Het was donderdag 31 januari, 2 uur ‘s nachts toen ik wakker werd van een pijn die ik nog nooit had gehad. Ik belde meteen mijn moeder op om mij naar het ziekenhuis te brengen, mijn vriend moest thuis blijven bij onze andere dochters van 3 en 6 jaar. Ik was 26 weken en 1 dag zwanger, had veel buikpijn maar wist, door mijn andere twee bevallingen dat het geen weeën waren. Mijn moeder kwam inmiddels aan en we gingen naar het ziekenhuis. Naar de triage, want ik was tenslotte zwanger. Daar werd ik aan de apparatuur gelegd om te meten of ik weeën had en werd er gecheckt hoeveel ontsluiting ik had. Bleek dat ik geen weeën en geen ontsluiting had maar de pijn was erger dan een bevalling, iets wat ik me nooit had voorgesteld, een ergere pijn dan een bevalling. Ik kon niets doen behalve dubbel liggen. Ik kreeg een maagsonde, mijn maag werd leeggehaald. Even later kreeg ik ook een katheter, drie infusen en had ik al twee keer morfine gehad. Niets hielp. Aan de hand van de röntgenfoto konden ze niks vinden en ze wilden geen belastende onderzoeken doen, omdat ik zwanger was. Ik wist dat er iets moest gebeuren. Er was iets ernstig mis. Ik kreeg gelukkig toch een scan. Wat bleek, mijn darmen zaten in de knoop en kregen geen zuurstof. Ik moest meteen met de ambulance van het ziekenhuis in Breda naar het ziekenhuis in Rotterdam om geopereerd te worden. Mijn zus kwam naar de oudste kinderen, mijn vriend naar het ziekenhuis in Breda en we gingen samen in de ambulance. Mijn ouders reden erachteraan. Eenmaal in Rotterdam aangekomen was er overleg tussen verschillende artsen, nu opereren, of voor de zekerheid eerst longrijping was de vraag. De gynaecoloog ging voor de baby en wilde de longrijping laten inwerken wat twee dagen zou duren en daarna opereren. De darmspecialist ging voor mij en wilde nu opereren. Voor de zekerheid kreeg ik alvast een longrijpingsprik voor de baby. Na hun overleg kwamen ze met het plan: over 48 uur gaan we opereren, we draaien je darmen goed en misschien houden we je een paar dagen in coma zodat de baby kan rusten na de ingreep en krijg je een stoma tot de laatste 3,5 maand van de zwangerschap zijn uitgedragen. Een kwartier later na dit plan kwamen de artsen weer binnen en werd me verteld dat ik toch nu acuut geopereerd moest worden omdat ik zelf in gevaar was door de gedraaide darmen. En daar gingen we, op naar de operatiekamer. Voordat ik met bed en al naar binnen werd gereden zei ik nog tegen mijn vriend, na de operatie ben ik niet meer zwanger. Want ook al zei elke arts dat ze zou blijven zitten, ik wist zeker van niet.
Een paar uur later werd ik wakker uit de narcose, ik keek naast me en daar zat mijn vriend. Ik was opgelucht hem te zien en dacht, als onze dochter geboren was dan zou hij wel bij haar zijn. Logica. Helaas vertelde hij me dat onze dochter inderdaad was gehaald, maar ze leefde nog! Hij was bij haar geweest en vertelde me dat ze 865 gram woog, iets wat zo onwerkelijk klonk, onze andere dochters wogen bij de geboorte 3,5 kilo. Ik wilde meteen naar haar toe, dus daar werd ik dan gereden in mijn bed met twee verpleegkundigen die meegingen. Ik kwam binnen op een zaal en zag 10 bedjes. Op bedje nummer 2 lag onze dochter, we noemden haar Sofia. Mijn bed werd naast de couveuse gereden en ik mocht even naar binnen kijken. Ik ben nog nooit zo geschrokken, ze was zo klein, paste in twee mensenhanden. Haar huid was rood en doorschijnend en overal waren draadjes en snoeren. Nadat we onze dochter door het glas van de couveuse hadden bekeken moest ik naar een andere afdeling om te herstellen. Daar kregen we, of tenminste ik, mijn vriend wist het al, te horen wat er allemaal was gebeurd in de uren dat ik onder narcose was. Op het moment dat ik onder narcose ging en voordat ze aan de operatie begonnen controleerden ze nog even alle waarden van mij en Sofia, wat bleek, ze konden maar één hartslag vinden en dat was die van mij. Totdat ze erachter kwamen dat de hartslag van Sofia even laag was als die van mij, namelijk 60 en dat zou ze niet overleven in de buik. Ze had waarschijnlijk te veel stress gehad en ik bleek zieker dan ze van te voren hadden gedacht. Sofia moest nu meteen uit mijn buik. Sofia werd gehaald maar ademde niet omdat ze dezelfde medicijnen had binnen gekregen als ik, via de navelstreng en dus ook onder narcose lag. De verpleegkundig specialist kwam net aan rennen en plaatste een beademingsbuis in haar longen. Mijn vriend werd gehaald en moest meteen meekomen. Er werd hem verteld dat hij een dochter had gekregen en hij toestemming moest geven om haar niet gekruist bloed te geven, want Sofia’s bloeddruk was 16 over 8 en dus veel te laag. Normaal gesproken kruisen ze eerst het donorbloed om te kijken of het bloed van de bloedtransfusie veilig is voor de baby, maar daar was nu geen tijd voor. De artsen waren druk bezig om haar stabiel te krijgen, ze had de beademingsbuis, kreeg een bloedtransfusie en twee keer een medicijn om de longblaasjes open te laten gaan, deze zaten aan elkaar vast geplakt. Het lukte, Sofia leefde en ze was stabiel dus ze mocht van de opnamekamer naar de Intensive Care. Daar plaatste ze een lange lijn, dit is een soort infuus die in haar navel gaat en dichtbij haar hart uitkomt zodat alle stoffen goed worden opgenomen. Bij deze ingreep werd mijn vriend verteld dat ik wakker zou worden en hij beter even naar mij toe kon gaan, want bij het plaatsen van de lange lijn mocht hij niet zijn.
