Op donderdag 10 december 2015 zat ik op mijn werk en kwam er ineens een enorme buikpijn opzetten. Steken onderin. Google knows everything. Wat kan het zijn? Indalingsweeën is het eerste waar mijn oog op valt. Zou het? Nee joh, dat kan nog helemaal niet! Ik ben 27 weken en 5 dagen. Nou goed. Laat ik toch maar even bellen. ‘Mevrouw kom toch maar even langs’, klonk het aan de andere kant van de lijn. De pijn werd erger en ik liet alles op mijn werk achter.
In het ziekenhuis werd ik aan de CTG gelegd. Ik was hier namelijk al onder controle vanwege tussentijds bloedverlies. Niets raars te zien. De kleine man was heerlijk beweeglijk en tevreden. “Zie je wel, ik stel me weer eens aan”, dacht ik. ‘Laten we toch maar even uw baarmoedermond opmeten’, zei de verloskundige. Ach welja, waarom niet? Er zal verder wel niets aan de hand zijn. Dan kunnen we dat ook weer uitsluiten. Ik zie haar bedenkelijk kijken. ‘Uw baarmoedermond is ernstig verkort’. Ik schrik wel een beetje. Misschien toch maar even wat rustiger aan doen. ‘Ik geef u direct weeënremmers en een longrijpingsspuit. Daarnaast geef ik een spuit voor de bescherming van de hersenen. Daarna wordt u per ambulance naar het Radboud gebracht, voor het geval u toch bevalt. Hier hebben we geen afdeling voor extreem premature kindjes.’ Jeetje, wat een overdreven gedoe allemaal. Maar goed wat moet, dat moet.
De dagen erna was ik de rust zelve. Ik had twee heel leuke meiden op zaal bij me liggen en we hadden geen van allen het idee dat we zouden gaan bevallen. De artsen ook niet trouwens. We klikten en hadden het eigenlijk heel erg gezellig. Maar die zondagavond begon ineens de pijn toe te nemen. Af en aan. Eigenlijk weet je het wel in je achterhoofd dat dit weeën zijn, maar je hoopt toch op harde buiken die niets doen. Die nacht sliep ik nauwelijks. De dag erna zou de baarmoedermond weer opgemeten worden en de planning was om dan naar huis te gaan. Dit verliep anders. ‘Mevrouw, ik zie geen baarmoedermond meer, ik ga toch even voelen. Ja, u heeft al ontsluiting. Het hoeft niet direct te beginnen, maar dit kan wel. We brengen u voor de zekerheid naar de verloskamers.’ Waaaaat? Nee dit kan helemaal niet! Ik ben 28 weken en 2 dagen! Voor het eerst sloeg de paniek toe. Ik was ontroostbaar. Echter doordat de weeën doorzetten, had ik geen tijd meer om na te denken. Misschien maar goed ook. Tijdens de bevalling kregen we een gesprek met twee artsen van de neonatologie. ‘Wij willen jullie voorbereiden op wat er komen gaat als jullie kindje nu geboren zou worden. De kans op hersenbloedingen en darminfecties zijn groot. Veel kindjes op dit termijn krijgen hier operaties aan. Jullie kindje zal nog niet zelfstandig kunnen ademen.’ Dat is nogal wat! En toch dacht ik alleen maar: “Het komt allemaal goed”. Ze benoemen eigenlijk direct de meest ernstige scenario’s. Ze maken het niet mooier dan het is. Ik had gelukkig op dat moment een complete rust over me heen en was volledig gefocust op de bevalling.
