Tot 27 weken had ik een zwangerschap waar ik echt dankbaar voor mocht zijn. Alleen gingen begin week 28 de kwaaltjes wat opspelen. Ik schommelde heel erg met mijn bloeddruk en ik voelde mezelf soms niet heel erg fijn. Ik maakte me geen zorgen. De kleine meid deed het goed, ze bewoog genoeg, groeide voldoende en alles zat erop en – aan. Alle echo’s die we hadden waren normaal. Ze liet zien dat ze een bijzonder sterk en gezond meisje was.
Op donderdag 31 januari ging ik naar het ziekenhuis voor een controle van mijn bloeddruk. Ik was al een paar keer opgenomen geweest vanwege een hoge bloeddruk. De kleine meid deed het erg goed in mijn buik. Op de CTG’s liet ze zien dat haar hartslagje mooi en regelmatig was. Die dag voelde ik me een beetje grieperig en niet zo heel fit. Ik had niet het idee dat we ons zorgen hoefden te maken om de kleine. Ik zei nog tegen mijn vriend: “Je hoeft niet mee. Ik ben toch zo terug!” Helaas was mijn bloeddruk 140/100. Dit was te hoog. Daarop besloot de verloskundige dat ik urine moest inleveren en bloed moest prikken. Nadat ik dat had gedaan werd ik een halfuurtje aan de bloeddrukmeter gekoppeld, zodat ze konden kijken of de bloeddruk hoog bleef. Gelukkig daalde deze al snel en mocht ik naar huis. Ze zouden me bellen als er wat uit de onderzoeken zou komen. Vol goede moed ging ik naar huis. Ook stelde ik mijn vriend gerust zodat hij zich niet druk zou maken. Toen ik thuis kwam, ben ik lekker op de bank gaan liggen, todat de telefoon ging. Het was de verloskundige. Ze had de gynaecoloog gesproken en besloten om mij toch op te nemen, omdat er eiwit in mijn urine zat. God, wat baalde ik. Ik belde mijn vriend en mijn schoonmoeder reed me naar het ziekenhuis. Het was de bedoeling dat ik daar 24 uur lang urine ging opsparen. Stiekem bleef ik toch vol goede moed dat ik gewoon de volgende dag weer naar huis mocht. Maar helaas kregen Jeroen en ik de volgende dag te horen dat ik niet meer naar huis mocht en dat ik moest blijven totdat de baby geboren zou worden. De dagen gingen langzaam voorbij. De baby liet nog steeds op elke CTG zien dat ze het fijn had en ook ik bleef me goed voelen. De dokter had zelfs gezegd dat als het zo bleef gaan, ik een dagje naar huis mocht om samen met Jeroen wat leuks te doen.
Op maandagnacht 4 februari ging het helaas mis. Ik kreeg erg veel pijn in mijn bovenbuik en de pijn werd steeeds heftiger. Ik kon niet meer liggen, zitten of staan. De pijnstilling die ik kreeg werkte niet en slapen lukte ook niet meer. Op dat moment werd ik weer aan de CTG gekoppeld en werd er weer bloed afgenomen. Vanaf toen kwam ik in een roes. Ik heb mijn vriend uit zijn bed gebeld en gezegd dat hij moest komen. Het ging hierna erg snel. Doordat de pijn steeds maar erger werd en ze in dit ziekenhuis eigenlijk niets verder konden doen, werd alles met spoed in werking gezet zodat ik naar Rotterdam kon gaan. Daar konden ze de zorg bieden die ik nodig had, maar ook die de kleine meid nodig zou hebben als ze eerder geboren werd. Het bleek dat ik het HELLP-syndroom langzaam aan het ontwikkelen was. Ik kon de afvalstoffen van de baby niet verwerken en was als het ware mijn lichaam aan het vergiftigen. Ik had symptomen zoals vocht vasthouden, bovenbuikspijn en een hoge bloeddruk. HELPP is echt een soort sluipmoordenaar. Uiteindelijk gaat de lever en nieren minder goed werken en schommelt de bloeddruk enorm. Mijn bloedplaatjes waren niet stabiel. En dat betekende dat de baby nog niet gehaald kon worden. Ze moesten de tijd rekken. Ik heb voor mijn eigen leven gevochten, maar ook voor die van de kleine meid. Na een paar dagen waren mijn bloedplaatjes weer stabiel. Helaas kreeg ik plotseling hoge koorts, doordat het infuus aan het ontsteken was en er magnesium onder mijn huid lekte. De artsen zagen op de CTGS’s dat de ons meisje er ook last van had. Dit is echt het laatste wat je wilde horen als ouders zijnde. Uiteindelijk hebben ze met een echo-apparaat gezocht naar een bruikbaar bloedvat om mijn nieuwe infuus in te prikken. Dit deed vreselijk pijn. Ik heb het uitgeschreeuwd van de pijn en ik geloof dat de frustratie van de afgelopen dagen eruit kwam. De machteloosheid, verdriet en zorgen kwamen er uit. Het was genoeg. Dat heb ik op dat moment ook gezegd. Godzijdank gaf de arts aan dat ik een spoedkeizersnee zou krijgen. Jeroen mocht niet mee de OK op. Hij moest vanuit een andere kamer mee kijken, omdat ik algeheel onder narcose ging. Hier baalde ik flink van.
Om 6:02 werd onze prachtige dochter, Vienna Fay, gezond geboren met 30+2 weken. Ze woog 1395 gram. De dagen er na krabbelde ik langzaam weer op. Mijn lever en nieren begonnen weer te functioneren. De eerste dag had ik al bijna 15 liter vocht uitgeplast! Ik had zelf echt niet meer door dat ik zo ziek was. Vienna deed het erg goed en mocht na vier dagen naar ons streekziekenhuis. Ook hier maakte ze sprongen. Er gingen uiteindelijk zeven lange weken voorbij voordat ze eindelijk mee naar huis mocht. We vonden het vreselijk om haar elke keer achter te moeten laten. De welbekende roze wolk was voor mij niet in de buurt.
Inmiddels is Vienna alweer negen maanden oud en groeit ze als kool. Ze is altijd vrolijk en laat merken wat ze wilt. Met ons gaat het ook steeds beter, maar deze heftige periode moet echt nog een plekje krijgen. We gaan hier als gezin doorheen komen. Ik ben bezig met mijn EMDR-traject. Dit gaat de goede kant op, maar ik ben nog lang niet waar ik wil zijn. Dat komt wel.
SANNE