Elke ochtend dacht ik: “pffiew, het is nog niet zo ver, kan ik vandaag nog even een wasje doen en het huis opruimen”. Ik had zo’n gevoel dat de weeën ’s nachts zouden starten, dus was ik iedere ochtend stiekem opgelucht. Vanuit praktisch oogpunt dacht ik er nog niet klaar voor te zijn – ik ben zo’n ik-doe-alles-last-minute-type, dus ook de vluchtkoffer had ik nog maar net gepakt. Maar eigenlijk was het vooral een excuus om me mentaal nog wat langer voor te bereiden. Ben ik al wel klaar voor de bevalling? En vooral: voor het leven dat zo gaat veranderen, als ik iedereen om me heen moet geloven? De zwangerschap was voor mij niet perse een roze wolk. Het ‘zwanger worden’ ging veel sneller dan verwacht, wat natuurlijk een cadeautje was, maar ik moest wel een beetje afkicken van mijn ‘oude’ levensstijl, jawel, ook de rauwe vis en wijntjes haha. En ik moest wennen aan de gedachte dat mijn leven nooit meer hetzelfde zou zijn. Daarnaast was ik veel misselijk en lichtelijk down door de hormonen, ondanks de intense liefde die ik natuurlijk voelde voor het meisje wat in mijn buik groeide, dat stond er los van. Ik voelde me soms wel eenzaam bij die gevoelens, want er werd nooit over gesproken en er lag best een taboe op bleek toen. Maar hoe meer ik haar in mijn buik voelde bewegen, hoe blijer ik werd. Dit maakte de zwangerschap ook ineens veel minder abstract en hierdoor bouw je ook al een band op.
Totaal onverwacht op mijn uitgerekende dag, zijn de weeën gestart. Het voelde in de ochtend eerst als lichte menstruatiepijn, dus ik dacht dat dit voorweeën waren en nog dagen of misschien wel weken kon duren. Totdat ik aan het eind van de middag mijn zus aan de lijn had en vertelde dat er ineens wel een soort partoon in de pijn zat. Elk halfuur voelde ik een zeurende pijn en daarna ebde dat weer weg. Toen zei ze: “Marlieke, jij gaat vanavond of vannacht bevallen, geloof mij maar”. En ze had gelijk, in de avond zette de weeën flink door en zo’n 30 uur later, op dinsdag 16 januari, is onze dochter Imae geboren. En wat zo bijzonder is? Vanaf het moment dat mijn dochter op mijn borst lag, en ik die rothormonen mee had weggeperst, voelde ik zo’n ontzettende opluchting. Dat gekke, onverklaarbare rotgevoel had plaatsgemaakt voor intense liefde! Ik wist niet dat de verliefdheid die je voelt voor een kind zo intens en bijzonder is. Gewoon continue vlinders in mijn buik en een glimlach van oor tot oor, wat je had als verliefde puber. In die tijd kreeg ik alleen geen hap door mijn keel en in deze verliefdheid heb ik in rap tempo wel 10 broodjes filet americain weggewerkt.
Nu weer even terug naar die bevalling, want daar gaat dit verhaal tenslotte over. Die bevalling heeft een andere wending gekregen, omdat ik graag die ruggenprik wilde. Toen ik mijn moeder namelijk een keer vroeg naar de intensiteit van de pijn van weeën, zei ze: “Wanneer je denkt dat het niet nog méér pijn kan doen, wordt het toch steeds nóg pijnlijker”. Dank je mam. Ik hoorde daarnaast veel positieve verhalen over een ruggenprik, vriendinnen vertelden dat ze met een ruggenprik in vier uur fluitend door de bevalling fietsten. Dat wilde ik ook! Dus ik had er voor gezorgd dat iedereen wist dat ik no matter what een ruggenprik wilde. De weeën werden die nacht dus steeds erger, maar wel nog steeds heel onregelmatig. Ze moesten regelmatig zijn voordat we de verloskundige mochten bellen, werd ons verteld. Dus we gingen nog even door met het ’timen’. Totdat ik echt kapot ging van de pijn en dacht: “Ik wil gewoon toch even contact hebben met de verloskundige”. Ze kwam gelukkig snel langs en zag dat ik 3 centimeter had. Net te weinig voor een verwijzing naar het ziekenhuis, maar toch volgden meteen de verlossende woorden: “Jij wilde een ruggenprik toch? Dan mag je nu naar het ziekenhuis”.
