Het is begin augustus en ik kijk al langzaam uit naar de vakantie die we in oktober geboekt hebben, Bali! Eind augustus blijk ik onverwachts zwanger te zijn. Het overvalt ons, maar we zijn er heel blij mee. Vanwege het Zika-virus wordt geadviseerd deze vakantie te annuleren. Onze eerste vakantie samen wordt omgeboekt naar een veiligere bestemming voor de zwangerschap. Bij mijn verloskundigenpraktijk mag je wekelijks voor een echo komen als dat je wens is. Dit wilde ik graag, omdat ik vanaf het begin af aan onzeker was over de zwangerschap. Ik probeerde het in mijn hoofd weg te zetten als een normale angst die vrijwel iedereen heeft de eerste drie maanden van een zwangerschap, maar ik had beter kunnen weten. Mijn intuïtie zit altijd goed, helaas ook deze keer.
Voor de vakantie was ik 8,5 week zwanger en zag ons kleintje er wederom goed uit op de echo. De eerste dag op vakantie kreeg ik een flinke steek in mijn onderbuik, maar daar had ik andere verklaringen voor. Dit was ook het enige vreemde dat gebeurd was en hield niet heel lang aan. Toch bleef het aan me knagen. Na de vakantie stond de termijnecho gepland. Ik was toen 11 weken zwanger. Het moment dat de verloskundige naar ons kleintje wilt kijken, zie ik aan haar gezicht dat het niet goed is. Voor de zekerheid wilt ze even inwendig een echo maken. Dan volgen de woorden die de grond onder me laten wegzakken: ‘Het spijt me, het hartje klopt niet meer’. Ik ben verdoofd en krijg alleen maar mee dat er een afspraak in het ziekenhuis wordt gepland. De miskraam op gang krijgen verloopt helaas ook niet voorspoedig. Ik kies in eerste instantie voor medicatie, zodat ik thuis ons ‘vruchtje’ er uit kan laten komen. Door de medicatie kreeg ik hevige buikpijn en ik voelde me een tijdje flink beroerd. In een zeef vingen wij ‘het vruchtje’ op, zodat we op een gepaste manier afscheid van ons kindje konden nemen. Toen ik op controle ging in het ziekenhuis, bleek ‘het vruchtje’ niet te zijn afgekomen. Hoe kan dat nou?! We hebben het zelf gezien en begraven… Ik wist niet wat me overkwam. Ik liet de foto’s die we gemaakt hadden aan de gynaecoloog zien. ‘Het lijkt inderdaad op een vruchtje, maar dat zijn flinke bloedstolsels mevrouw’. Ook dat nog. Ik pas voor nogmaals dezelfde medicatie, want dit gaf geen garantie dat het deze keer wel zou lukken en plan een curettage. Deze verloopt gelukkig voorspoedig en dan komt de keiharde klap. Het besef dringt door hoeveel ik al van ons kindje hield en de toekomst die ik voor ogen had. Ik lees veel in die tijd en het valt me op dat er best nog een taboe heerst over miskramen en dat sommige mensen niet begrijpen hoeveel verdriet het doet. Of je nou 6, 9 of 12 weken zwanger bent, je houdt van je kindje en hebt een toekomst voor ogen. Gelukkig kregen we vanuit onze omgeving veel steun. Ik wilde niet dat het verlies van ons kindje voor niks was geweest. Voor mijn eigen verwerking, troost te kunnen bieden voor anderen en ons kindje te laten voortleven, startte ik mijn bedrijfje. Ik maak sieraden die een herinnering vormen voor overleden kindjes. Het was voor mij moeilijk te accepteren dat ik niks tastbaars meer had van wat ons kindje had moeten zijn, mijn bedrijf zorgde hiervoor. Op deze manier wilde ik tevens het taboe wat meer doorbreken. Vaak weten mensen ook niet zo goed wat ze tegen je kunnen zeggen, en kunnen hiermee hun medeleven laten blijken. Verdriet op zich is al erg genoeg. Net toen het bedrijfje goed en wel begon te lopen, moest ik het stopzetten. Ik bleek opnieuw zwanger..
