Op 20 december 2017 was ik uitgerekend van ons derde kind, een meisje. De zwangerschap verliep niet geheel voorspoedig. De eerste weken gingen prima, ondanks de normale zwangerschapskwaaltjes en de angst die er heerste vanwege de twee miskramen die ik had voor deze zwangerschap. Nadat ik de 12 weken voorbij was en ik haar op den duur voelde bewegen in mijn buik nam de angst steeds meer af. ‘Eindelijk, een zwangerschap zonder zorgen!’, dacht ik…
Een paar weken later, ik was toen ongeveer 16 weken zwanger, kreeg mijn moeder de diagnose borstkanker. Vanaf dat moment waren de harde buiken in vol ornaat aanwezig. De spanning en onzekerheid waarin we zaten deden de zwangerschap geen goed. Rust was dan ook het sleutelwoord. Weer een aantal weken verder in de zwangerschap werd er inwendig een ‘zwembandje’ geplaatst door de gynaecoloog, vanwege een laagliggende baarmoedermond. Om een heel lang verhaal kort te maken: genieten van een relaxte zwangerschap zat er niet in. Ons meisje zo lang mogelijk binnen houden was het doel. En, dat was gelukt!
Het was vrijdag 15 december 2017, toen ik stipt om 7 uur ’s morgens aan de telefoon hing met de verlosafdeling van het ziekenhuis: of er een plekje vrij was bij hen. Ik zou die dag namelijk een handje geholpen worden, mits er een plek vrij was. Helaas, alle plekken waren bezet. Shit! Ik moest en zou die dag bevallen. Mijn lijf was er klaar mee en ik was er mentaal klaar mee. Ik sliep al maanden zo ontzettend slecht door al die harde buiken. Het was genoeg geweest. Vanaf het moment dat ze mocht komen, besloot ze de boel van binnen te blijven prikkelen, maar er nog wel te blijven zitten. Karaktertje, toen al. In die tijd had ik veel contact met mijn verloskundige die de bevalling zou doen. Zij is een bekende van ons en het leek me zo fijn als zij de bevalling weer zou doen. Dag en nacht stond ze klaar voor ons. Wat een wereldvrouw! Toen ik haar die ochtend vertelde dat de verlosafdeling vol zat, zij zei dat ze haar best zou doen om te kijken of er toch een plekje was of vrij zou komen. Even later belde ze mij: “Je kan je om 9 uur melden in het ziekenhuis, ik zie je daar!” Woooow, het gaat dus echt gebeuren vandaag. Mijn vader was inmiddels gearriveerd voor de andere twee kinderen, mijn schoonmoeder zou later die dag naar ons toe komen om mijn vader te helpen en in de buurt te zijn van ons.
“Ha, goedemorgen, ik kom lekker bevallen bij jullie vandaag”, zei ik tegen de aardige mevrouw die ons ontving op de afdeling. Laat dat ‘lekker’ maar achterwege dacht ik daarna meteen. We werden naar de verloskamer begeleid, waar ik mij mocht installeren. Mijn dikke nachthemd van fleece en te lelijke dikke sokken die ik speciaal gekocht had voor de bevalling trok ik aan. De CD met kerstliedjes pakte ik uit mijn vluchtkoffer en deed die in de CD-speler die speciaal voor ons was gehaald. In mijn geboorteplan had ik namelijk één wens opgeschreven: kerstliedjes luisteren tijdens de bevalling. Ja, serieus. Dat leek mij nou leuk en een keer wat anders dan bij de oudste twee die beiden in juni geboren zijn. Terwijl ik lekker op dat bed lag in mijn warme nachthemd, met kerstliedjes op de achtergrond, kwam mijn verloskundige met de dienstdoende verloskundige van het ziekenhuis kijken hoe het ervoor stond. Eén van de twee was de gelukkige om mij te toucheren: 3 centimeter ontsluiting, vliezen nog niet gebroken. Ze besloten om die meteen te breken, in de hoop dat de ontsluiting zou vorderen. Een uur later en wat kerstliedjes verder, kwamen we tot de conclusie dat de weeën minimaal waren en ik nog wel een extra handje geholpen mocht worden. Het infuus werd geprikt, de weeënopwekkers werden aangezet. Deze weeënopwekkers leken wel wat te doen bleek weer een uur later: 5 centimeter ontsluiting. “We zetten ‘m nog een tandje hoger, zodat het vlotter gaat”, zei de dienstdoende verloskundige. Ik zei nog lachend: “Ja joh, helemaal goed. Hoe sneller, hoe beter. Ben ik voor het eten thuis.” Waar de weeën eerst nog goed te doen waren, werd het nu niet zo grappig meer. De weeën volgden elkaar steeds sneller op. De pieken waren duidelijk zichtbaar op de monitor. Ik begon toen ergens met klagen, dat ik die weeën niet tof meer vond. “Oh ja, zó voelden die krengen aan”, zei ik tegen Bart en onze verloskundige. Bart probeerde het nog wat luchtig te maken voor mij door het te hebben over eten. Hij weet namelijk hoe vrolijk ik word van eten. Het is uitzonderlijk dat ik zei: “Ssst, niet over praten, gewoon NIET DOEN.”