Wat een opluchting. Dus we zaten binnen 10 minuten in de auto. De weg was afgesloten en de brug stond open, briljante timing, dus na een halfuur (wat een ritje van 10 minuten had kunnen zijn) zat ik weeën weg te puffen in de lift van het ziekenhuis. Dat moment kan ik me nog heel goed herinneren, want wanneer je een wee hebt, kun je niet lopen. Je verstijft van de pijn (ik had rugweeën), dus dan moet de lift even “vast” gehouden worden, voordat je zomaar op de 12e verdieping belandt. Vrij snel daarna lag ik op een ziekenhuisbed en zat er een prik in mijn rug. En ook verrassend snel voelde ik mijn benen, rug en buik niet meer. Heerlijk! Die relaxtheid was alleen van korte duur, want wat bleek? Mijn ontsluiting besloot ermee te kappen. Ik bleef hangen op 5 centimeter, dus we moesten overgaan op wee-opwekkers. Op zich geen probleem, alleen moest het een flinke dosering zijn omdat de ontsluiting in mijn geval anders niet op gang kwam. En daar reageerde het hartje van mijn dochter op. Haar hartslag ging op en neer. Ze zeiden dat dit geen kwaad kon, en gingen gewoon door met de aanpak. Toch vertrouwde ik het niet en drukte continue met bezwete handjes op de rode help-knop naast mijn bed. Ze zeiden steeds dat ik me geen zorgen hoefde hoefde te maken. Na zo’n 12 uur in spanning te hebben gelegen, mocht ik eindelijk persen. Niet helemaal gerust, want ze gaven al vooraf aan dat de reserves van mijn dochtertje minimaal waren, vanwege het op en neer gaan van haar hartslag. En toen, tijdens het persen, bereikte haar hartritme een dieptepunt. Haar hartslag ging van 200 naar 60, waardoor ook de artsen zich zorgen maakten. Ze hadden het geluid aan laten staan waardoor ik haar hartje ook naar beneden hoorde gaan. Ik dacht dat ze het niet zou overleven, doodsbang was ik. En binnen no-time werd gezegd: “Het OK staat klaar” en stormde een team van kinderartsen, gynocologen en assistenten mijn kamer binnen. Zo’n acht nieuwe gezichten, waar ik op dat moment best van schrok. Ik dacht: “Dit is foute boel”.
Heel duidelijk zeiden ze tegen me: “Marlieke, je hebt nu nog maar een paar kansen om te persen, het is heel belangrijk dat je goed luistert naar mijn aanwijzingen en álles geeft”. Ik had aan alles door dat het nu of nooit was: de tone-of-voice, de blikken die ze onderling wisselden en het team dat de bevalling ineens ineens ‘overnam’. Ik kon wel janken, doodsbang was ik dat mijn dochter het niet zou overleven. Dus ik zei ook steeds: “Doe alsjeblieft een keizersnede”. Maar toch moest ik persen. Ik voelde een mix van extreme angst, vermoeidheid en pijn, maar ik moest sterk zijn om nog te kunnen persen. En tijdens het persen kwam ook een ijzeren tang en vacuumpomp tevoorschijn. Na een paar persweeën waarbij ik gevoelsmatig mijn leven gaf – ongelooflijk wat voor oerkracht er dan uit een vrouw kan komen – kwam ons meisje uiteindelijk op de wereld. Zonder twijfel de mooiste dag van mijn leven. Toen Imae op mijn borst lag overviel dat moedergevoel me, het voelen van de liefde voor je kind is het mooiste wat me ooit is overkomen. Ik kon alleen maar naar haar kijken, zó mooi was ze. Maar ook vroeg ik wel 10 keer: “Is alles goed met haar?” Ik kon het bijna niet geloven. De angst die ik voelde, was na alle positieve testen gelukkig als sneeuw voor de zon verdwenen. Mijn man en ik zeiden meteen tegen elkaar: “Dit is zo bijzonder”. We wensen ooit een tweede, dit smaakt naar meer, haha.
En nu genieten we elke dag intens van onze dochter. Ze is mooi, grappig, lief, slim en temperamentvol. We zijn nog steeds stapelverliefd. Ook onze relatie is er sterker van geworden, we zijn een hecht gezin. En die tweede? Daar zijn we nog niet aan toe, eerst haar tweede verjaardag maar eens vieren en optimaal genieten van alle fases, want die gaan al snel genoeg. Daarna: heel graag! Vroeger zeiden klasgenootjes tegen mij: “Jij bent een Diesel, je komt traag op gang maar als je eenmaal gaat…” Dat is ook in het moederschap het geval. Ik moest even wennen tijdens de zwangerschap, maar de liefde groeit elke dag. Mama zijn is de leukste job die ik kan hebben!
MARLIEKE
Wil je Marlieke volgen?! Ze heeft een gaaf YouTube-kanaal! Neem hier een kijkje!