Natuurlijk wist ik dat het pijn ging doen, maar na 41 weken en 4 dagen en buitentemperaturen van 40 graden was ik het onderhand goed zat. Tevens de goedbedoelde berichtjes: “Is ze er al?” of “Ze heeft er echt geen zin in he?”, waren erg frustrerend. Na twee keer een controle in het ziekenhuis, begonnen ze over inleiden. Mijn wens was een thuisbevalling, dus ik vroeg of ik gestript kon worden. Mijn eigen verloskundige stemde daarin mee, maar helaas had ik geen ontsluiting. Wederom een teleurstelling. Ik dacht toch maar aan inleiden. Mijn ouders waren op dat moment al een week bij ons in huis. Ik wilde heel graag dat mijn moeder ook bij de bevalling was en aangezien zij een uur van ons vandaan woonde, was dit het fijnste. Omdat ik over inleiden begon en de bevalling maar op zich liet wachten, gaven mijn ouders aan even naar huis te gaan. Op het moment dat mijn ouders weg wilden gaan, begonnen ineens spontaan mijn weeën. Gelukkig dus nog net op tijd. Het waren hele heftige weeën en veel achter elkaar. Een weeënstorm van 11 uur, waarbij ik ook nog eens kotsmisselijk werd. Maar ik dacht maar aan één ding: ik wilde ons meisje ontmoeten. Toch zag ik het tussendoor even niet meer zitten. Mijn verloskundige, man en moeder gaven mij elke keer weer een boost om verder te gaan. Zou het dan toch nog lukken om thuis te bevallen? Helaas na 11 uur weeën en maar 4 centimeter ontsluiting kon de verloskundige niks meer voor mij doen. Mijn vliezen waren al gebroken, dus ik moest naar het ziekenhuis. Ik wilde graag naar Tilburg, maar daar was het vol. Weer een teleurstelling. Toen naar Den Bosch, waar gelukkig nog wel een bed (de laatste) beschikbaar was. De autorit was vreselijk. Weeën en overgeven wisselden elkaar af. Eenmaal in het ziekenhuis begon ik zelf over pijnstilling. Ik was zo op, dat ik het zwaarste wilde hebben wat ze te bieden hadden: de ruggenprik. De prik viel mij gelukkig echt 100% mee en wat een fijne anesthesist had ik. Een nuchtere man die wel hield van een grapje. Ik voelde mij zo opgelucht. Ik zag de heftige weeën pieken op het scherm, maar ik voelde er vrijwel niks van. Wat een opluchting. Even een beetje rust. Even een beetje bijkomen, zover dat mogelijk was.
Toen ik terug kwam op de kamer, gingen ze starten met de weeënopwekkers om de ontsluiting op gang te krijgen. Ik had in mijn hoofd dat ik mijn meisje nu wel snel zou gaan zien, maar helaas liet dit moment nog lang op zich wachten. De andere kant ervan was dat de weeënopwekkers het hartritme van ons meisje heel erg deed dalen. Wat beangstigend was dat! Ze begonnen toen met weeënremmers en ik moest op mijn zij gaan liggen, zodat er meer zuurstof naar de baby zou gaan. Na heel wat uur verder, gaven ze aan dat ik eindelijk 10 centimeter ontsluiting had, maar dat ik voor de persweeën weer opwekkers moest krijgen. Wat waren we bang voor de gevolgen hiervan. Helaas werd ons gevoel van angst werkelijkheid, want weer ging het heel slecht met ons meisje. Een kamer vol artsen met lichtelijke paniek. De kleine moest er nu uit! Uiteindelijk is ze met spoed in één wee en drie flinke knippen gehaald door middel van een kunstverlossing. Naar onze mening hadden ze flink wat risico genomen om mij toch weer die weeënopwekkers te geven, terwijl ze daarvoor gezien hadden dat ons meisje daar niet goed op reageerde.
Na de bevalling werd ze even op mijn borst gelegd, maar al snel weer weggehaald voor onderzoeken. Wederom de angst, maar dat kwam mede doordat er op dat moment weinig gecommuniceerd werd met ons. Wat voelden we ons machteloos. Na meerdere bloedonderzoeken kwamen er gelukkig goede uitslagen en mocht ons meisje weer bij ons zijn. Even een nachtje in het ziekenhuis voor extra controles. Die nacht heb ik geen oog dicht gedaan. Ik wilde haar continue in de gaten houden. Gelukkig is het allemaal goed afgelopen en na een nachtje ziekenhuis mochten we de volgende dag naar huis. Eindelijk in onze vertrouwde omgeving samen als kersverse gezinnetje. Het moment waar we zo lang op hadden gewacht.
Onze dochter is inmiddels drie maanden en we zijn erg trots. Maar soms moet ik toch nog wel aan dat moment terug denken, dan rolt er een traan uit mijn ogen, omdat ik zo dankbaar ben dat het toch goed is gekomen. Wat houden we toch zielsveel van haar. Zo nuchter als ik toen was voor deze bevalling, zal ik denk ik bij een volgende bevalling niet zijn. Ik wist niet dat er zoveel mis kon gaan. Wat een zorgen. Gelukkig dat het de meeste keren wel gewoon goed gaat. Elke zwangerschap en bevalling is anders, zelfs bij dezelfde moeder. Hopelijk gaat in de toekomst een volgende bevalling een stuk vlotter. Maar voorlopig genieten we lekker met z’n drieën.
SAMANTHA