Het is eind 2014, ik ben bezig met het laatste jaar van de opleiding tot Verzorgende IG. We zijn net getrouwd als we besluiten de kinderwens realiteit te laten worden. Ik heb overgewicht, dus verwacht niet a la minute zwanger te raken maar met 3 maanden blijkt het raak. En hoe. We weten nog maar net dat ik zwanger ben, als de ochtendmisselijkheid zijn naam eer aan draagt. Maar daar blijft het niet bij. Als ik 9 weken zwanger ben, zijn we op vakantie in Duitsland. De misselijkheid neemt daar vreselijke tekenen aan en mijn maag heeft het voor het zeggen. Later als we thuiskomen na de kerstdagen krijg ik medicatie van de huisarts. Ze werken, maar halen slechts het ergste randje ervan af. Ik hou tenminste wat binnen.
Met 16 weken kan de medicatie worden afgebouwd en lijk ik eindelijk te kunnen genieten. Ik ben inmiddels geslaagd maar kan geen werkplek vinden wegens de zwangerschap. Ik meld mij aan bij een uitzendbureau en als ik daar drie diensten gedraaid heb, moet ik mij al ziek melden. Geen misselijkheid, nee die is voorbij. De misselijkheid heeft plaats gemaakt voor bekkeninstabiliteit. Ik had wat pijn na een avonddienst in mijn heup. Niet gek, ik stond al weken stil. Maar de pijn werd erger en op verzoek van de verloskundige zoek ik hulp bij een bekkentherapeut. Deze masseert mij, maar geeft aan dat ik een hoop niet meer mag doen. Traplopen, fietsen en bukken. Met 20 weken zwangerschap mag ik nog steeds niks. Ik zit verveeld thuis en probeer mezelf nuttig te maken. Daar horen ook de bezoekjes bij aan de verloskundige. Ik voel de kleine net bewegen en kan eindelijk wat genieten. Tot een controle moment. De 28 weken echo. Er wordt gemeten, gemeten, nog eens naar de eerste dag van de laatste ongesteldheid gevraagd. De echoscopist geeft aan dat ons kindje te klein is. Oké, maar wat is te klein dan? Kan ze niet vertellen, de verloskundige zal vandaag of morgen contact opnemen. “Jezus, wat spannend. Is er iets mis?” De verloskundige brengt ons weer wat meer terug op aarde. Er is niks ernstigs aan de hand, maar het buikje is kleiner dan verwacht, dit betekent dat ik goed in de gaten gehouden zal worden en dat ik over twee dagen een nieuwe groeiecho zal krijgen. Ditmaal in het ziekenhuis. Dik in spanning aangekomen onderga ik deze echo in mijn eentje. Mijn man kan helaas niet weg vanuit zijn werk. Maar hier wordt bevestigd wat de verloskundige had gezegd. Het blijkt dat ons kindje een paar weken groeiachterstand heeft. Zijn buikomvang is vergelijkbaar met een kindje van 2 weken minder ver. Hij is nu dus 2 weken “te klein”. Niets aan de hand in principe, zolang ik rust blijf houden en veel op m’n linkerzij blijf liggen. Maar ik blijf nu onder controle van het ziekenhuis. Dat vind ik een fijne gedachte. Er wordt een afspraak gemaakt voor 2 weken later, als ik 30 weken ben, dan willen ze kijken of hij al iets gegroeid is. In die twee weken hou ik alle rust die ik maar kan. Maar helaas, hij blijft zijn lijntje volgen. Ik mag wel terug naar mijn eigen verloskundige, maar zal ook onder controle staan van de gynaecoloog. Tot ik met 32 weken weer bij de verloskundige ben. Na een routinecontrole vraagt ze of er nog een groeiecho gepland staat, ik geef aan van niet en ze maakt er meteen eentje. Uit voorzorg. Maar ik heb een stemmetje in m’n hoofd dat het niet goed is. Mijn bloeddruk is wat verhoogd maar door alle stress rondom de kleine vindt de verloskundige dat nog binnen de perken.
Ik ben 33 weken zwanger. Na weer een groeiecho word ik opgenomen in het ziekenhuis. Hij is iets kleiner geworden. De groei is verder afgebogen. Nadat ik urine heb opgevangen, blijkt er eiwit in te zitten. Ik heb pre eclampsie. De verpleegkundige legt rustig uit waarom ik opgenomen ben. Mijn kindje heeft een “neg-dys”. Hij is dysmatuur. Te klein voor het aantal weken. Ik blijf tot de bevalling in het ziekenhuis. Maar wanneer die bevalling is, kan niemand precies zeggen. De 40 weken zal ik sowieso niet halen. Zodra de kleine te rustig wordt of ik mij niet lekker voel, moet ik direct alarmeren. Dat is niet goed. Elke dag zal ik twee keer aan de CTG gelegd worden, elke 10 dagen een doppleronderzoek naar de druk van de navelstreng en elke 14 dagen een groeiecho. De kleine beweegt momenteel als een malle en is heel actief. Dat stelt me enorm gerust. Ik raadpleeg Google, maar word niet veel wijzer. Een goede vriendin van mij kan gelukkig ook een hoop uitleggen. Haar zoontjes zijn ook te vroeg geboren en zij heeft alle ziekenhuisrompslomp ook gehad. Er wordt een nieuwe groeiecho ingepland, dit keer in het Erasmus ziekenhuis. Het is een SEO. Een gespecialiseerde echo waar ze meer op kunnen zien. Ze willen de oorzaak achterhalen. Dat lukt helaas niet. We blijven achter in onzekerheid.
