Het is alweer bijna een jaar geleden, mijn bevalling van Isaac, ons sterrenkindje. September 2018 beviel ik van ons zoontje die na het veel te vroeg breken van mijn vliezen was overleden. Het jaar ervoor in september beviel ik van een gezonde dochter, Alva. En aankomende september hoop ik te bevallen van een gezonde tweede zoon. Allemaal septemberkindjes.
Een jaar voor Isaac beviel ik van mijn eerste kindje, een prachtige dochter. Wat een intense pijn zo’n bevalling. Maar alle clichés zijn waar. Het was het meer dan waard en zodra je dat kindje in je armen hebt vergeet je alles. Nou ja, bijna alles dan. Ik schijn wel te hebben geroepen dat mijn vriend goed moest kijken, want dit was de enige keer dat hij dit zou meemaken. Wat had ik een spijt van die opmerking toen ik beviel van Isaac. Want ja, deze bevalling was natuurlijk totaal anders, dus in die zin had ik gelijk gekregen.
Beide bevallingen staan in mijn geheugen alsof het nog maar zo kort geleden is. En eigenlijk is dat ook zo. Dit wordt de derde bevalling in drie jaar. De laatste bevalling was intens verdrietig omdat ik er geen levend kindje voor terug kreeg. De pijn en leegte die deze laatste bevalling meebrachten maken ook dat ik vertrouwen heb in mijzelf. Als ik zoveel heb doorstaan voor een levenloos kindje, gaat het mij deze keer ook weer lukken. En eigenlijk kijk ik er ook weer naar uit, net als de eerste keer. Soms lijkt het alsof het gister was de bevalling van Isaac, omdat ik zoveel beelden zo helder terug kan halen. Ondanks dat het zo’n bijzonder verdrietige dag was haal ik ook kracht uit de herinnering aan alles wat er die dag was. Het was namelijk ook de dag dat wij een zoon kregen. Nadat mijn vliezen totaal onverwacht en veel te vroeg waren gebroken met ruim vier maanden, was er eigenlijk weinig hoop. Pas vanaf 24 weken zwangerschap kunnen en mogen ze iets voor mijn kindje betekenen in het ziekenhuis. Nu was het een kwestie van afwachten. Hij deed het zo goed in de buik, ons kleine jongetje, ondanks dat hij nauwelijks nog vruchtwater had, bleef zijn hartje kloppen. En met het kloppen van zijn hartje ook de moed en de hoop bij ons. Ondanks de slechte prognose hielden wij vast aan het moment. Hij was er nog en hij leefde in mij. Heel stiekem hoopte ik dat hij de 24 weken zou halen en we een vreselijk moeilijke tijd zouden hebben, maar dat alles goed zou komen. Helaas mocht dat niet zo zijn. Na enkele dagen heeft zijn hartje het begeven. Dat was intens verdrietig en moeilijk. Naast het enorme verdriet kwam ook de angst, de bevalling van een levenloos kindje. Vaak komt een bevalling in de eerste paar dagen na het te vroeg breken van vliezen vanzelf op gang. Bij mij niet. Isaac heeft nog even geleefd, maar ook nadat zijn hartje dus na een aantal dagen stopte kwam er niks op gang. Stiekem was ik blij. Mijn dochter werd één jaar, het leek me zo verschrikkelijk op haar verjaardag ook te bevallen van Isaac. Dit was haar dag, en dat bleef het. Twee dagen erna zou ik worden ingeleid. Ondanks dat ik wist wat er ‘ongeveer’ ging komen, was ik ontzettend bang. Voor de fysieke pijn, maar ook voor het mentale deel. Een bevalling vergt zoveel kracht, lichamelijk en geestelijk. Maar alles doen voor een verschrikkelijk einde stond mij zo enorm tegen. Maar het was hoe dan ook onvermijdelijk. Even vroeg ik mij nog af waarom ze dan niet “gewoon” een keizersnede zouden doen onder algehele narcose. Maar gelukkig doen ze dat in principe niet. Want hoe vreselijk ook, de bevalling en geboorte helpen bij de verwerking. En een keizersnede is uiteindelijk een grote operatie. De dag voor de bevalling gepland stond, bracht ik tabletten in. Die zorgden ervoor dat mijn baarmoeder vast week zou worden. Die nacht sliep ik nauwelijks. Deels door de spanningen van de bevalling maar ook deels door de spanningen dat ik toch ook mijn zoontje ging ontmoeten. En ergens keek ik daar ook naar uit.
