Al maanden was je (Noud, bijna vier jaar) enorm met mijn zwangerschap bezig. Eindelijk kreeg mama een dikke buik en wist je dat er een broertje zou komen. Die miskraam en buitenbaarmoederlijke zwangerschap (met daarbij twee operaties) het afgelopen jaar zorgden voor veel verdriet en pijn bij mama, waardoor je alleen maar voorzichtig met mij moest doen. En omdat ik normaal gesproken die moeder ben die zelf ook lekker met haar kind door de bossen sjeest, in de plassen stampt en 100 keer met je van de glijbaan gaat in het zwembad…. (wie het hardste kan!) was je je er al heel bewust van dat het niet zo goed ging met mama. Maar een jaar later kwam er ineens toch die dikke buik en zou jij, ongeveer op jouw vierde verjaardag, een heel mooi cadeau krijgen, een broertje! Je was al druk bezig met het verdelen van je speelgoed en het helpen inrichten van de babykamer. Hoewel je delen eigenlijk nog ontzettend moeilijk vond (“Nee, van mij, MIJ!”), wist je precies welke autootjes, boekjes en knuffels voor jouw broertje waren.
Totdat mama ineens niet thuis kwam uit haar werk. Oma ving jou op, want mama is met spoed nar het ziekenhuis gebracht. En mama kwam niet meer thuis. Ineens was het alleen papa die voor jou kon zorgen, papa die ook ‘gewoon’ door moest werken, maar er natuurlijk ook 100% voor jou wílde zijn. En dan ook nog zoveel mogelijk naar mama toe wilde. Gelukkig met veel hulp en steun van opa’s en oma’s, maar toch was het veel. Jij moest er ineens aan wennen om mama niet iedere dag te zien en te kunnen knuffelen. Dat lukte maar drie keer per week, en dat in een ziekenhuisbed. Gelukkig was er wel een fantastische speelkamer waar mama af en toe met jou naartoe mocht in haar rolstoel (dat was ook best cool, want jij mocht natuurlijk óf op schoot óf je mocht mama duwen), en waar jij vooral ook even je energie kwijt kon. Ohja, en er was een dakterras, waar jij met papa kon voetballen! Toen nog geen idee hoe lang dit zou duren, maar er gingen weken voorbij. Mama’s verjaardag eind oktober en zelfs alle Sinterklaas voorbereidingen. Supergoed nieuws, want ik wilde jouw broertje nog zo lang mogelijk in mijn buik hebben, maar oh, wat maakte het mij ook enorm verdrietig dat ik jou niet bij me had lieverd. Wat misten wij elkaar verschrikkelijk! Maar de rollen waren verdeeld, papa was er voor jou en ik móest er voor jouw broertje zijn.
Toen kwam je op 4 december in je zwarte pieten pak naar het ziekenhuis. Jouw kleine broertje Joep was op 3 december geboren, maar al overleden voordat jij hem kon zien. Ik vergeet dat moment dat je samen met papa bij mij op bed kwam zitten nooit meer. Met je blije koppie in je zwarte pieten pak, keek je naar mama’s buik. “Huh mama, is de baby er al uit?”. Joep lag bij mij, maar hij was helemaal stil. Hij bewoog niet en maakte geen geluid. “Ja lieverd, de baby is er al, jouw broertje Joep. Maar Joep zijn hartje was heel ziek.Joep is dood”. Dood, een woord dat ik nooit zou willen gebruiken. Maar hoe maak je een kleuter van nog geen vier jaar duidelijk wat er aan de hand is? Zijn goudvis was nog geen eens dood gegaan, dus de dood was (gelukkig) nog een compleet onbekend gebied. Ik keek naar de NICU verpleegkundige. “Help me alsjeblieft om dit aan mijn kind te vertellen”, dacht ik. HOE DAN? Dit is zó onmenselijk. Zelf compleet gebroken en het eigenlijk zelf niet eens helemaal beseffen, moet je je kleuter vertellen dat zijn broertje net geboren is, maar er ook al niet meer is?
Die blik in jouw ogen. Je hoorde de stilte en zag het verdriet. Je begreep dat het niet goed was, maar ergens begreep je het ook weer niet. Je wist tenslotte ook niet wat ‘normaal’ is bij het krijgen van een broertje of zusje. “Maar kan ik dan nog wel met Joep zwemmen?”, zoals een kind van jouw leeftijd dit blijkbaar zo mooi kan vragen. “Nee, Joep kan nooit zwemmen lieverd, Joep gaat naar de sterretjes”. Je bleef maar naar jouw broertje kijken, zijn hoofdje aaien, kusjes geven (“Wat is hij koud mama”) en zijn handje vasthouden. Je was zo trots! Niet wetende dat Joep niet meer wakker zal worden en nooit samen met jou zou kunnen spelen. Samen hebben we gipsafdrukjes gemaakt van jullie handjes. Zo’n bijzonder moment en een enorm kostbare herinnering weet ik nu. Vervolgens een paar dagen naar de keizersnede, met lege handen het ziekenhuis. Niet nadenken over borst- of flesvoeding, kraambezoek. Nee…. Nadenken over een kistje of mandje voor Joep, over de crematie, over wel of geen muziek en familie uitnodigen voor het afscheid.
En toen werd het 11 december, nog een laatste knuffel, nog een laatste kus en er wordt van Joep een sterretje gemaakt. “Als we naar de sterren kijken, knipoogt er altijd eentje terug”. En nu, een jaar later, zijn sterretjes nog steeds een groot onderdeel van ons gezin. We kijken naar de sterrenhemel. ‘Kijk daar is Joep!’. We steken sterretjes aan en het liefst koop ik alles in de winkels wat met sterretjes te maken heeft. Ook sturen we regelmatig ballonnen naar ‘boven’ en speelt Noud zelfs met zijn broertje door met zijn Nerf in de lucht te schieten. Op deze manier zullen het altijd broertjes blijven!
RIANNE