Is de roze wolk, niet bij iedereen soms grijs?

| , ,

Daar lag ik dan, met mijn benen wijd en onze dochter op mijn borst. De bevalling duurde al met al 5,5 uur en ik had totaal niet door wat me allemaal overkwam. De verloskundige was op dat moment bezig met hechten om vervolgens alle formulieren in te vullen, zodat ik snel naar huis kon gaan. Onze dochter werd gewogen, aangekleed door haar vader en ging toen vrij snel de kamer rond. Van opa, oma’s naar mijn vriendinnen die inmiddels ook aangekomen waren. Ik lag niet bepaald lekker en zei tegen de verpleegster dat ik nog steeds bloed voelde stromen. De verloskundige was al bijna op weg naar huis, maar besloot toch nog even een kijkje te nemen. Ze drukte op mijn buik en er kwam weer een golf bloed uit. Dit was niet goed! Vervolgens deed ze het nog een keer, weer kwam er een prop bloed uit. Wat bleek? Normaal, wanneer een vrouw bevallen is van de placenta, dan dicht het overgebleven gat wat de placenta heeft achtergelaten vanzelf. Bij mij was dit niet het geval, waardoor de open wond bleef bloeden. De verloskundige woog het bloed en ik had inmiddels al twee liter verloren. Ze besloot dat ik medisch moest worden opgenomen. Ergens vond ik het wel fijn, ik was moe en uitgeput.

Het was al 23.00 uur. Er kwam om de drie uur een verpleegster bij ons en onze dochter kijken. Het was toch heel spannend allemaal, als kersverse ouders. De eerste nacht heb ik niet durven slapen. Ik was zo moe, maar wilde elk half uurtje even kijken en horen of ze nog ademde. De verpleegster zei op een gegeven moment dat het echt niet erg was, om even mijn ogen te sluiten. De eerste nacht heb ik dan ook maar twee uurtjes geslapen. Ze hadden mijn ijzerwaarde nagekeken. Dit was de helft lager dan dat het hoorde te zijn. Ik kreeg de keus of ik een bloedtransfusie wilde of een ijzertransfusie. Na de voor- en nadelen te hebben gehoord, ben ik voor de ijzertransfusie gegaan – met de kanttekening dat het ongeveer drie weken zou duren dat ik me weer ‘goed’ zou voelen. Doordat ik twee liter bloed was verloren en mijn ijzergehalte zo laag was, kon ik bijna niet op mijn eigen benen staan. Toen ik eenmaal thuis was en de kraamhulp ook was gearriveerd, voelde het voor mij alsof mijn moederschap nu écht zou beginnen. Ik hield er alleen geen rekening mee, dat ik alles vanaf de zijlijn moest meemaken. Aaron en de kraamhulp deden alles. Flesjes maken, verschonen, haar uit bed halen en wassen. Ik had voor mezelf een hoekje gemaakt, met een matje onder me – voor het geval ik zou doorlekken en dekentjes om Gaïa lekker warm te houden. Met alle kraamvisite die de eerste week kwam, heb ik dan ook niet bewogen en bleef ik in die hoek zitten. Ik heb uiteraard een paar keer geprobeerd op te staan, maar het werd dan zo snel zwart voor mijn ogen dat ik maar snel weer ging zitten. Gaia ging van arm tot arm, flesjes werden gegeven en ik vond het heel mooi om te zien dat ze nu al zo geliefd was. Ik voelde me zo trots, maar tegelijkertijd ook zo nutteloos. Ik had me dit niet voorgesteld als de eerste weken moeder zijn. Ik kon helemaal niks voor haar doen, behalve knuffelen. Ik heb in deze weken zoveel respect voor mijn partner Aaron gekregen. Hij heeft alle zware nachten op zich genomen, alle flesjes gegeven (om de 3 uur), haar in bad gedaan en aangekleed. Gaia had, zoals veel baby’s dat hebben, last van krampjes. Aaron heeft uren met haar in de woonkamer gelopen. Het enige wat ik kon doen, was luisteren in bed of het huilen minder werd. Het is zo frustrerend voor een nieuwe moeder om niks te kunnen doen. Dit resulteerde dan ook in veel huilbuien van mijn kant. Aaron had niet één baby maar twee baby’s die hij moest verzorgen. Hoe hij het uiteindelijk heeft gedaan, god mag het weten. Na anderhalve week ging ik het dan toch forceren. Ik wilde haar zelf wassen, haar zelf verschonen en flesjes leren maken. Dat klinkt heel raar, maar sinds ik uit het ziekenhuis was gekomen had ik nog geen één keer een flesje kunnen maken. Daar stond ik dan als een newbie mom, anderhalve week na de geboorte van Gaia. “Aar, hoeveel water moest er ook alweer in?”, “Aar, welke shampoo heb jij gebruikt?”en “Aar hoeveel schepjes melk?”. En dat ging zo de hele dag door.

