Acht jaar geleden, Sophia was een paar uur oud en de kraamzorg zei dat ze écht in haar eigen bed MOEST. Ik schrok hier een beetje van en we hebben haar ook meteen bij ons in bed gelegd zodra de voordeur dicht sloeg. Eigenlijk is ze daar nooit meer weggegaan, grapje natuurlijk. Sophia sliep overdag eigenlijk alleen maar bovenop mij. Achteraf was toen een draagdoek heel fijn geweest, maar die had ik nog niet, dus had ik haar vaak in mijn badjas ‘geknoopt’. In de box krijste ze alles bij elkaar en had duidelijk erge huidhonger. Ik heb alle goedbedoelde adviezen aan mijn laars gelapt en ben aan haar behoefte gaan toegeven. Jeetje, wat een verademing toen ik dat deed. Ik had niet constant dat opgejaagde gevoel dat ze tussen een bepaalde tijd in haar bed moest liggen of voeding moest krijgen om de zoveel uur. Dit gaf mij zoveel rust. Ik vertelde dit bijna aan niemand, want die zou me toch voor gek verklaren: ‘Maar meid en jij dan?’ Ja en ik dan? “Dat komt wel weer”, dacht ik. Mijn baby had mij nodig. Ze wilde alleen maar lekker bij mij liggen, waarom niet? Ze was maar zo kort klein. Zo, zo kort. Ze sliep ‘s nachts heerlijk tegen mij aan en dit vonden wij beiden erg fijn.
Twee jaar en 9 maanden later kwam haar zusje Lilly, dus ja als je een baby in je bed hebt slapen doe je ook nog ‘dingen’ samen. Er zijn namelijk meerdere plekken in huis. Lilly was eigelijk een zelfde soort baby, weet je wel, zo eentje die alleen maar bij haar moeder wil. Dus ook toen deed ik dat weer. Lilly werd wel meer heen en weer gesleept, want Sophia zat op peutergym. Inmiddels had ik mijn rijbewijs, dus ging ik ook vaker op pad naar vriendinnen. Lilly paste zich aan aan mij en ik aan haar. Ze sliep overdag altijd bij mij in de draagdoek en in de nacht tegen mij aangeplakt. Ik wist niet beter en ook voor haar werkte dit het beste. Vriendinnen in mijn omgeving deden aan slaaptraining en dat soort dingen. Ik vond het simpelweg niet nodig in mijn situatie, maar wel merkte ik dat ze het nodig vonden om mij dat óók aan te smeren. Dat vond ik vervelend. Máár ik snap ook dat als je weer vol gaat werken en je baby naar een opvang moet, je bijna niet anders kan. Dit lijkt mij heel moeilijk. Daarom vind ik het ook nog steeds belachelijk dat je in Nederland zo snel weer aan het werk moet, maar dat is een andere discussie. Sophia en Lilly gingen beiden in hun eigen bedden slapen toen Lilly twee jaar oud was. De meiden vonden het gewoon erg gezellig samen. Ook heb ik nooit uren gedaan over het naar bed brengen van de kinderen want ze sliepen meteen. Met kleine uitzonderingen daar gelaten natuurlijk. En nou en! Ze gaat echt niet tot haar zestiende aan de borst of bij ons in bed. Ze zijn echt maar heel kort klein. Over een paar jaar mis je die kleine lijfjes tegen je aan en heb je spijt dat je ze niet iets langer hebt vastgehouden, springen ze bij een jongen achterop de scooter en blijven ze veelste lang weg. Dus.
Elk kind zal op een andere leeftijd klaar zijn om in zijn of haar eigen bed te slapen, wij hebben een regel gemaakt dat ze één dag in de week mogen kiezen om bij ons in slaap te vallen, dan maken we een soort feestje. We brengen ze dan later naar hun eigen bedden, of eigenlijk nu naar Sophia’s bed, want daar slapen ze momenteel samen in. Het is toch ook gewoon veel gezelliger samen? De meeste volwassenen slapen liever ook niet alleen, waarom verwachten we dat dan wel van onze baby’s?
Ik laat ze ook nooit huilen. Ik doe het niet. Het voelt niet goed en gaat tegen al mijn principes in. Maar vergeet niet, dat betekent niet dat ze niet huilen! Tuurlijk huilen ze, maar dan troost ik ze, heb ik ze in mijn armen. Het is zo dat ik ze niet op een andere kamer aan een stuk door, helemaal alleen laat huilen. Als jij dat wel doet, prima.
Ook
Toen Amélie geboren werd wilde ik iets meer vrijheid. Ik deed bij Sophia en Lilly alles zelf, niet omdat Bernard dit niet wilde, maar bij hem duurde het langer voordat ze stil werden en bij mij meteen. Hij had namelijk geen borsten… Nu had ik mij voorgenomen om meteen vanaf het begin haar ook aan hem te laten wennen, zodat hij haar ook een fles kon geven en in slaap kon wiegen en dat was een verdomd slimme keus. Ik kan nu gewoon weg in de avond en dat maakt mij toch wel even een heel veel gezelligere moeder. Dus voor alle onzekere moeders die denken dat ze het verkeerd doen: je doet het goed! Ga niet tegen je eigen gevoel in omdat je buurvrouw, vriendin, tante of moeder dat zegt. Doe wat voor jullie het beste is, want alleen jij weet diep van binnen wat jouw kindje nodig heeft.
