Zaterdag 22 december 2018
Tot onze verbazing hadden we een positieve test in onze handen. Vol ongeloof keken we naar de twee streepjes op de test. Wat waren we blij! Mijn cyclus was na het stoppen met de pil heel onregelmatig. We wisten niet of ik überhaupt wel een eisprong had. Maar daar was het antwoord, die had ik dus wel! Naarmate de weken vorderden vertelden we het onze familie en vrienden. Iedereen was zo blij en ze konden niet wachten op de komst van ons kleintje. Alleen hadden we nooit gedacht dat dat al veel eerder zou zijn, dan iedereen had verwacht.
Alles verliep volgens het boekje. Ik had verder weinig zwangerschapsverschijnselen en ik voelde me heel erg goed. Met 15 weken kregen wij te horen dat we in verwachting waren van een jongen. We hadden een genderreveal party georganiseerd. Mijn “zus” – we noemen elkaar zus, maar ze is een goed vriendin – was mee naar de echo. Mijn vriend en ik wilden het geslacht weten samen met de mensen die we hadden uitgenodigd. ‘Mijn zus’ wist het als eerste en zij zou een poederpopper regelen. 17 Maart was het zover: we zouden te weten komen of we een zoon of dochter konden verwachten. We waren heel benieuwd. Vol spanning telden we af. Er kwam gekleurde confetti uit de popper. Mijn vriendin haalde een grap met ons uit. Na een paar minuten lachen, kregen we een nieuwe popper in onze handen en telden we opnieuw af. Deze keer kwam er blauw poeder uit. Wat waren we blij! Niet dat we minder blij waren met een meisje, maar nu konden we gericht gaan shoppen en een naam kiezen.
16 April 2019
Eindelijk de dag waarop we onze zoon weer zouden zien en de uitgebreide 20 weken echo gepland stond. Samen met m’n moeder, schoonmoeder en mijn vriend gingen we naar de verloskundige. Alles ging goed en onze zoon werd helemaal goedgekeurd. Met een rustgevend gevoel gingen we naar huis.
24 April
Deze dag begon als een normale werkdag, niet wetende dat deze zou eindigen in een nachtmerrie. Ik werkte in de kinderopvang op een babygroep en was de hele dag in de weer. Het ging de hele dag goed, tot ik rond een uur of 17.00 een beetje last van krampen kreeg. Ik dacht dat het mijn darmen waren, die rommelden wel vaker. Aangezien ik op een kinderdagverblijf werkte kon ik ook zomaar een virusje opgepakt hebben. Ik maakte me niet meteen zorgen. Ik ging naar huis om een rustig avondje met m’n vriend op de bank door te brengen. Eerst nog even langs mijn ouders om mijn hond op te halen. Ik ging daar meteen even naar het toilet in de hoop dat mijn “darmkrampen” over zouden gaan. Maar helaas was dat niet het geval. Beetje bij beetje werd het juist erger. Thuis ging ik nog een keer naar de wc, maar ook dat hielp niet. Mijn vriend zei: “Laten we de verloskundige bellen!“ Ik antwoordde: “Nee, het zullen mijn darmen wel zijn. Het gaat wel weer over”. Dat ging het niet. Het werd steeds heftiger. Mijn vriend wilde weer de verloskundige bellen, maar dat mocht niet van mij.
Rond 20.00 uur voelde ik beneden wat lopen. Ik ging snel naar de wc waar ik bloed zag. Ik riep naar mijn vriend: “Dennis, je moet nu de verloskundige bellen. Het gaat fout! Er is alleen maar bloed!” Hij kwam in paniek naar me toe en belde direct de verloskundige. De verloskundige nam op en vroeg wat er aan de hand was. Ik riep: “Je moet nu komen! Het gaat niet goed!” Ze pakte mijn dossier erbij en zei dat ze eraan kwam. Nadat Dennis de verloskundige had opgehangen, zei ik tegen hem dat hij mijn ouders moest bellen. Hij belde mijn vader en zei dat ze nu moesten komen, omdat het niet goed ging met mij en de baby. Gelukkig woonden mijn ouders een paar minuten verder op en waren ze er heel snel. Ik was ondertussen op bed gaan liggen en ik had de doptoner gepakt om naar het hartje te luisteren. We hoorden zijn hartje gelukkig meteen en ik zei tegen mijn moeder: “Dit is goed toch!? Hij leeft nog!” Mijn moeder zei: “Rustig aan. De verloskundige komt eraan”. Na een kwartiertje was ze er. Ze vroeg nogmaals wat er was gebeurd. Ze zette haar doptoner op m’n buik en hoorde ook direct zijn hartje. Ze voelde aan mijn buik en zei nog: “Misschien ben je wel te druk geweest en komt het allemaal goed!“ Ik antwoordde met: “Ze doen niets voor me in het ziekenhuis hé?! Ik ben nog maar 21 weken zwanger”.