Op de ochtend van de bevalling moest ik mij vroeg melden op de afdeling verloskunde. Het is eigenlijk zo verschrikkelijk oneerlijk dat dit gebeurt op de afdeling waar ik ook baby’s gezond en wel met hun kersverse ouders naar huis zag gaan. Waar vrouwen liggen te bevallen die er het mooiste wat er bestaat voor terug krijgen. Waar ik tegen dikke buiken aankeek bij het lopen van een rondje. Gelukkig was iedereen ontzettend lief en had ik een goed gevoel bij de dienstdoende verloskundige en verpleegster. Bij dit soort bevallingen proberen ze te zorgen dat je de gehele dag maar twee gezichten ziet die een soort van vertrouwd voelen dan. Zelf had ik die ochtend de eerste dosis weeënopwekkers toegediend. Er gebeurde weinig. De verloskundige vertelde mij dat het niet ongewoon was dat dit soort bevallingen meer dan 24 en soms wel 48 uur duren. Dat was even een tegenvaller. Ik was er vanuit gegaan dat ik die avond naar huis zou kunnen. Maar zij vertelde mij dat dit net zo lang en pijnlijk is als de bevalling van een voldragen kindje. Het voelde allemaal zo oneerlijk, dat je naast het enorm grote verlies ook nog de ellende kreeg van een bevalling die je eigenlijk voor niks doet. Tenminste, dat dacht ik toen. Want achteraf heb ik het niet voor niks gedaan. Ik heb het gedaan voor mijn zoontje, zodat ik hem kon ontmoeten. Zodat ik hem, hoe kort ook, bij mij kon hebben, en dat moment altijd bij mij draag in mijn hart. De dag ging vreselijk langzaam voor mijn gevoel. We zochten een mooi mandje en beddengoed uit waarin we hem zouden toedekken. Zelf hadden we een knuffel, mooie doek en kaartje mee voor bij het mandje. We hebben rondjes gelopen om het ziekenhuis, ik heb een kilo bonbons weggewerkt en samen keken we naar het programma ‘Ik vertrek, de scheetjes op Bonaire’. Wat hebben we gelachen toen. Ik grapte nog: “Als je denkt dat wij een rotdag hebben, moet je die twee zien. Dat is pas echt ellende”. Het hielp om de dag door te komen. Later verhuisde ik naar een andere kamer. Een kamer die vrij was gekomen omdat zo’n klein hummeltje met zijn of haar ouders naar huis mocht. Daar kreeg ik de tweede dosis weeënopwekkers toegediend. Ik had mijn vriend net naar de automaat gestuurd om deze leeg te kopen toen ik voelde dat de eerste weeën opkwamen. Ik wist het direct, dat rommelende gevoel wat veel te snel over gaat in helse pijnscheuten door mijn hele lichaam. Op dat moment wilde ik echt niet meer. Ergens was ik toch vergeten hoe verschrikkelijk pijnijk weeën zijn. Bij mijn dochter beviel ik thuis, in mijn eigen fijne omgeving. Hier zat ik op een veel te klein bed in een veel te steriele kleine kamer. Tijdsbesef had ik niet echt meer. Ik heb me enorm verzet tegen de weeën omdat ik zo opkeek tegen het moment dat hij geboren zou worden. Het werd me teveel, ik wilde pijnstilling. We drukten de knop in voor de verpleegster. Maar er kwam maar steeds niemand. Het duurde en duurde. In eerste instantie wilde ik een morfineprik. Maar alles werd zoveel heftiger en er kwam nog steeds niemand na het meermaals indrukken van de knop. Ik zat op handen en knieën en schreeuwde op een gegeven moment tegen mijn vriend dat hij nu iemand moest halen anders zou ik op handen en knieën de gang wel opkruipen. Gezien de situatie was dat op dat moment niet leuk, maar achteraf kon ik wel lachen om dat moment. Toen er eindelijk iemand kwam, een totaal andere verpleegster die ik nog niet had gezien, wist ze ook niet wat de afspraken waren en kon ze mij daardoor niet aan pijnstilling helpen. Toen ik voor mijn gevoel na uren, dat zal heus iets minder lang zijn geweest, eindelijk de verloskundige zag was ik opgelucht. Ze zaten daarvoor in een andere bevalling. Maar ze ging zo snel mogelijk alles voor mij regelen, eerst nog even checken hoe ver ik was. Ze zei dat ze dacht dat het niet zo lang zou duren voordat hij geboren zou worden, maar ging bellen naar de anesthesist. Na nog een vreselijke wee voelde ik het al. Ik zei dat ze niet meer hoefde te bellen, hij zou geboren worden. En toen was het helemaal rustig en stil in de kamer en werd Isaac geboren. En ik lachte en was zo trots en opgelucht. Want op dat moment deed het er niet toe of hij huilde, hij was er, ik kon hem zien en hij werd bij mij gelegd. En ik werd overspoeld door liefde. Net als bij mijn dochter. Of eigenlijk anders. Want ik zat veel meer in het moment. Het was namelijk stil en er hoefde verder niks te gebeuren, niemand sprak, en ik fluisterde dat hij zo mooi was en dat alles erop zat, in mini vorm. En hij was koud en rood, maar onze prachtige zoon. En ik ben zo blij dat ik alles ben doorlopen zoals het ook zou gaan met een gezond voldragen kindje. En natuurlijk is het gemis en verdriet oneindig groot. Maar ik ben ook zo ontzettend trots, op mijn zoontje, op mijn vriend, op mezelf. En nu een jaar later mis ik hem meer dan ooit, dat gevoel zal nooit over gaan. Maar ik kijk ook enorm uit naar de geboorte van zijn broertje. En of ik Isaac zal herkennen in hem. Isaac is elke dag in mijn gedachtes en hoort bij ons gezin. Ons gezin dat vanaf september een gezin van vijf zal zijn, waar eentje niet zichtbaar is, maar voor ons zo ontzettend aanwezig.
KATE (klik hier voor haar Instagram)