De weken erna voelde voor mij alsof ik in een achtbaan zat. Aaron ging na twee weken weer fulltime werken. Ik was de meeste tijd met onze dochter alleen. Heerlijk vond ik het. De rust om even alleen te zijn, zonder de kraamhulp en zonder Aaron. Even geen ogen op mij gericht hoe ik het als newbie mom zou doen. Beetje ontdekken wat ze wel en niet fijn vond en natuurlijk andersom ook. Ongestoord je eigen baby vasthouden zonder dat iemand haar wilt overpakken. Het voelde heel fijn. Maar er waren ook genoeg dagen dat ik er doorheen zat. Dat ik dacht: “Ben ik niet te jong om al moeder te zijn? Waar ben ik aan begonnen? Ben ik wel een goede moeder? Doe ik het zoals het moet? Kan ik het allemaal wel? Zal ze later blij zijn met mij als haar moeder?”. Dat heeft me in de eerste periode heel onzeker gemaakt. Die twijfels. Je probeert als newbie mom uiteraard het beste te doen voor je eigen kind. Maar toen Gaia begon te huilen na een fles, of als ze net een schone luier had, wist ik gewoon niet wat er aan de hand was. “Zijn het krampjes? Heeft ze nog honger? Wilt ze gewiegd worden?”, ik wist het niet. Overal las ik wat anders op internet. Zelfs dat je, als moeder zijnde, kon horen wat voor huil het is. Een ‘Ik-heb-honger-huil’, of een ‘Ik-heb-krampjes-huil’. Nou mijn kind had maar één huil. Een hele luide huil. En dat was op één toon, altijd dezelfde toon. Dus nee, ik als newbie mom wist NIET het verschil tussen de huiltjes. Ik kon de huiltjes niet van elkaar onderscheiden.

Google was my best friend die eerste paar maanden, maar achteraf my worst enemy. Want pas later realiseerde ik me dat elk kind anders is en dat veel van die verhaaltjes je toch onzeker maken. Jouw eigen kind heeft geen handleiding dat je op internet kan vinden. Die handleiding moet je als nieuwe ouders zelf schrijven voor jouw eigen kind. De ene baby vindt het fijn om gewiegd te worden om in slaap te komen en mijn baby om lekker in haar bed met haar knuffeltje te liggen voordat ze gaat slapen. Er is geen goed en fout in een opvoeding van een kind (ja, nu hoor ik de moedermaffia zeggen: “Je mag je kind niet mishandelen en dergelijke”. Over deze extremen heb ik het nu natuurlijk niet). Ik heb het erover dat sommige moeders beslissen hun kindje in te bakeren en andere moeders dat niet doen, omdat ze dat zielig of heel raar vinden. Maar either way, het is beide goed, elk kind heeft een andere behoefte. Ik heb er heel veel aan gehad om advies te vragen aan mijn vriendinnen die al moeder waren. Maar ook toen zag ik dat Gaia niet alles perse fijn vond wat hun kindjes wél fijn vonden. Mijn moeder heeft me ook zoveel mogelijk geprobeerd te helpen, maar je ziet toch wel dat ‘vroeger alles anders was’. De beste tip is toch echt naar je eigen kindje luisteren, op een begeven moment vind je wel een weg en een manier.

Ik ben erachter gekomen dat er een taboe rust op ‘Het-niet-op-een-roze-wolk-zitten’. Veel mensen gaan er maar vanuit dat een kindje krijgen, één en al vreugde en blijdschap geeft. Geloof me, die vreugde en blijdschap is er écht wel, maar er zijn ook genoeg gevoelens, (kraam)tranen en onzekerheid de eerste paar maanden. Het was niet leuk om elke dag maar drie uurtjes te slapen ’s nachts. Het was niks aan als ze twee uur lang non-stop aan het huilen was en niets hielp. Maar wanneer iemand er naar vroeg: “En hoe vind je het om moeder te zijn?” Zei ik altijd direct: “Ja, echt zooooo leuk!”. Met wallen tot op me knieën en hoofdpijn. Ik voelde een soort van prestatiedrang naar de buitenwereld toe, hoewel we er bewust voor kozen om niks op social media te plaatsen van haar. Ik was er de eerste paar maanden zo bang voor, om te zeggen dat ik het zwaar vond. Bang dat mensen zouden zeggen dat ik er niet klaar voor was om moeder te zijn. Dit zat natuurlijk allemaal in mijn hoofd, want iedereen om je heen die het beste met je voor heeft zou zoiets niet zeggen en elke newbie mom heeft deze fase meegemaakt. Van alle poepluiers, huilbuien naar haar eerste lachje en het omrollen. Ik had het voor geen goud willen missen.

Hoewel het een bom onder onze relatie heeft gelegd, moet ik zeggen dat wij er tot nu toe heelhuids zijn uitgekomen. Het is nog niet gebarsten! We bleven goed communiceren. We probeerden niet om elke afwas de grootste ruzie te krijgen, omdat je beide maar drie uurtjes hebt geslapen. Het is onwijs wennen om zoveel verantwoording te hebben voor een klein hummeltje die volledig afhankelijk is van ons. Omdat je twee verschillende individuen bent met allebei een andere denkwijze en mening, zaten wij niet altijd op één lijn. Dat was soms heel frustrerend. Zeker met mijn moodswings van de achtergebleven hormonen, kon ik soms niet begrijpen hoe hij bepaalde dingen zag. We hebben zoveel gesproken de eerste periode en hij heeft mij zoveel vertrouwen gegeven (die ik écht nodig had) dat elke onenigheid zich uiteindelijk vanzelf oploste. Vrouwen zijn snel geneigd om te zeggen dat alles goed gaat, dat ze geen hulp nodig hebben en dat het allemaal zo natuurlijk gaat. Maar het is oké om erdoorheen te zitten. Het is oké dat alles niet perfect is. Het is oké om niet op een roze wolk te zitten na een bevalling. Het is oké.

Mijn dochter is oprecht alles voor me, maar ik heb haar vaak genoeg achter het behang willen plakken in het afgelopen jaar. Ik ben blij dat ik moeder ben, dat ik zo bevoorrecht ben dat ik dit mee mag maken.Ik durf daarbij ook te zeggen dat ik het onwijs zwaar vond. Het heeft mij zoveel geleerd over wie ik zelf ben, wat ik belangrijk vind en hoeveel ik mijn relatie waardeer. Het eerste jaar hebben wij samen overleefd, op naar de volgende aantal jaren!

DESIREE

Plaats een reactie