12-12-2019
Die ochtend had ik een controle in het UMC Radboud Nijmegen. Al vanaf 28 weken stond ik onder controle in verband met TTS syndroom. Ons kleinste meisje had nog amper vruchtwater in tegenstelling tot haar zus. Zij zwom in het vruchtwater. Ik werd aangesloten aan het CTG om de hartjes van de meisjes te bekijken. Ik had wat beginnende rugpijn, maar dit mocht geen naam hebben. Telkens als ik die rugpijn had, zag ik de hartslagen omhoog schieten. Ik zei tegen mijn man: “Dit is niet goed”. De gynaecoloog gaf echter aan dat het CTG er prima uit zag. Als ik echt weeën had, zou ik er volgens hem wel anders bij hebben gezeten. Met enige twijfel zijn wij terug naar huis gereden. Ik zei nog tegen mijn man: “Wedden: wij zitten hier vanavond weer!”
Rond 16:00 uur kwam de thuiskapster knippen en verven. Ik had nog steeds lichte rugpijn. Toen de kapster weg was, ging ik op de bank liggen. Oei, toen kreeg ik ineens enorme pijn! Ik belde het Radboud, maar daar werd gezegd: “Mevrouw, u hebt veel gezeten. Pak maar een kruik en een paracetamol”. Na twintig minuten heb ik weer gebeld, want ik moest de pijn weg puffen. “Kom maar naar het ziekenhuis”, was hun reactie. Ik ben achterin de bus van mijn man gaan liggen met een zwangerschapskussen tussen mijn benen. De rugpijn was hevig en ging niet meer weg. Mijn man vroeg continu: “Gaat het? Is de pijn weg?!” Ik kon toen amper reageren op hem, omdat ik zo in mijzelf gekeerd was om met de pijn om te kunnen gaan. Eenmaal aangekomen na een rit van 45 minuten, werd er een rolstoel voor mij gepakt. Om 21:00 uur aangekomen op de afdeling werd mij via de intercom verteld: “Neemt u maar plaats in de wachtkamer”. “Nee!”, riep ik, “dat gaat mij niet meer lukken!”. Het zitten lukte niet meer! Ik werd meteen naar een bevalkamer begeleid. Ik vroeg paniekerig om pijnbestrijding. “Wij gaan eerst even toucheren en vanuit daar een plan maken”, aldus de gynaecoloog. Ik weet het nog zo goed. Ik krijg buikpijn als ik er aan terug denk… “U hebt volledige ontsluiting, mevrouw! Je moet nu gaan persen!”, zei de gynaecoloog plotseling. Persen?! Paniek ging er door mijn hoofd heen. Ik was ruim 32 weken! Dit was veel te vroeg! Op een kamer naast mij werden twee couveuses klaar gemaakt en daar stond een drietal artsen. Ik riep tegen mijn man: “Doe die deur dicht! Daar staan allemaal mensen te kijken”, niet wetende dat dit allemaal voor onze meisjes was! De gynaecoloog sprak mij nog eens streng toe: “Bo, ik weet dat dit schakelen is, maar je moet nu gaan persen!” Er was één verpleegkundige die continu de hartslagen van de meisjes monitorde. Verder was er een verloskundige en een gynaecoloog aanwezig. Ik was flink aan het persen. De navelstreng werd “geboren”, maar nog geen baby’s. Ik zag aan de ogen van de gynaecoloog dat dit niet de bedoeling was. “Doorgaan en persen!”, werd mij opgedragen. Om 22:10 uur begon ik met persen en om 22:32 uur was daar Puck. Ze werd niet op mijn borst gelegd, maar direct in de couveuse gedaan. De couveuse reed weg en ik moest doorgaan met persen. Bij de tweede geboorte ging het om Sam. Zij had een enorme hoeveelheid aan vruchtwater. Je raadt het vast al: er ging een golf vruchtwater zo over de kleding van de gynaecoloog heen. Ik moest lachen en excuseerde mijzelf tegelijk. Gelukkig konden zij er ook om lachen! Om 22:42 uur was daar Sam en zij ging ook meteen de couveuse in. Vervolgens lag ik te wachten op de placenta die niet los kwam. Ik had trillende benen en was totaal verbluft over wat hier in ruim één uur allemaal was gebeurd. Wij zijn ouders geworden van twee meisjes. Ik had ze even gezien. Nu lagen ze op de IC. Ik wist niet wat ik moest voelen: blijdschap of verdriet? Ik was moe en leeg. Na een uur kwam de placenta los, maar er ontbrak een stukje. “Bo, je gaat volledig onder narcose en krijgt een curettage. Iedereen staat al klaar”. Eenmaal uit de narcose zag ik mijn man weer en mochten wij samen naar de IC. Het was 02:00 uur, ik was kapot en voelde mij ellendig. Op de IC stonden ruim vijftien couveuses, er liepen zeker15 witte jassen en ik hoorde vele piepende geluiden. Wij werden naar Puck en Sam begeleid. “Dit zijn jullie kinderen en zij doen het goed! Willen jullie buidelen?” Daar kwam ons kleinste meisje Puck van 1300 gram. Er zaten verschillende snoertjes aan haar gekoppeld. Puck werd op mijn borst gelegd en ik dacht alleen maar: “Wat een klein, kwetsbaar meisje”. Sam lag aan de beademing. Na twintig minuten was het mooi geweest, wij gingen naar onze kamer en Puck en Sam verbleven op de IC.
De volgende ochtend hadden we een gesprek met de kinderarts: “Jullie meisjes doen het zo goed. Zij mogen naar een ziekenhuis in jullie buurt!” Dit was positief nieuws. Niet meer continu op en neer rijden naar Nijmegen. Onze meisjes zijn overgeplaatst naar Uden waar Sam nog vier weken verbleef en met 36 weken naar huis mocht. Puck moest een weeekje langer in het ziekenhuis blijven.
Op dit moment zijn onze meisjes 17 weken oud, gecorrigeerd 9 weken. Zij doen het goed! Sam woog met de geboorte 1844 gram en nu bijna 5.5 kilo! Puck woog bij de geboorte 1300 gram en nu ruim 4.5 kilo. Het waren heftige weken, maar nu hebben we een tweeling thuis. Thuis!
BO