Hiep, hiep, hoera, oma wordt 87 jaar. Om dat te vieren wil oma graag met de hele familie op stap. Daar komen al direct twee enorme uitdagingen om de hoek kijken: 1. Bedenk maar eens iets wat iedereen leuk vindt. En met iedereen dan bedoel ik van een oma van 87 tot aan een baby van 0 en alles daartussen. Gelukkig vindt jong en oud het leuk om naar een verzameling levende dieren in een parkachtige omgeving te kijken, dus die uitdaging was snel overwonnen. Het werd de dierentuin. Dan uitdaging 2: vind maar eens een datum waar op iedereen kan. Nou verjaart oma al 87 jaar op dezelfde datum, dus je zou denken dat iedereen er wel rekening mee houdt in de agenda en warempel… Dat bleek ook het geval. Oma blij, pubers blij, verwende peuterdochter blij, baby (die toch nog geen mening heeft) blij. Iedereen blij. So far, so good. Dus zo geschiedde, we gingen naar de dierentuin. Om de stemming er goed in te krijgen, vroeg ik in de auto nog eens aan Jackie, mijn lieve, verwende peuterdochter van 2,5 jaar of ze wist waar we heen gingen. Ze was helemaal door het dolle heen: “Ja mama, de dierentuin.” Goedzo, ze weet het nog en ze lijkt er zin in te hebb.. “Dinosaurussen!” Wacht, wait a minute, dinosaurussen? “Nee schatje, hoe kom je daar nou toch bij?” Oh verrek, de laatste keer dat we naar een dierentuin gingen, was daar inderdaad een tijdelijke dino expositie. “Nee lieve Jackie, er zijn nu geen dinosaurussen.” “Jawehel mama, wél dinosaurussen.” En ik ben nog altijd blij dat blikken van peuterpubers niet kunnen doden, anders had ik op dat moment voor de zoveelste keer het loodje gelegd. Hmmm oké, dit gaat op deze manier een eindeloze discussie worden. Ze moet die dino’s maar zo snel mogelijk uit haar hoofdje zetten. “Maar lieve Jackie, er zijn wel een heleboel andere leuke dieren.” “Eenhoorns?” Zucht. “Olifanten?”, ze kijkt me gelukkig weer triomfantelijk aan met haar liefste gezichtje. “Nee, olifanten heeft deze dierentuin geloof ik niet”, fluistert mijn man me toe. “Wat geen olifanten? Welke dierentuin heeft er nou geen olifanten? Wie heeft deze dierentuin eigenlijk uitgezocht?” En voor ik er erg in heb, ben ik al weer in een nieuwe, net zo nutteloze discussie beland. “Leeuwen dan?”, hoor ik vanaf de achterbank. Oh ja, daar moet ik ook nog iemand tevreden stellen. “Ja leeuwen wel.” (please, laten er leeuwen zijn). “Oké”, antwoordt Jackie dan. Een ‘oké’ daar moeten we het mee doen. Dat zeg ik, mijn kind is nu al verwend. Even wil ik een verhaal beginnen over zielige kindjes in Afrika, maar daar hebben ze juist heel veel leeuwen, dus aangezien ik al aan mijn max van slechte discussies voor vandaag zit, besluit ik wijselijk mijn mond te houden. Bovendien is Jackie nu blijkbaar tevreden, dus ik laat het hier maar bij.
Eenmaal bij de dierentuin aangekomen, is iedereen al bij de ingang als ik nog luiers sta te verschonen, wagens sta uit te klappen en extra eten in de luiertas loop te proppen. Oké, ik ben zover. Geloof ik. “Naar de leeuwen.” En je weet wel wie dat roept, denk ik zo. Als we in het park zijn, moet iedereen natuurlijk naar het toilet en iemand die zelf vast geen kinderen heeft, heeft bedacht om naast het toilet een springkussen te plaatsen, waardoor ik hemel en aarde moet bewegen om Jackie vervolgens weer mee te krijgen, want die wil liever de rest van de dag blijven springen. “Kom Jackie, we gaan naar de leeuwen”. Het blijkt een prachtige, kleinschalige dierentuin, met ruime weidevelden voor de dieren. We zien walibi’s, “ik wil naar de leeuwen”, aapjes “mama, zullen we verder gaan naar de leeuwen?” en zelfs witte tijgers “nu gaan we naar de leeuwen, goed idee?”. We lunchen in een mooi picknickpark waar ook een oude stadsbus staat en vervolgens komen we dan eindelijk bij het verblijf van de leeuwen. Daar liggen ze, super dichtbij, een hele troep mannetjesleeuwen. “Wow Jackie, zie je de leeuwen? Zie je hoe dichtbij ze zijn? Fijn hè? Dat we nu dan eindelijk bij de leeuwen zijn.” Een antwoord blijft uit, maar dat is vast omdat ze zo onder de indruk is.
We gaan nog even kijken bij de giraffen en de cheeta’s en dan besluiten we weer terug te gaan, want we hebben ook nog ergens gereserveerd om een hapje te eten. In de auto vraag ik zogenaamd heel benieuwd wat Jackie het leukst vond in de dierentuin. “De bus”. “Huh? De bus? En de leeuwen dan?” “Nee. Die deden niet eens ‘wraow’.” Om er vervolgens nog aan toe te voegen “De dino’s deden wel ‘wraow’.”
X
ILSE (klik hier voor haar Instagram)