25 november 2016 was jouw eerste opname in het ziekenhuis. Gelukkig wisten we toen niet wat ons te wachten stond…
Ik was net weer begonnen met werken na mijn zwangerschapsverlof. Heerlijk om weer aan het werk te zijn. Zo ook die week werkte ik. Mijn baby ging naar de opvang op donderdag. Op een gegeven moment ging de telefoon van de opvang. Mijn kleintje was benauwd, wilde niet drinken en ze maakten zich zorgen. Ik heb de huisarts gebeld die tegenover de opvang was en ik kon direct terecht. De huisarts zei dat ze de griep had en dat we het in de gaten moesten houden. Vervolgens kwamen opa en oma omdat ik weer verder moest werken. Mijn baby was ziek en ik voelde aan dat ze achteruit ging. Ik reed in mijn pauze langs, meette haar temperatuur en gaf haar een zetpil, inmiddels had ze namelijk koorts. Gezien de jonge leeftijd van vier maanden belde ik op vrijdagmorgen toch de huisarts weer. We mochten direct komen. Lissa was inmiddels grauw van kleur, dronk weinig tot niets en was benauwd. De huisarts schrok lichtelijk en belde de kinderarts. Ik had dit scenario niet ingeschat. De kinderarts wilde Lissa meteen zien, gezien haar lage saturatie van circa 80. Ik gaf aan dat een ambulance echt niet nodig was en dat ik zelf kon rijden naar het ziekenhuis. Eenmaal op de eerste hulp werd mijn kleine prinses aan allerlei kabeltjes gelegd. Bloed prikken en een sonde werd ingebracht. Ook kreeg mijn baby’tje extra zuurstof. ik begreep meteen dat het niet goed was. Al snel hoorde ik dat Lissa werd opgenomen en we naar de kinderafdeling gingen.
Dag 1
Daar lagen we dan in quarantaine op B3 van de kinderafdeling. Iedereen kwam in pakken met mondkapjes binnen. Ik kreeg uitleg over alle apparatuur en al snel vertelden ze dat als Lissa achteruit ging, we dan naar een academisch ziekenhuis moesten. Alles piepte en ze had het blijkbaar zwaar. Om de 10 minuten liep er iemand binnen. Ze kreeg het steeds benauwder. Ze dronk niets zelf en ging steeds verder achteruit. Toen kwam de kinderarts langs. Ze dacht aan het RS-virus en gaf aan dat het ergste nog moest komen: Dag 4 en 5 waren namelijk het ergste. In Venlo konden ze niet beademen en als het zuurstofgehalte meer daalde, moesten we naar Maastricht. Er mocht niemand bij haar komen in verband met infectiegevaar. Daar gingen we dan. Een zware periode brak aan.
Dag 2
We kregen gezelschap en dus buren. Hun zoontje had ook het RS-virus. Hoe ziek de kindjes ook waren, het was om fijn bij elkaar te zijn. Ik bleef bij Lissa slapen en die nacht bleef de monitor piepen. Het gepiep werd zo erg dat er een noodalarm afging. Ik zag dat haar ademhaling langzaam daalde naar 15. Ik hoorde ineens een luid alarm en zag dat haar ademhaling plotseling nog maar 5 was. Ik stond op en rende naar de zusterspost die recht tegenover haar kamertje was. De zusters kwamen aangerend en pakten mijn baby direct uit bed. Ze controleerden haar mond en gaven haar extra zuurstof. Ik wist niet wat te doen en wilde handelen, maar ik stond erbij en keek ernaar. Ik hoorde dat ze de kinderarts belden. Hij kwam per direct. Langzaam zag ik weer ademhaling op het scherm. Ik ademde zelf diep in en uit. Jeetje dat was schrikken. Ik zag dat ze met drie man bezig waren. De kinderarts onderzocht haar. Blijkbaar hadden de longen het zo zwaar dat ze gewoonweg niet meer konden. Ze legden haar in een andere houding en zogen alle snot en slijm weg. Ik zag dat haar ademhaling weer goed op gang kwam. De zusters bleven de hele nacht bij haar bed. Ik deed geen oog dicht en in de morgen zou gekeken worden hoe ze het deed en of we naar Maastricht moesten met meer specialistisch zorg.
Dag 3
Ik gaf Lissa drinken via de sonde. Ze zag er zo slecht uit. Ze was wit en grauw. Gelukkig heeft ze geen ademstop meer gehad. De kinderarts besloot dat ze hier mocht blijven, maar als er nog eenmaal zo’n stop was, moest ze naar Maastricht. Ik vond het vreselijk dat we nog maar op dag 3 zaten en dat dus het ergste nog zou moeten komen…
WORDT VERVOLGD…
MARLEEN