De verloskundige belde het ziekenhuis en sprak in vaktaal waar ik niets van snapte. Het kwam er op neer dat we gauw moesten weten wat er aan de hand was en daarvoor moest ik direct naar het ziekenhuis. Dennis en mijn moeder pakten een tas in met kleren. We reden met de auto van mijn vader naar het ziekenhuis. Ik voelde iedere hobbel en bobbel. De krampen werden steeds erger. Op een gegeven moment kwamen de krampen om de 3 minuten. Eenmaal in het ziekenhuis werden we meteen geholpen, en in een kamertje gezet. Er werd bloed geprikt. Twee artsen kwamen naar ons toe. Ik moest op een behandeltafel liggen om een echo te laten maken. Ik zag onze zoon bewegen. Ze zeiden dat hij er goed uit zag en dat hij het goed maakte. De assistent zei: “Ik zie iets wat ik nog maar één keer eerder in mijn leven heb gezien…“ Ze had het over een vlies en wilde een inwendige echo maken om er zeker van te zijn dat dat vlies los zat. Na de inwendige echo kwamen we in een soort van sneltrein terecht.
Ik werd naar een kamer toe gereden. Er werd nog meer bloed afgenomen en mijn urine werd opgevangen om te onderzoeken. Er werd een infuus met vocht geplaatst. Inmiddels waren mijn schoonouders, zwager en schoonzus ook aanwezig in het ziekenhuis. Het was inmiddels wel duidelijk dat ik aan het bevallen was. De weeën kwamen om de 1 a 2 minuten. Ik zat in mijn eigen wereld en merkte weinig van wat er om me heen gebeurde. Rond 01.00 uur kreeg ik persweeën. Ik mocht alles op mijn eigen tempo doen. De artsen en verpleegkundigen waren heel lief voor ons, en hielpen ons waar nodig. Ik hield de persweeën tegen. Ik wilde dat het stopte en dat ik wakker werd uit deze nachtmerrie. Op een gegeven moment hield ik het niet meer en moest ik wel mee persen. Na twee keer persen kwamen daar eerst mijn vliezen. Na nog twee keer persen werd op 25 april om 02.17 uur onze liefde Joe Frenkie geboren. Zo mooi, zo volmaakt, zo perfect. Ik pakte onze zoon aan en legde hem op mijn borst. Het enige wat ik kon, was naar Joe kijken. Huilen lukte mij niet. Ik was leeg van binnen, helemaal van slag en ook nog steeds een beetje in mijn eigen wereld. Dennis knipte de navelstreng door en we vertelden hoe hij heette. Mijn schoonmoeder, mama en vriendin waren bij de bevalling. Na een paar minuten kwamen bij hun de tranen. Dennis knuffelde mij en samen hielden we Joe vast. Toen huilden we samen en hielden we elkaar vast. Mijn placenta kwam na driekwartier los. We mochten Joe zolang bij ons houden als we wilden. Na een uurtje kwamen ook mijn vader en schoonvader bij ons op de kamer. We lieten met trots onze zoon zien. Zo mooi, onze liefde. Nog steeds hoopten we dat we wakker werden uit deze nachtmerrie. Maar helaas was deze nachtmerrie werkelijkheid. Om 04.00 uur kwam de verpleegkundige en ze vroeg of wij Joe in een bak met water wilden doen. We dachten: “Waarom in een bak met water? Onze zoon in water?!” Ze vertelde dat zijn huid dan mooi roze bleef en niet te veel zou beschadigen, omdat de huid van stilgeboren kindjes snel blauwpaars werd en hun huidje heel kwetsbaar was. Daar kozen we voor. We legden hem in een bak en we zagen meteen dat het water hem goed deed hij kreeg een mooie kleur en zijn lichaam vormde zich zoals hij in mijn buik lag. Dat was heel mooi om te zien. Alle familie ging naar huis. Ik ging douchen en Dennis friste zich op. We probeerden wat slaap te pakken.
Om 08.00 uur werden we wakker en kwam de verpleegkundige. Ik vroeg meteen of ze Joe uit het water wilde halen en aan mij wilde geven. Ondertussen hadden we iedereen om ons heen op de hoogte gesteld en stroomden de appjes en telefoontjes binnen. We vroegen onze ouders of ze naar het ziekenhuis wilden komen. Na nog een paar uur in het ziekenhuis te zijn geweest met Joe en onze ouders, was daar het moment dat we naar huis gingen. Hoe kon ik het ziekenhuis verlaten zonder mijn baby?! We namen “afscheid” en gaven Joe aan de verpleegkundige. Ik zei: “Zorg goed voor hem alsjeblieft”. We gingen naar huis zonder onze zoon. Nooit gedacht dat wij het ziekenhuis zouden verlaten zonder onze mooie Joe.
Mijn schoonvader had een begrafenisondernemer gebeld. Hij zou nog diezelfde middag langs komen en Joe ophalen uit het ziekenhuis, zodat hij bij hun in een mooi kistje gelegd kon worden. Ineens moesten wij gaan bedenken hoe wij de uitvaart van onze zoon wilden hebben. Welke bloemen, mensen, muziek en kistje? Maar nog belangrijker: welke dag? Eenmaal thuis, druppelde langzaam onze familie en vrienden binnen. We waren allemaal stil, hielden elkaar vast en huilden. Zo onwerkelijk, zoveel vragen, zoveel boosheid en verdriet. Waarom, waarom?
Joe heeft de mooiste uitvaart gekregen die wij konden bedenken. Wij waren met een klein groepje mensen om ons heen, die er nog steeds altijd voor ons zijn en ons heel veel steun en liefde geven. Je bent zo geliefd lieve Joe. We missen jou. Onze mooie volmaakte, zo geliefde Joe, onze liefde zoals wij hem noemen. We houden van jou voor altijd. Niet meer hier, maar voor altijd bij ons.
ROXANNE