Zes “mislukte” zwangerschappen. Ik krijg de laatste tijd steeds vaker de vraag hoe het met mijn kinderwens zit. Of ik nog wel durf en of ik naar alternatieven durf te kijken.
Alleenstaand
Momenteel heb ik even geen relatie. Bewust niet. Ik laat het even zo. Het zou nu niet eerlijk zijn voor hem als ik mij nu in een relatie zou storten. Ik ben hard bezig de schade die ik opgelopen heb te herstellen. Doordat ik alleenstaand ben, is het momenteel ook wat lastiger om mijn kinderwens te vervullen. ‘Dan ga je toch voor een zaaddonor?’, wordt er dan gekscherend gezegd. Tuurlijk, een prima manier, maar ik weet niet of dat nu bij mij past. Of ik het überhaupt nog wel durf… Dat is dus ook nog iets wat mij tegenhoudt in een zwangerschap. Ik weet niet of ik het nog durf en of ik het nog aankan. Zou mijn lijf er überhaupt wel toe in staat zijn? Is er niet iets mis waardoor het constant fout gaat? En ja, ik weet dat er meerdere mannen in het spel zijn geweest en dat het een 50/50 gevalletje is. Aan mij schijnt het allemaal niet te liggen. Mijn lijf werkt perfect. Ik had gewoon – ik haat het om te schrijven – pure pech. Maar toch… Het voelt zo alsof het aan mij ligt. Ik draag het kindje in mijn lijf en ik ben verantwoordelijk voor het hele proces. Wanneer het dan weer misgaat voelt het als mijn eigen schuld. Waarom kan ik niet wat zoveel vrouwen ter wereld wél lukt?
Wat nou als het lukt?
Tsja, dan lukt het. Dan ben ik biologisch moeder van een kindje. Het blijft nog altijd mijn allergrootste en diepste wens *pinkt traantjes weg* om moeder te worden van een kindje dat ik zelf gedragen heb. Het zwanger zijn is zó bijzonder. Zó mooi. Dat blijf ik ondanks alles vinden. Ik kijk zo dankbaar terug op mijn eerste zwangerschap, die van Emma. Dat was zo’n mooie ervaring. Ondanks alles voelde ik ergens datzelfde bij de andere zwangerschappen. Ik probeerde naar dat gevoel te luisteren, hoe moeilijk dan ook. Ik zocht constant naar lichtpuntjes, mijlpalen en dingen om dankbaar voor te zijn, ondanks alle angst.
De alternatieven
Ik denk de laatste tijd steeds vaker na over de alternatieven. Er zijn nog zoveel meer mogelijkheden om moeder te worden, of in ieder geval mijn liefde kwijt te kunnen. Ik heb adopteren overwogen. Het is iets moois, maar erg kostbaar. Ik denk niet dat dit voor mijn situatie weggelegd is. Ik denk sowieso niet dat ik zou willen adopteren uit het buitenland, wetende dat er genoeg kindjes in Nederland zijn die een warm en stabiel thuis verdienen. Een draagmoeder wordt ook weleens geopperd, maar dit is absoluut geen optie voor mij. Het idee dat ik de verantwoordelijkheid bij een ander leg. Nee. Ik zou ook nog eens intens jaloers kunnen worden, want waarom lukt het haar wel om een kindje, mijn kindje, te dragen en waarom kan ik dat niet. Als ik voor een biologisch kindje zou kiezen, draag ik het zelf. Ik overweeg wel serieus om voor het pleegmoederschap te gaan. Ik heb zoveel liefde te geven en ik kan dat ook prima aan een kind dat biologisch niet van mij is. Dit is de grootste kanshebber wat alternatief betreft. Eerst is er werk aan de winkel. Ik moet eerst zelf stabiel worden.
Zeg nooit nooit
Mijn wens is heel sterk en ondanks dat ik soms brul dat ik NOOIT meer zwanger wil raken, knaagt het toch. Want wat als het inderdaad pure pech is? Wat als het lukt? Mijn kinderwens is wel bijgesteld. Vroeger droomde ik van een groot gezin. Vier kinderen leek mij machtig mooi. Het liefst vier meiden. Na het verlies van Emma en Lieke werd het geslacht al niet meer belangrijk. Levend en gezond werd de nieuwe standaard. En nu… Eén gezond kindje.
Daar zou ik al zó dankbaar voor zijn.