In de tijd dat de artsen Sofia haar leven redden werd ik geopereerd in de kamer ernaast. Mijn dunne en dikke darm zaten met elkaar in de knoop en kregen geen zuurstof. Ze waren er net op tijd bij. Ze hebben de darmen uit de knoop gehaald, maar kwamen er ook achter dat deze allemaal op een verkeerde plek lagen. Ik bleek een zogenoemde malrotatie te hebben. Ze hebben mijn darmen uit de knoop gehaald, maar helaas konden ze niet mijn organen allemaal anders gaan leggen, dus die liggen nog steeds zo. Na dit moest alles nog helemaal gaan beginnen. We hadden die eerste dagen geen idee wat ons allemaal te wachten stond. We wisten dat Sofia leefde, maar we wisten ook dat het alsnog fout kon gaan en ze eigenlijk pas buiten levensgevaar was als ze één jaar zou zijn. Met dit in ons achterhoofd ben ik de eerste twee weken alleen maar bang geweest dat we Sofia alsnog zouden verliezen. Tot onze vaste arts zei dat we ook van haar moesten genieten en niet alleen in angst moesten leven en dus lieten we vanaf toen iets meer onze zorgen los. We mochten haar vanaf de tweede dag vasthouden, buidelen. Ik mocht haar één keer per dag bloot, buik op buik vasthouden. En omdat het ontzettend veel energie kost voor haar om vanuit de couveuse naar mij getild te worden moest ik daarna minimaal één uur blijven liggen. Dus zo zagen de komende weken eruit, één keer per dag uit de couveuse en twee uur op mijn buik. Het was verschrikkelijk om haar niet de hele dag vast te kunnen houden, buiten het buidelen konden we alleen door de couveuse naar haar kijken. Ik deed het buidelen en mijn vriend deed de luiers. Dit was ook zo vermoeiend voor Sofia dat ze één keer in de zes uur een schone luier mocht. Dit moest je dan met zijn tweeën doen. De verpleegkundige ondersteunde haar, ze hielden haar hoofdje en armen vast zodat ze net als in de baarmoeder begrensd was terwijl mijn vriend de luier verschoonde. Dit was zo zwaar voor Sofia dat we telkens pauze moesten houden omdat het zuurstofgehalte in haar bloed dan zakte. Het was luier opendoen en pauze, billetjes afvegen en pauze en zo deden we alles heel rustig aan. In bad kon Sofia niet en ze kon ook geen kleren aan. Ze lag daar maar in haar bedje de hele dag, op die twee uur na. Met infusen, draadjes en ook een tijdje onder de blauwe lamp voor geel zien. We konden alleen maar naar haar kijken en konden buiten het buidelen niks voor haar doen. Die onmacht was verschrikkelijk. Ook kon Sofia niet drinken, dus ze had een maagsonde. Ik kolfde en ze kreeg dan de melk door de maagsonde, beginnend met 12 keer per dag 1 milliliter. Sofia had vanaf hier een hele lange weg te gaan, gelukkig konden we met onze andere twee dochters in het Ronald McDonald huis verblijven en konden we overal bij zijn. Dit zou de zwaarste tijd ooit worden, maar we waren in ieder geval samen.
Sofia heeft 2,5 maand in Rotterdam gelegen en daarna nog drie weken in Breda. Ze heeft vijf bloedtransfusies gehad, twee infecties, twee virussen en is gelaserd ter voorkoming van netvlies loslating. Ze heeft nog steeds een maagsonde en zuurstof thuis. Maar ze is nu bijna een halfjaar oud en het gaat in kleine stapjes de goede kant op. Hoe haar zicht zal worden weten we niet, en ook hoe ze zich zal gaan ontwikkelen weten we nog niet. Maar we zijn blij met elke stap en ze doet het naar omstandigheden goed. De slangen in haar neus zien we niet eens meer. We genieten elke dag van haar lachjes en het feit dat ze bij ons is.
LOT