8 januari 2019
Een gewone werkdag op kantoor, waarbij een aantal collega’s elkaar nog een gelukkig nieuwjaar wensten. Op die dag was ik 29 weken en 2 dagen in verwachting van mijn tweede kindje.
In de ochtend kreeg ik een strak gevoel rondom mijn buik en had ik het gevoel dat mijn benen van elastiek waren. Tijdens de lunch deelde ik dat met mijn collega’s en zij adviseerden mij even te bellen met de verloskundigenpraktijk. Een mogelijke blaasontsteking was de conclusie van de assistente en om die reden moest ik mijn urine laten controleren de volgende dag. Toch was ik er niet gerust op en zat daarom een half uur later in de wachtkamer van de verloskundigenpraktijk. Mijn benen waren zo onrustig, dat ik niet op de stoel kon blijven zitten en ik had krampen. Ik ging rondjes lopen op de gang om zodoende de krampen ‘’op te vangen’’. Dat kwam vast door het druk maken.” Je maakt jezelf helemaal gek”, dacht ik nog.
Eindelijk! Ik was aan de beurt. De verloskundige vermoedde harde buiken door drukte en adviseerde om de volgende dag een rustdag in te plannen. Ietwat emotioneel verliet ik het ziekenhuis. Op weg naar huis kreeg ik steeds meer krampen. Zo heftig dat ik bij thuiskomst van ellende op bed ging liggen. Mijn vriend (inmiddels getrouwd) kwam met onze dochter van bijna twee jaar in huis, zei tegen haar dat mama een beetje ziekjes was en bracht haar naar bed. Vanaf dat moment kreeg ik zulke heftige krampen, dat ik dacht: “Dit zijn geen krampen, maar weeën”. Ik besloot om te gaan timen. Resultaat: om de 4 minuten, 1 minuut lang ‘’kramp’’. Geen kramp dus, maar een wee! Ojee!
Contact opgenomen met de verloskundige, die ons gelijk doorverwees naar het Observatorium. Ze benoemde dat ze niet dacht aan premature weeën, maar dat die mogelijke blaasontsteking mijn baarmoeder een trigger gaf om samen te trekken. Onze dochter werd uit haar bed geplukt en ging verder slapen bij opa en oma. Ondanks dat ze niet vaak ging logeren, deed ze dit vlekkeloos. Wat een toppertje!
Ik lag nog maar net aan de CTG, toen de gynaecoloog er aan kwam om mij te vertellen dat ik bevallende was. Vanaf dat moment ging alles heel snel. Voor 32 weken moet je bevallen in een ziekenhuis met een NICU (neonatale intensive care afdeling) waar de te vroeg geboren baby in goede handen zouden zijn. Ik kreeg in beide billen longrijpingsprikjes voor de kleine. Er werd een infuus geplaatst voor de weeënremmers die ik continu toegediend zou krijgen en er werd mij tegelijkertijd verteld dat er een ambulance onderweg was, die mij naar het Isala in Zwolle zou vervoeren. ‘’Serieus? Ik kan niet met de auto?”, was mijn eerste reactie. “Zo geen zin aan die hele happening”, kon ik alleen maar denken.
Op 9 januari om 00:10 kwamen we aan op ‘’mijn’’ kamer. Mijn vriend was toen net 10 minuten jarig. Ondanks de weeënremmers kreeg ik steeds meer ontsluiting, waardoor wij wisten dat ons kind geboren ging worden. In de ochtend werden we geïnformeerd door een kinderarts wat een vroeggeboorte inhoudt en wat er allemaal bij komt kijken. Tijdens dat gesprek ben ik gerustgesteld. Ik had er namelijk vertrouwen in dat het goed zou komen met die kleine. Aan het einde van de dag was het aanzienlijk rustiger, waardoor mijn vriend op mijn aandringen naar huis is gegaan. Het kon bijvoorbeeld ook nog wel een week duren hadden ze ons gezegd.
Mijn vriend was net thuis na een uur rijden, toen ik hem met heftige weeën opbelde op advies van de gynaecoloog, omdat het toch wel eens snel zou kunnen gaan. Hij is toen gelijk weer in de auto gestapt, niet wetende of hij bij de bevalling kon zijn en mij de steun kon geven die ik nodig had. Eenmaal bij mij aangekomen, waren de weeën weer onder controle. Daar lagen we dan weer, samen op de verloskamer dit keer.