Zoals al eerder benoemd heb ik een goede intuïtie. Toen ik ongeveer zeven jaar was vertelde ik aan mijn vriendinnetjes dat als ik later groot was, ik een tweeling zou krijgen! Dat wist ik zeker! 20 Jaar later vertelde ik hetzelfde aan mijn vriend. ‘Bereid je maar voor als je kinderen met mij wilt. Eerst krijgen we één kindje en daarna een tweeling.’ Mijn voorspelling klopte, alleen anders dan ik had gedacht. Wat ons eerste wondertje had moeten zijn, eindigde dus in oktober 2017 in een miskraam. Nu ik opnieuw zwanger ben, wordt een echo gepland met zeven weken zwangerschap en ziet ons kindje er goed uit, het hartje klopt. Bij de acht weken echo klopt het hartje gelukkig nog steeds, maar de verloskundige lijkt iets te zien en wil nog even goed kijken. ‘Ja, daar is het. Ik zie niet één maar twéé hartjes kloppen!’. Ik krijg van de zenuwen en geluk een flinke lachbui. ‘Zie je nou wel’, zeg ik tegen mijn vriend, ‘we krijgen een tweeling, dat heb ik je vanaf het begin gezegd’. Voor mijn gevoel klopte dit helemaal, dit is hoe het altijd heeft moeten zijn. De angst door de miskraam zit er nog flink in en ik kijk uit om die 12 weken te bereiken. In combinatie met mijn baan in de zorg en de flinke vermoeidheid die de zwangerschap met zich meebrengt, moet ik besluiten mijn bedrijfje on hold te zetten. Ik moet verder onder begeleiding van het ziekenhuis en heb me al ingelezen over tweelingzwangerschappen. Deze brengen meer risico met zich mee, vooral als het om een eeneiige tweeling gaat. Ondanks het geluk dat ik voel, hoop ik op een twee-eiige tweeling, voor mijn gemoedstoestand. In het ziekenhuis wordt hiernaar gekeken en dan volgen de woorden: ‘Het is een eeneiige tweeling’. Naast de liefde die ik al voor mijn kindjes voel, slaan de zorgen dubbel zo hard toe. Ze lichten me in het ziekenhuis in over de risico’s en ik kom onder strenge controle te staan.
De 12 weken zijn bereikt, een last van mijn schouders en de weken erna lopen voorspoedig. Ik word wel heel snel dikker en vraag me af hoe dik ik nog zal gaan worden, want zo groot ben ik niet met mijn 1,61 meter. Vanaf 16 weken gaat het minder goed met me. Ik heb nauwelijks energie, werken valt me zwaar en ik ben daardoor genoodzaakt te stoppen met werken. Ik kom ‘ziek’ thuis te zitten, terwijl ik graag werk, maar het doet me wel goed om mijn rust te kunnen nemen. Mijn ribben beginnen steeds meer pijn te doen en ik blijk een urineweginfectie te hebben die verschrikkelijk pijnlijk is. Ik kon geen goede houding meer vinden. Zitten, liggen, staan, alles deed pijn. Maar wat had ik deze pijn over voor mijn twee lieve kindjes. De weken met kwaaltjes volgen en we plannen een genderreveal party voor zowel onszelf als onze naasten. Dit zal de week na de 20-wekenecho plaatsvinden. In week 19 van de zwangerschap, staat dan de 20-wekenecho gepland. Ze gaan onze kindjes controleren op alles, en op zich ziet het er goed uit. Het valt ze wel op dat ik ontzettend veel vruchtwater heb. We plannen daarom voor de week erna een suikertest in. Na al het goede nieuws, maken ze nog een inwendige echo om de baarmoedermond te bekijken. Er wordt gezegd dat er nog een arts wordt bijgehaald, en ik voel mijn hartslag omhoog gaan. Dan wordt mij verteld dat mijn baarmoedermond nog maar 23 millimeter is, wat echt té kort is voor dit termijn. Ik moet de middag in het ziekenhuis blijven om te bespreken wat de mogelijkheden zijn. Deze mogelijkheden blijken erg beperkt en we mogen enkele dagen erover nadenken wat we gaan doen. Ik hoef geen bedrust te nemen, mag zelfs het huishouden doen, maar ik moet wel wat rustig aan doen en mij wordt geadviseerd om niet te tillen. Achteraf gezien begrijp ik niet waarom ik geen bedrust als advies heb gekregen, maar zoveel kon ik toch niet meer, dus ik heb dan ook voornamelijk liggend op de bank doorgebracht.
Twee dagen later word ik in de ochtend wakker met een vochtige onderbroek. Is het urine, afscheiding, vruchtwater? Mijn vriend en ik kunnen het maar lastig bepalen, dus bellen we het ziekenhuis. Ik mag meteen langskomen. Hier maken ze eerst een echo en dit ziet er allemaal prima uit. Gelukkig!! Dan maken ze een inwendige echo en ik zie dat ze schrikt. ‘Oeh, je baarmoedermond is wel heel kort’. ‘Ja weet ik’, zeg ik, ‘dat hebben ze me twee dagen geleden verteld’. Wederom wordt er een andere arts bijgehaald en dan wordt me verteld dat mijn baarmoedermond nog maar 7 millimeter is! Opnieuw zakt de grond onder me weg en kan ik niet meer positief blijven denken. Zo’n achteruitgang in zo’n korte tijd en ik ben pas 20 weken zwanger. Dit gaat niet goed! Ik krijg utogestran tabletten en wordt naar huis gestuurd. Ik hoefde niet in het ziekenhuis te blijven, want als de bevalling op gang zou komen dan kunnen ze ook in het ziekenhuis niks meer voor me doen. Ik vraag nog aan de arts of de situatie hopeloos is, hij geeft aan van niet. ‘Het ziet er niet goed uit, daar moet ik eerlijk over zijn, maar er zijn mensen die dit nog weken hebben weten te rekken’. Oké er is dus hoop.. Daar kan ik iets mee. Mijn vriend en ik besluiten de envelop te openen waarop het geslacht geschreven staat, want de genderreveal gaat niet meer door na dit nieuws. Meisjes. Ik wist het! Bij thuiskomst ga ik meteen met ribben die op breken staan op de bank liggen. Ik durf nauwelijks te bewegen en ik heb best veel pijn aan mijn lichaam. Maar voor onze dochtertjes heb ik alles over, van mijn part breken al mijn ribben. Zolang ze maar blijven zitten tot minstens 24 weken, want dat is het streven nu.
