“Nee, ik heb het niet zo op Hans Kraaij Junior. En ook niet op Gijs Staverman.”
“Waarom niet?” Vraagt mijn vriend.
“Uhm, ze zijn een beetje kneusjes. Mijn moeder vond hen ook niks.”
Een uitspraak die mijn moeder ooit eenmalig deed toen deze beide heren, eind jaren ‘90, nog geregeld op tv verschenen. Haar mening. Een mening die ik als kind klakkeloos heb overgenomen en als volwassene nog steeds uitspreek. Een mening die ik echt ben gaan ervaren als een eigen mening. Ik vind Hans Kraaij nou eenmaal een beetje een ‘kneusje’ en Gijs Staverman was toch ook altijd een beetje een vreemde eend? Ik roep het dus niet zomaar. Ik vind het echt. Maar het is wel vreemd dat ik me daarin zo uitspreek, terwijl ik eigenlijk van nature niet iemand ben die een negatief oordeel over een ander heeft, laat staan uitspreekt. Ik vind het al snel zielig voor een ander. Zielig als iemand iets gemeens over een ander zegt, zielig als iemand de underdog is en zielig als iemand het pispaaltje is. Ik ben zo’n iemand die naast de ‘nerd’ gaat lopen, omdat hij zo ‘zielig’ alleen loopt. Ik ben dus ook de laatste die over een ander oordeelt wanneer ze ‘anders’ zijn. 1. Omdat ik dat (ja daar komt ie weer): zielig vind en 2. Omdat ik het eigenlijk hartstikke mooi vind als iemand anders durft te zijn. Dus terug naar Hans en Gijs, waarschijnlijk had ik deze ‘mening’ diep van binnen nooit gevormd wanneer mijn moeder het aanzetje niet had gegeven.
Nog zoiets, ik vind zwarte kleding bij een jong en vooral blank kind niet kunnen (no offense mommy’s die dit wel doen). Dit is ook iets wat mijn moeder vroeger vond. Ik heb zeker tot mijn twaalfde geen zwarte kleding mogen dragen. Hetzelfde geldt voor schoenen met een ‘hakje’. Man, wat vond ik dat gemeen van mijn moeder! En nu? Nu denk ik er exact hetzelfde over.
Wat ik eigenlijk probeer te zeggen is dat we als ouder een enorme invloed hebben op onze kinderen. Ik vind het zelf best een eng idee dat wij die mooie pure zieltjes deels verpesten met wat wij aan hen overbrengen. Zo ben ik vrijwel mijn hele leven lang niet heel erg goed in zelfliefde geweest. Vooral op uiterlijk vlak. Ik was kritisch, zelfs op de kleinste details. Iets wat ik absoluut niet wil meegeven aan Pippa. Ik heb me hier dan ook best druk om gemaakt tijdens mijn zwangerschap. Hoe ging ik ervoor zorgen dat ik dit niet onbewust zou overbrengen op haar? Hoe ging ik oprecht van mijn buitenkantje houden? Thank god beviel ik op Pippa haar geboortedag niet alleen van haar, maar ook van een dosis zelfacceptatie. Het moederschap zorgde ervoor dat ik alles veel beter in perspectief kon plaatsen. Uiterlijk werd iets kleins. Bijzaak. Zij, wij, ons. Dat was het allerbelangrijkste. De rest werd ruis.
Toch zullen we allemaal fouten maken in onze ‘voorbeeldfunctie’. En niet alleen met kleine uitspraken over een persoon of kleur kleding. Zo merk ik dat, ondanks mijn gegroeide zelfliefde, uiterlijke verzorging iets is wat in mijn aderen zit. Doorgegeven van mijn oma aan mijn vader en hij weer aan mij. Hij vindt het bijvoorbeeld niks als ik Pippa een beetje ouderwets chique kleed, omdat hij er vroeger zo bij moest lopen van mijn oma. Ik vind het op mijn beurt stom dat ik door hem zonder pardon terug naar boven werd gestuurd wanneer ik in een hippe broek met gaten naar beneden kwam. En toch, ook al probeer ik me er tegen te verzetten, breng ik exact hetzelfde over op Pippa. Zo zorg ik dat bij elke outfit een schoen past qua kleur. Ook al komt ze nog zo lief en hoopvol met haar roze schoenen (gekregen van haar vader) aangelopen, ik vertik het om ze aan te doen. Haar haartjes worden midden op de dag zeker één keer opnieuw geborsteld en in een staart gedaan. Ik kan er niet goed tegen als het een onverzorgde pluizenbol is. Soms hoor ik mezelf zeggen: “Pip doe nou niet zo wild met dat kussen. Ik heb net je haar gedaan.” En ja, ik schrik als ik het mezelf hoor zeggen. Want ik wil helemaal niet dat zij zo gaat denken. Ze mag er zijn, helemaal zoals ze is. Zonder maar ook zeker met pluizenbol. En toch kan ik het moeilijk aanzien wanneer ze er uitziet als een sloddervosje.
Mocht ze op mij lijken dan zal het niet lang meer duren tot dat zij een eigen mening over haar kleertjes, schoentjes en haren krijgt. Ik kan je nu al vertellen dat ik er moeite mee ga krijgen wanneer zij graag een Mickey Mouse trui met een zuurstokroze tule rok aan wil. Wanneer ze haar haren zelf in een vreselijk slordige staart doet. En wanneer ze elke dag hetzelfde paar schoenen aan wil. Ik weet niet of ik het kan loslaten, maar ik zal mijn uiterste best doen. Want ik wil niets liever dan haar meegeven dat ze zichzelf mag zijn. Dat ze uit mag groeien tot een eigen individu. Met haar smaak en mening. Niet die van mij. Laten we ons best doen om die pure zieltjes zo puur mogelijk te houden. Zij zijn het voorbeeld van hoe we eigenlijk horen te zijn. Zonder oordeel en bovenal vrij.
MAIKE (klik hier voor haar Instagram)