Door drukte op de verloskamers en de ‘’rust’’ bij mij, werd ik op 10 januari in de ochtend weer naar mijn eigen kamer gereden. De kamer was versierd door de verpleegkundige. Onze oudste dochter was namelijk jarig en kwam vandaag op visite. Wat keek ik daar naar uit!
Ik vond het verschrikkelijk dat we haar verjaardag in een ziekenhuis moesten vieren. Ze vond het spannend om bij mij te komen. Ik lag daar namelijk aan allerlei slangetjes en ik moest huilen toen ik haar zag. Op dat moment vooral door geluksgevoel. Ze was door mijn moeder in een nieuw jurkje gehesen, ze had haar mooie verjaardagsmuts op van het kinderdagverblijf en ze hadden de fototaart meegenomen die ik al besteld had. Ik besefte mij toen nog meer hoeveel geluk ik had met een dochter waarbij alles normaal was gegaan. Dat was ineens niet meer zo vanzelfsprekend.
Vlak nadat zij weg waren, kreeg ik steeds meer weeën. Opnieuw werd ik naar de verloskamer gereden. Daar aankomend moesten wij ook nog beslissen wat we definitief met onze bruiloft zouden doen, wij zouden namelijk op 13 januari gaan trouwen. We hadden de gasten al wel vanaf het begin ingelicht dat ik op het ziekenhuis lag. Ik zal nooit vergeten dat ik weeën lag weg te puffen, terwijl mijn vriend in de badkamer de cateraar en de locatie afbelde.
De weeënremmers zouden er na 48 uur afgaan, indien de natuur de bevalling zou doorzetten. Na 48 uur is de werking van de longrijpingsprikjes pas optimaal. Om 23:30 was het zover en gingen de weeënremmers eraf. Duimen dat we niet twee jarigen op één dag zouden hebben. Na een helse nacht met een ontsluiting die op 8 centimeter bleef steken, moest ik overgeven. De paniek sloeg toen pas toe, want wat tref ik straks aan, zal hij of zij zelfstandig kunnen ademen? Maar ook vragen als wat maakt eigenlijk dat mijn lichaam ‘’er van af wil’’ Vanaf dat moment wou ik graag iets voor de pijn. Ik trok het gewoonweg niet meer, lichamelijk, maar vooral geestelijk vond ik het zwaar. De verpleegkundige legde een infuus aan voor de morfinepomp. Tijdens het aansluiten kreeg ik persweeën. De gynaecoloog checkte daarom nog eens de ontsluiting en zei dat ik binnen een paar minuten van 8 naar 10 centimeter was gegaan. Wat een opluchting! De vliezen werden gebroken, één druk nog op de knop voor de pijnstilling, benen in de beugels en persen maar. Na 9 minuten persen was ze dan daar. En ze huilde! Wauw, dat was echt een magisch moment. Ze leefde! Ze mocht ook even bij mij blijven liggen, zodat mijn vriend de navelstreng kon doorknippen. “Dat is vast een goed teken”, dacht ik, “wat een power!” 1320 Gram en 40 centimeter. Ze ging mee voor controle door een medisch team. De kersverse papa mocht mee. Ondanks de geboorte van de placenta, had ik nog steeds persweeën en verloor daardoor veel bloed en bloedpropjes. Zoveel, dat ze mij klaarmaakten voor de operatiekamer om het te laten stoppen. Uit onderzoek bleek dat dit waarschijnlijk de reden is geweest voor vroeggeboorte. Mijn lijf wilde alles wat er niet hoorde opruimen. Ik wilde niet naar de operatiekamer omdat ik op de kamer wou blijven waar mijn kind ook was. Maar op dat moment gaf ik mij helemaal over door de woorden van de gynaecoloog: ‘‘Even slapen onder narcose’’. Ik was namelijk he-le-maal kapot. Ineens had ik een helder moment: ‘’Wat heb ik eigenlijk gekregen? Een jongentje of meisje?’’ De verpleegkundige kijkt wat verbaasd en zegt… ‘’Joh, ik heb werkelijk geen idee en ga het gelijk voor je checken’’ Mijn vriend riep toen: ‘’Sas, we hebben weer een DOCHTER!’’ waarop de verpleegkundige vroeg: ‘’En hoe heet ze?’’ In tranen zei ik haar naam en daarna: ‘’da’s toch prachtig!’’. Ik was zó opgelucht.
WORDT MORGEN VERVOLGD MET DEEL 2
Liefs,
SASKIA