Een dag later, het is zaterdag 1 september, ik breng de hele dag liggend op de bank door. Ik sta alleen op voor het toilet en mijn vriend verzorgt mij. De avond breekt aan en ik word onrustig. Mijn gevoel probeert me iets te zeggen, maar ik weiger ernaar te luisteren, want ik weet wat komen gaat. Ik voel wat druk tussen mijn benen ontstaan en ik ga anders zitten. Dan knapt er iets en stroomt er water uit me, veel water. Ik ga naar het toilet en roep mijn vriend die boven is. Als een waterval blijft het water stromen en we weten hoe laat het is. Ik hou mijn tranen niet meer in bedwang en we bellen het ziekenhuis. Ik moet onmiddellijk komen. De waterval stopt even en ik kleed me snel om. Onderweg naar het ziekenhuis overleggen we tussen mijn weeën door over de namen. Dit moment had ik me heel anders voorgesteld. Bij aankomst stap ik uit de auto en opnieuw stroomt er water uit me en is mijn joggingsbroek binnen no time helemaal nat. Ik word door mijn vriend in een rolstoel gezet en naar de afdeling gereden. Ze brengen me naar een kamer, kleden me uit en leggen me op bed met matjes onder me. Het water blijft nog steeds eruit golven. Ik voel de druk op mijn ribben meteen afnemen. We gaan er samen met het ziekenhuispersoneel vanuit dat de bevalling niet lang op zich zal laten wachten. Er wordt een echo gemaakt en ik krijg te horen dat één van onze lieve dochtertjes is overleden. Haar zusje zit nog volledig in vruchtwater en haar hartje klopt nog. Intens verdriet om onze eerste dochter en hoop voor onze andere dochter zijn tegelijkertijd voelbaar. De gynaecoloog gaat even overleggen. Na een half uur komt ze terug en zegt dat ze contact heeft opgenomen met een ander ziekenhuis in het land die gespecialiseerd zijn in tweelingzwangerschappen. Maar helaas kunnen ze voor ons andere meisje niks doen. Ik heb volledige ontsluiting en de risico’s op infectie is daardoor te groot. Ik zal van beide dochtertjes moeten gaan bevallen. Dit kan niet waar zijn… De weeën nemen af, terwijl ik al helemaal ingesteld was op de bevalling. Als het moet gebeuren, dan ook maar meteen. Er wordt een bed voor mijn vriend klaargezet en we brengen de nacht half slapend in het ziekenhuis door. In de ochtend wordt een plan gemaakt dat ik weeënopwekkers krijg. Zodra deze worden ingebracht beginnen al vrij snel de weeën en er zit al snel steeds minder tijd tussen. Als eerste wordt Yana geboren en precies 10 minuten later wordt Lara geboren. Mijn twee mooie meisjes. Wat vind ik ze prachtig en wat lijken ze sprekend op mij. Ze worden in water gelegd en we besluiten ze mee naar huis te nemen. Die hele week heb ik ze vast kunnen houden en ze mogen ‘verzorgen’. Dit was een hele kostbare tijd voor mij. Van dit verdriet herstel je niet meer. Dit is een verdriet die ik altijd met me mee zal moeten dragen. Mijn tweeling, waarvan ik altijd wist dat ik ze zou krijgen. Ik had ze alleen spelend voorgesteld, niet in een urn in onze woonkamer.
Yana en Lara hebben mij opnieuw de kracht gegeven om mijn bedrijf een doorstart te geven. Zij zijn de inspiratie voor nieuwe creaties en op deze manier leven ze voort voor ons. Ze hebben mij ook laten inzien dat de ouders vaak veel aandacht krijgen na zo’n intens groot verlies, maar de opa’s en oma’s nog wel eens ‘vergeten’ worden. Oma’s, opa’s, broertjes, zussen, tantes en anderen. wil ik net zo goed aandacht geven met de dingen die ik maak.
Yana en Lara, dank jullie wel voor de kracht die jullie mamma geven. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan jullie denk. Iedere ochtend en avond geef ik jullie een kusje op de urn en wens ik jullie goedemorgen en een welterusten. Wat had ik jullie graag hier gehad. Ik hou van jullie!
SHAYENNE