren
Met 10 vingers, 10 tenen én haar. Kortom, kerngezond. Wat zijn wij blij met en verliefd op onze zoon. Trots knipt de kersverse papa de navelstreng door. “Nu kan het genieten beginnen”, dacht ik. k vraag: “Wat is de schade eigenlijk?”. Ik was er heilig van overtuigd dat ik er zonder kleerscheuren van af was gekomen, want ik voelde helemaal geen pijn meer. Wel zag ik alles dubbel en had iedereen ineens vier ogen en twee neuzen. Ik probeer mij te focussen als ik een arts binnen zie komen lopen. Hij stelt zich voor als gynaecoloog en zegt dat hij even een controle komt doen. Naast hem staat een co- assistent. Ook hij stelt zichzelf voor en vraagt of hij ook even mag kijken. “Wel ja joh, welkom bij de open-doos-show”, maar ik geef de jongen toestemming. Ik zie ze met elkaar overleggen. “U heeft een derdegraads ruptuur mevrouw, ook wel een totaal ruptuur, en u moet gelijk geopereerd worden”, vertelt de gynaecoloog. Nog versuft van alles komen zijn woorden niet direct binnen, want ik vraag vervolgens aan de beste man waarom ik alles dubbel zie en of dit nog wel goed komt.
Rav wordt ondertussen aangekleed door Robbin en de verpleegkundige
Ondertussen word ik klaar gemaakt voor de operatie. Deze vindt plaats onder algehele narcose en er schiet door mijn hoofd: “Nu kan ik eindelijk slapen”. Ik geef Rav een kus en word dan weggereden naar de OK. Ik roep nog naar Robbin: “Nog niemand bellen hé, daar wil ik bij zijn”. Door de spanning, omdat ik niet weet wat mij te wachten staat, en de adrenaline van de bevalling ratel ik maar door. “Ik doe dit nooit meer”, roep ik 20 keer door de gang. In de OK staat een team mij op te wachten. Ik word allereerst gefeliciteerd met de geboorte van mijn zoon.” Wauw, ik ben nu gewoon mama”, besef ik me. Ik moet een riedeltje aan standaard vragen beantwoorden en krijg dan de narcose ingespoten. Welterusten, ik ga slapen, heerlijk slapen.
PLEUN
Er wordt geen plakkertje op het hoofd van je kindje geplaatst maar een draadje IN zijn hoofdje
Ik hoop dat jullie beiden goed hersteld zijn na deze pittige bevalling. En ik hoop nog meer dat je een klacht ingediend hebt. Totaal ruptuur totaal onnodig met een knip op het juiste moment