Die maandagavond 14 december 2015 om 22.40 uur is ons zoontje Vigo geboren, wat strijder betekent. De naam lag a vast. Enorm bijzonder. Hij huilt! Wat een opluchting! ‘Papa, wil jij de navelstreng doorknippen? Misschien nog even een foto maken?’ Heel snel dan, maar neem mijn kind dan snel mee en kijk of alles goed is! Mijn grootste angst vooraf was dat ik mijn kindje niet vast mocht houden. Nou op dat moment denk je alleen maar: ‘Neem mee!’. Mijn man liep mee en ik hoorde vanuit de andere kamer: “Alles gaat goed, hij doet het zo goed! Hij weegt 1310 gram en loopt voor op termijn qua gewicht!”’ Er viel op dat moment heel wat van mij af. Hij werd weggereden in de couveuse en dan komt ineens het besef dat je moeder bent geworden. ‘Gefeliciteerd!’, zeiden de eerste verpleegsters. “Uh, waarmee?” Ohja, ik ben zojuist moeder geworden. Dan word je gefeliciteerd. Mijn emoties gingen op dat moment echt alle kanten op. Ik kan het het beste omschrijven als een complete roes en daarna standje overleven. Onze feestdagen waren dan ook anders dan normaal. Tijdens de kerstdagen zaten wij gekluisterd aan Vigo’s couveuse. Het enige waaraan ik merkte dat het kerst was, waren de kerstbomen in de hal. Elke avond moesten wij ons kind achterlaten en liepen we door de versierde gangen. Op Eerste Kerstdag kwamen wij aan bij de couveuse en hing er een kerstbal met een afdruk van Vigo’s voetje. Zoiets doet zoveel met je op zo’n moment! Die avond zouden we uit eten gaan met familie, maar we hebben alles afgezegd. Zoiets voelt niet goed zonder je kindje die nog bij je hoort te zijn. Dus was ons kerstdiner een ‘feestelijk’ ziekenhuisgerecht in het restaurant. En hop, weer terug om te kolven. Want ja, dit was het enige wat ik zelf in de hand had. Voor de rest waren we overgeleverd aan de artsen.
Wat ik ook nooit zal vergeten, is dat wij Tweede Kerstdag met ons opgewarmde eten uit de magnetron, in de Ronald McDonald huiskamer plaatsnamen. ‘Kom schat, we gaan eens even kijken welke kerstfilms er op tv zijn.’ En ja hoor, zoals ieder jaar was daar Home Alone. Ieder jaar dat ik deze film weer voorbij zie komen, brengt me dat terug naar dat moment. Dit is natuurlijk niet zoals je kerst had voorgesteld, maar op dat moment interesseert dit je niet. Als alles maar goed komt en we zoveel mogelijk bij hem kunnen zijn. Op Oudejaarsavond waren we inmiddels kapot. Elke drie uur kolven, heen en weer naar het ziekenhuis, buidelen, de nodige risicogesprekken, de zorgen, je huishouden thuis. Je had er een dag- en nachttaak aan. Maar we hadden beiden een sterk gevoel dat we bij ons kind moesten zijn tijdens de jaarwisseling. Daar zaten we dan met onze Jip en Janneke bubbels aan de couveuse. Dit voelde voor ons echt het beste. Als hij niet bij ons mocht zijn tijdens dit bijzondere moment, dan wij wel bij hem. En bijzonder was het. Wij hadden hem al mogen ontmoeten vóór het nieuwe jaar. ‘Gelukkig nieuwjaar mijn lieverd, wat zijn wij dankbaar dat jij zo ongelofelijk sterk bent. Dit wordt ons jaar. Het jaar waarin wij jou mee naar huis mogen nemen en samen thuis een gezin mogen gaan vormen. We houden ongelooflijk veel van jou.’ En inderdaad, dat jaar mochten we Vigo na drie maanden ziekenhuis mee naar huis nemen.
Het is nu precies vier jaar geleden en elk jaar komen de emoties terug rond deze tijd. Ja, we hebben veel zorgen gehad, maar tegelijkertijd veel geluk, want alles is goed gekomen. Ik heb er tevens drie prachtige vriendschappen aan over gehouden. Je begrijpt immers pas echt hoe het is, als je het zelf ook hebt meegemaakt. Vandaag de dag merken we eigenlijk nog weinig van zijn vroeggeboorte. Met leren loopt hij zelfs in sommige opzichten voor. Ik ben zo ongelooflijk trots op hem. Dit is niet in woorden uit te drukken. Vigo heeft inmiddels een zusje, Isa. Mijn lichaam wilde ook haar bijna met 25 weken geboren laten worden. Dankzij de fantastische medische zorg en bedrust is zij tot 36 weken bij mij gebleven. Door de medici en de kracht van de kinderen zelf, kunnen we nu samen thuis de feestdagen doorbrengen en genieten van elkaar!
MELISSA