De weeën bleven elkaar in rap tempo opvolgen en de uitputting was van mijn gezicht af te lezen. “It will be lonely this Christmas, without you to hold”, dat kerstliedje van Mud, hoorde ik ondertussen op de achtergrond. “It will be cold so cold, without you to hold”… Ik ging helemaal op in de stem van die vent. Ik heb dat liedje nog nooit zo aandachtig beluisterd. De adrenaline die vrij hoort te komen bij een bevalling, had ik de maanden ervoor al verspild geloof ik. Of de kerstliedjes op de achtergrond onderdrukten de adrenalinekick, wie zal het zeggen. Ik wilde de bevalling op eigen kracht doen. ‘Geen poespas aan mijn lijf’, dacht ik voor de bevalling. Toen even later, we waren weer zo’n twee uur verder, bleek dat ik 7 centimeter ontsluiting had piepte ik: “Geef me een ruggenprik, iets, ik ben op.” Omdat ik al 7 centimeter ontsluiting had, mocht een ruggenprik niet meer. Ik keek mijn verloskundige hopeloos aan, zij was samen met Bart de enige van wie ik iets aannam. Karaktertje wel hé? De dienstdoende verloskundige van het ziekenhuis moest de bevalling begeleiden, omdat ik ‘medisch’ was geworden. Inleiden is medisch. Mijn verloskundige knikte lief naar me en zei dat ik lachgas kon krijgen. “Doe maar! Wanneer komt het? Ik wil high worden.” Niet dat ik nou zoveel ervaring heb met high worden, maar als dit hielp bij het weghalen van de scherpe randjes van de weeën vond ik het allang prima. Even later kwamen ze aangereden met een hele grote fles vol lachgas op wielen. Menigeen junk zou jaloers op me zijn. Ze legde mij uit dat ik een stofzuigerkapje onder mijn kin zou krijgen, anders zou iedereen in de verloskamer high worden. “Lekker toch?”, kon ik nog net uitkramen. Ik had werkelijk geen idee wat dat lachgas inhield. Het stofzuigerkapje kreeg ik om en in mijn hand kreeg ik een mondkapje. Dat kapje moest ik om mijn neus en mond plaatsen en diep inademen. Die stofzuiger onder mijn kin werd ondertussen aangezet; wát een herrie! Ik had het idee dat ik zelf bijna naar binnen gezogen werd door dat kapje heen. Het was echt niet te doen. Een paar keer plaatste ik dat mondkapje om mijn neus en mond heen en ademde heel diep in. ‘Wat een gore lucht en smaak’, dacht ik, ‘nog een paar keer zo doorgaan en ik kots heel dat bed onder’. Toch wilde ik het blijven proberen, blijkbaar won de nieuwsgierigheid het van de kotsneigingen. Ik werd een beetje licht in mijn hoofd, ik voelde mijn lippen tintelen, de kamer draaide een beetje, maar die verdomde weeën werden er echt niet minder om. De kotsneigingen daarentegen wel. Ik hoorde mijn kerstliedjes ook niet meer op de achtergrond door dat zuigapparaat onder mijn kin. Ik was het zat. Om te janken dat lachgas! Ik zei dat ze het NU van mij af moesten halen, ik moest die onzin niet meer. Ik snap dus tot op de dag van vandaag niet wat mensen zo relaxt vinden aan lachgas. Dat stofzuigerkapje werd uitgezet en van mijn hoofd afgehaald. Wat een verademing! “All I want voor Christmas, is yooouuu”, hoorde ik op de achtergrond. Ha, het vertrouwde geluid van mijn kerstmuziek was er weer. Op dat moment zei ik: “Ze gaat komen, ik voel die druk van onder.” En ja hoor, ik had volledige ontsluiting. Dat gedoe met dat lachgas was dan toch ergens goed voor: de tijd leek ineens wat sneller te zijn gegaan. Ik had binnen een half uur 3 centimeter ontsluiting erbij, waardoor ik dus op volledige ontsluiting zat. Maar liefst drie persweeën verder werd ons meisje dan geboren. Het laatste stuk van de bevalling besloot ik ter plekke om haar er zelf uit te vissen van onderen en op mijn buik te leggen. Ik denk dat het door de kerstliedjes kwam.
Een klein, gezond meisje die mij na een kort huiltje meteen aankeek met grote ogen, alsof ze wilde zeggen: “Hier ben ik dan eindelijk, mam. Karaktertje heb ik al wel, hé?”
Welkom, lieve Liva!
SHARON (klik hier voor haar Instagram)