Er was iets mis met mijn babytweeling in de buik, deze aandoening is wereldwijd maar twee keer geconstateerd

| ,

Op vrijdag 20 december begon het slechter te gaan met mij in mijn zwangerschap. Ik had zo veel pijn en last van alles. Ik voelde de kindjes slecht en ze bewogen erg weinig. Ik maakte mij zorgen. We belden naar het ziekenhuis. Uit voorzorg ben ik daar naartoe gegaan voor een CTG. Tijdens deze controle hebben ze ook in mijn bloed gekeken of ik misschien zwangerschapsvergiftiging had. Dat was niet het geval en daarom vonden de verpleegkundigen het wel prima. Zelf zag ik dat ik heel veel harde buiken had en dat ik erg veel pijn had. Maar ik mocht weer naar huis. Zondags begon de hevige pijn weer opnieuw. Ik had zo onwijs veel pijn die nacht. Het was nu klaar. Ik trok het gewoon niet meer. Mijn partner en ik wilden naar het ziekenhuis. Wij hadden gewacht met bellen tot 8 uur in de ochtend. Het ziekenhuis zei: “Kom maar hierheen”. In het ziekenhuis werd ik onderzocht. Ik bleek al 1 centimeter ontsluiting te hebben. Ze zagen dat ik al flinke weeën had en daar liep ik eigenlijk al de hele week mee, het waren zeer heftige rugweeën. In het Rode Kruis ziekenhuis was geen plek voor twee kindjes. Ze hadden niet genoeg apparatuur om de kindjes op te vangen. Het ziekenhuis heeft toen contact gehad met het ziekenhuis in Den helder. Graag wilden we de kindjes bij elkaar hebben na de geboorte. Ik werd per ambulance vervoerd en mijn partner reed achter ons aan. Tijdens de rit kreeg ik een heftige weeënstorm, waardoor er spoed achter gezet werd. Ik vroeg in de ambulance of zij mijn partner wilden bellen, met de vraag of hij er bijna zou zijn. De rit duurde tenslotte een uur en ik wilde niet alleen bevallen. Eenmaal in Den Helder werd ik gelijk weer aan de CTG gelegd. Ze checkten, maar ik had nog steeds 1 centimeter ontsluiting met weeën. Omdat ik zo veel pijn had en daardoor niet meer sliep, hadden ze aangeboden om een slaapprik en morfine te geven op zondagavond. Ik was hier heel erg op tegen. Maar omdat ik al twee weken zo slecht tot bijna niet sliep, had ik er tòch wel voor gekozen, zodat ik toch een beetje rust kreeg. Ik moest natuurlijk ook nog de bevalling ingaan. De prik werkte niet goed Deze nacht ben ik om 3 uur ‘s nachts in bad gegaan om te ontspannen. Dat werkte helaas ook niet. Ik kwam met moeite de volgende dag door en ik lag ook aan de CTG. waarmee ze de kindjes in de gaten hielden. Natuurlijk wilde ik niet dat mijn kinderen kwamen met 33 weken, maar op dat moment voelde ik dat er iets niet goed zat. De gynaecoloog vertelde mij dat ik vol moest houden tot 37 weken. De pijn van mijn buik was echter niet meer te houden. Alles was zo strak en zo groot. Ik kon niet meer! Die slapeloze nachten en de extreme pijn was onhoudbaar.

Ze besloten om dinsdag een echo te maken. Op de echo was extreem veel vruchtwater te zien. Hier was volgens de artsen verder niets aan te doen. De volgende ochtend vroegen ze of ik eerst wilde douchen of dat eerst ik eerst de CTG wilde. Ik dacht: “Even ontspannen voor ik weer aan dat rotding moet!”. Dus zo gezegd zo gedaan. Eenmaal aan de CTG, bleek dat het niet goed ging. De gynaecoloog kwam binnenrennen en zei: “Je moet nu op het bed op de gang liggen!” Ik heb me half omgekleed op de verlosgang en hij riep: “We gaan ze nu halen!“ Mij werd ondertussen rustig uitgelegd dat ik strak een ruggenprik kreeg en dat ik straks de kindjes ontmoet. Ik was best opgelucht, omdat ik zo veel pijn had. Ik werd hier eindelijk van verlost. Natuurlijk ook dubbel, want de kindjes met 33 weken ontmoeten is ook te vroeg en heftig! Ik werd overgeheveld en de gynaecoloog riep: “We brengen je nu onder algehele narcose!“ Binnen een paar seconden was ik weg. Er flitsten vooraf gedachten door mijn hoofd over wat er aan de hand was en dat het zo erg was dat ik er niet bij kon zijn. Maar goed, ik had veder geen keus, dus ik liet het over me heen komen.

Ik werd wakker en mijn buik was weg. De pijn overigens ook. Ik werd naar mijn kindjes gereden om ze voor het eerst te ontmoeten. Ik was zo suf van de narcose, dat ik eigenlijk weinig mee kreeg. Daar lagen ze dan: Bodi met 1960 gram en Dani met 1996 gram. Gelijk werd mij verteld dat de kindjes naar de intensive care van het VU moesten. Ze waren beiden levenloos geboren en beademd. Wat bleek?! Ik had een 2-eiige zwangerschap met twee vruchtzakken, twee placenta’s en een dubbel tussenschot, toch hebben de jongens één ader uitgewisseld. Dit komt eigenlijk nooit voor. Het is wereldwijd slechts twee keer geconstateerd. Bizar! Bodi was geboren met een HB van 16. Dat is zo extreem hoog en hadden de kinderartsen nog weinig meegemaakt. Zijn bloed was zo dik als stroop! Dani had een HB van 3.8. Dit was extreem en daarmee levensbedreigend voor een baby. De artsen hebben de aderuitwisseling niet gezien tijdens de zwangerschap, anders hadden ze deze afloop misschien kunnen voorkomen. Aan mij werd gevraagd of ik een bloedtransfusie wilde. Ik was namelijk veel bloed verloren. Ik zei direct ja, want ik wilde zo snel mogelijk naar de jongens. Ik mocht niet eerder weg voordat mijn eigen HB voldoende was. Ik had een ballon geplaatst gekregen beneden, omdat mijn baarmoeder niet meer vanzelf sloot. Er was een enorme slang naar binnen gebracht om het bloed af te stromen. Deze was gelukkig na één dag verwijderd. Ook had ik een katheter. Na een ruime dag mocht ik dan eindelijk naar mijn jongens en partner toe. Wat was ik blij! Het voelde gek zonder vriend, zonder buik, zonder jongens, alleen in een ziekenhuis heel ver weg. Ik werd per ambulance vervoerd naar het VU in Amsterdam. Maar daar begon gelijk alle ellende….

MORGEN VOLGT HET VOLGENDE DEEL

CHANIKA

Plaats een reactie