Hoe vertel je ouders met een taalbarrière dat hun net geboren kindje van alles moet ondergaan om zich buiten de baarmoeder te kunnen ontwikkelen? Iets wat ik mij vaak afvraag en waardoor eigenlijk mijn hart steeds een beetje breekt. Want het is voor ouders die de taal goed beheersen al moeilijk te begrijpen wat er allemaal gebeurt…
Op de afdeling is een jongetje opgenomen, geboren met 25 weken, huidige leeftijd 27 weken. Zijn ouders wonen enige tijd in Nederland, maar komen oorspronkelijk uit het Midden Oosten en beheersen de Nederlandse taal nog niet. Als mijn dienst begint, ga ik altijd even langs de ouders die aanwezig zijn bij hun kindje op de neonatologie. Even kennis maken, bijpraten, vragen inventariseren of gewoon alleen om mijn gezicht te laten zien. Zo deed ik dat nu dus ook. Met handen en voeten legde ik vader en moeder uit dat hun zoontje heel klein was en vandaag een zware dag heeft gehad. Hij kreeg namelijk een nieuw infuus en zijn ademhalingsondersteuning was opgehoogd. Omdat hij veel moest spugen kreeg hij al enkele dagen hele kleine beetjes voeding via een sonde toegediend. Maar hoe legde je dit uit met handen en voeten? Dat vroeg ik mij op dat moment ook af.
Pittig, moeizaam, stabiel slecht, je kon er verschillende woorden voor bedenken maar eigenlijk drukte geen enkel woord uit hoe de situatie echt was op dat moment. In de ogen van deze ouders zag ik wanhoop, verdriet en een hele grote vraagteken. Zij wisselden blikken tussen mij en hun kleine zoontje in de couveuse. Hij lag daar bleek en slap te slapen aan allerlei slangetjes en stekkers. En dan stond ik daar, in een wit uniform, te brabbelen in een taal die voor ouders niet te volgen was en te gebaren om duidelijk te maken hoe het ging. Ik besloot dat deze versie van het spelletje ‘hints’ geen succes had en ging over op plan B. Ik gebaarde dat moeder haar zoon mocht aanraken, maar ik zag de paniek in haar ogen, ze was bang. Moeder deed de deurtjes van de couveuse wel open, keek naar binnen, maar raakte haar zoon niet aan. De tranen stonden in haar ogen. Ik stond aan de andere kant van de couveuse en opende de deurtjes aan mijn kant ook. Ik deed mijn hand in de couveuse en stak mijn hand uit naar moeder, zij twijfelde niet, pakte mijn hand vast en kneep er in. Samen bewogen wij richting haar zoontje en manoeuvreerde ik moeder haar hand richting het hoofdje van haar zoon en legde mijn hand over die van haar heen terwijl zij zijn hoofdje aanraakte. Ik zag een glimlach op haar gezicht ontstaan, er liep een traan over haar wang en ik zag nog de angst in haar ogen staan. Vader stond emotioneel naast mij en hield zijn hand op mijn schouder. ‘Dank’, was wat hij in zijn beste Nederlands tegen mij zei. Hij knikte naar mij en perste een glimlach op zijn gezicht. Toen ik een stapje opzij ging en ruimte maakte voor vader, gebaarde ik dat hij zijn wijsvinger in de hand van zijn zoontje kon leggen. Direct pakte het jongetje de wijsvinger van zijn vader vast en liet deze niet meer los. Beide ouders waren zichtbaar ge-emotioneert en staarden naar hun kleine baby in die grote glazen couveuse. Ik stak mijn duim op naar hem en nam langzaam afstand. Ouders knikten naar mij, ik sloot de gordijnen rondom de couveuse een stukje voor een klein beetje privacy en ik trommelde zo snel als ik kan een neonatoloog en een tolk op.
Deze ouders kregen met behulp van een tolk een gesprek. Daarin werd uitgelegd hoe het ging en wat er allemaal gedaan was. Ik voegde mij ook bij dit gesprek en vroeg hen wat zij er van vonden om hun zoontje aan te raken in de couveuse. Zij vertelden mij dat dit eng was, maar zo waardevol, bijzonder en emotioneel. Ik legde hen uit dat wij, verpleegkundigen, ons best zullen doen uitleg te geven aan ouders en dat wij er voor zullen zorgen dat er een tolk was om gesprekken te vertalen als er (nieuwe) medische informatie was voor hen. In de weken die voorbij gingen, vonden er met regelmaat tolkgesprekken plaats. Daarvoor belden wij de tolkentelefoon, reserveerden we van te voren een tolk van het juiste dialect en planden we een afspraak in met ouders, arts en tolk. Als het mogelijk was sloten andere disciplines ook aan bij dit soort gesprekken zodat ook zij konden vertellen hoe het ging. Helaas bestaat er nog geen methode waardoor er de hele dag door met een tolk gecommuniceerd kan worden. Verpleegkundigen praatten daarom gedurende de dag nog steeds met handen en voeten. Ouders leren steeds beter Nederlands te spreken en doen hun best de taal eigen te maken. Toch blijft het moeilijk om emoties te verwoorden, dat is al moeilijk als je de taal wel spreekt, laat staan als de taal niet eigen is. Het kijken naar lichaamstaal en het winnen van het vertrouwen is daarom heel erg belangrijk. De patiënten moeten zich overgeven aan wat wij met hun zoontje doen.
NEONATOLOGIE VERPLEEGKUNDIGE ROMY (klik hier voor haar Instagram)