11 November 2014, ik was hoogzwanger van Lilly en vond deze prachtige tekst, ik heb hem opgeslagen en lees hem nog eens af en toe door. Dit geeft mij zoveel rust. Een gevoel dat wij moeders het wél goed doen zoals we het doen. Dat het niet allemaal zo makkelijk is als uit een boekje, maar dat de natuur het regelt.
Binnen de groep van de zoogdieren heb je Vluchters, Verstoppers en Dragers
Baby’s van Vluchters worden min of meer ‘af’ geboren. Denk hierbij aan paarden, koeien, herten: ze worden geboren, afgelikt en binnen een half uur na de geboorte kunnen ze al staan en lopen. Dit is hun manier om de kwetsbare jongen te beschermen tegen roofdieren. De melk van Vluchters is vooral heel eiwitrijk, zodat spieren en botten snel opgebouwd worden.
Verstoppers leggen hun jongen in een nest, komen enkele malen per dag bij ze om ze te voeden en zijn de rest van de tijd op jacht naar voedsel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan katten. De melk van Verstoppers bevat veel vet, om de jongen lange tijd achter elkaar verzadigd te houden. De jongen van Verstoppers houden zich stil op de momenten dat de moeder er niet is, zodat ze niet worden ontdekt door roofdieren.
De baby’s van Dragers worden min of meer ‘onaf’ en hulpeloos geboren, en zijn voor hun veiligheid en verzorging afhankelijk van de ouders. Denk hierbij aan vrijwel alle primaten, en dus ook de mens. De melk van Dragers bevat vooral veel koolhydraten om de hersenen snel te laten rijpen, maar de jongen blijven lichamelijk nog lang hulpeloos. Als ze alleen gelaten worden zijn ze kwetsbaar voor roofdieren, en ze zullen dan ook alarm slaan (=huilen) om te zorgen dat hun moeder, die ze zijn kwijtgeraakt, hen zo snel mogelijk weer kan vinden. Hun verdediging tegen gevaar moet van de moeder komen en die ‘hoort’ dan ook continue bij ze in de buurt te zijn.
De mens behoort overduidelijk tot de dragers (kijk bijvoorbeeld naar de melksamenstelling). Maar wij gedragen ons vaak als verstoppers: we leggen de baby in een eigen bedje in een andere kamer, en we verwachten dat hij zich een paar uur stil zal houden. Wíj weten namelijk dat hier geen roofdieren zijn en dat de baby veilig is in zijn eigen bedje… Maar de baby weet dat niet! Een baby is een bundeltje impulsen, reflexen en instincten. Dat wij de laatste paar eeuwen geen roofdieren meer in onze omgeving hebben, kan een baby niet weten. Op het moment dat hij ‘veilig’ in zijn bedje ligt, is er voor hem iets helemaal mis: zijn moeder is er niet om hem te beschermen en dus is hij onveilig! Groot Alarm! Mama, waar ben je?… Iemand die bezig is met Natuurlijk Ouderschap zal een baby nooit lang laten huilen. Het kindje slaat alarm, en om te zorgen dat het vertrouwen krijgt in de ouders, reageren zij op het alarm. Ze weten dat een baby instinctief bij de ouders wil zijn. Dit is geen manipulatie. Daar zijn baby’s nog niet toe in staat. Het verdriet en de angst van een baby die alleen is, is volledig oprecht. Wanneer je een baby laat huilen, zal hij uiteindelijk stil worden. Hij heeft dan niet ‘geleerd’ in zijn eigen bedje te slapen, hij heeft het opgegeven zijn ouders te roepen…
Onderzoek laat zien dat de cortisolniveau’s van baby’s die hard huilen hoog zijn, ook wanneer ze eenmaal in slaap zijn gevallen. Cortisol is een stresshormoon dat groei tegenhoudt. Het vasthouden van een baby en huid-op-huid-contact zorgt juist voor het vrijkomen van oxytocine, het bindingshormoon dat zorgt voor een gezonde celgroei en ontspanning. Een baby wil dus het liefst de hele dag bij zijn verzorgers zijn. Maar een baby is ook erg gevoelig voor indrukken. De televisie, stofzuiger, telefoon, radio… Allemaal indrukken die voor een baby soms teveel kunnen worden. Er zijn daarom mensen die pleiten voor het oude adagium Rust (Reinheid) en Regelmaat (ook wel RVP genoemd: Rust, Voorspelbaarheid en Prikkelreductie). Nu is er niets mis met het beschermen van je kind tegen een overmaat aan prikkels. Dat je de tv uitzet of een stuk zachter en dat je wat rustiger door het huis loopt, is eigenlijk een automatisme en niet meer dan logisch. Maar veel aanhangers schieten door in de leer van RRR/RVP. Zij vinden dat een baby onder andere op vaste tijden gevoed moet worden, standaard ingebakerd moet worden en in een rustige, donkere kamer moet slapen. Dit is geen natuurlijke gang van zaken. Hoewel voorspelbaarheid voor veel kinderen een zegen is, hoeft de klok daar niet aan te pas te komen. Het op een vaste volgorde doen van de activiteiten op een dag is voldoende, en een kind kan zelf prima aangeven wanneer het behoefte heeft aan een slokje moedermelk. Inbakeren kán voor sommige kinderen een oplossing zijn, maar standaard inbakeren kan schadelijk zijn voor de borstvoeding (omdat ingebakerde kinderen vaak niet meer aangeven dat ze willen drinken, terwijl de borstvoeding via een vraag-en-aanbod-principe werkt).
MIRIAM