Mijn man zie ik zo’n vier keer per week fysiek in het ziekenhuis op m’n kamer, maar elke avond doen we aan facetime. Hij moet gewoon werken, maar zodra de bevalling zich aankondigt heeft hij vijf weken vrij. Het is eenzaam, maar de rust doet me goed. Ik blijf me goed voelen en ook de kleine doet het twee keer per dag keurig op de CTG. Maar als ik op maandagochtend om 6 uur wakker word, heb ik een vreselijke pijn in mijn buik. Alsof er een band om de bovenkant van mijn buik zit. Een paar weken terug had ik het ook, toen ik rustiger deed, zakte het af. Dus ik ben eerst rustig gaan douchen en vroeg om een kopje thee met een plak ontbijtkoek. Maar toen het na een uurtje niet gezakt was, heb ik gealarmeerd. Ik ben vandaag 35 weken en 4 dagen zwanger.
Direct werd er bloed afgenomen en op die uitslagen moesten we wachten. Ik werd aan de CTG gekoppeld en er werd aan mij gevraagd of ik het prettig zou vinden als mijn man er nu zou zijn. Ja, zeker. Ik heb hem gebeld. Ik vertrouwde het niet en wilde een bekend gezicht. Mijn beste vriendin en schoonouders werden via appjes op de hoogte gehouden. We wachtten en we wachtten. We besloten dat mijn man wel weer naar z’n werk kon. Het was nu al 12 uur verder. Hij ging. En hij was net een uurtje weg toen de verpleegkundige binnenkwam. Oké dat is logisch. De gynaecoloog volgde, oké ook normaal… En toen volgde de kinderarts. Oké dit is mis. Ik had HELLP en ik zou ingeleid gaan worden. Het eiwit was te hoog in mijn bloed. Nauwelijks bekomen van de schrik, belde ik mijn man. Ik kreeg hem niet te pakken. Voicemail ingesproken. Appjes gestuurd dat hij NÚ moest komen. Mijn schoonouders gebeld. Om 14.00 uur werd er een ballonkatheter geplaatst. Om 14.05 uur stond mijn man naast me. ‘s Avonds laat viel de ballon eruit. Drie centimeter ontsluiting. De weeën stopten. De volgende dag zouden we weer verder gaan met inleiden. Eerst slapen.
Om 7 uur ‘s ochtends stond de verpleegkundige alweer naast mijn bed. Ik had al gedoucht en lag weer aan de CTG. Er werd een infuus preventief geprikt en mijn vliezen werden gebroken. Een uur later werd er aan mijn infuus een pomp gekoppeld: weeënopwekkers. De kleine had nog geen zin om te komen, maar het moest. Om 15.00 uur is er een ruggenprik gezet. De weeën waren nog niet optimaal en ik had pas 5 centimeter ontsluiting, maar ik hield het niet meer. Om 16.00 uur kwam ik (volgens mijn man) heel zen terug op mijn kraamkamer. Om 20.00 uur heb ik nog maar 7 a 8 centimeter ontsluiting. Het vordert nauwelijks. Dan blijkt dat ons kindje het tijdens de weeën moeilijk heeft. Opeens daalt zijn hartslag en staat het team naast mij. Het moet nu niet heel lang meer duren, het woord keizersnede heb ik al laten vallen, maar de gynaecoloog denkt dat ik het op eigen kracht nog ga redden. Hij wenst liever een natuurlijke bevalling. Dat zou beter zijn voor de baby.
Om 21.00 uur krijg ik pijn aan mijn stuitje. Er wordt opnieuw gekeken en ik blijk al 9 centimeter te hebben. Bijna! De opwekkers worden uitgezet en de pijn neemt toe. Ik probeer niet te vloeken, want ik lig in een protestants ziekenhuis, maar het gaat met moeite. Om 21.30 uur zit ik op mijn top. Ik kan niet meer. Ik zit op 10 centimeter ontsluiting. Hup, in de pershouding. Na drie persweeen en een klein beetje hulp van de verloskundige beval ik om 21.40 uur van een klein kereltje met krachtige longen. Christiaan! Hij weegt 1900 gram en is 44 centimeter. Hij mag twee minuten bij me liggen. De ruggenprik moet eerst uitgewerkt zijn en ik moet nog worden gehecht. Als dat klaar is en ik ben gedoucht, dan mag ik naar hem toe. Hij is te vroeg, te licht en te klein maar helemaal compleet, gezond en van ons.
Het volgende avontuur staat te wachten, want een prematuur… Dat is andere koek!
ILONA