Tijdens de bevalling zijn wij vrouwen nou niet de meest redelijke wezens op aarde. En dat mag, dat is ons goed recht. Bevallen is een natuurlijk proces dus laat ons ook vooral onze natuurlijke gang gaan. Accepteer het en onderga het. Ga er vooral niet tegenin. Ik herhaal: Niet. Tegenin. Wees aanwezig maar ook niet te nadrukkelijk. Steun ons, maar alleen waar nodig. Wees lief, maar niet te soft. Support, maar niet te overdreven. Koester ons, maar wordt niet te klef. Snap je? Ja, daar gaan wij wel vanuit. En als handigheidje hebben wij vrouwen hierbij nog een overzicht van de uitspraken of acties die je beter niet kunt doen tijdens de bevalling. Doe er je voordeel mee!
1. “Schat ik wilde dat ik het van je kon overnemen.”
Nee. Gewoon niet doen! Dat wil je niet en je kunt het ook niet, dus stop met die onzin. Wij baren en worden moeder. Jij hebt geen baarvader! Daarnaast getuigd het van een enorme zelfkennis dat de vrouwen tijdens de schepping zijn uitgerust met zo’n baarmoeder. Het mannelijke geslacht had dit niet gekund. Hier ligt dus tevens het fundament van de zelfreflectie. Alleen een mannelijke schepper heeft kunnen bedenken dat wij vrouwen hiertegen bestand zijn.
2. “Ik hoor net dat het nog wel even kan duren, ik ga even naar de snackcorner. Jij ook een broodje bal?”
Deze weinig motiverende woorden gaan ons niet verder helpen. In de pijnlijke lijdensweg horen dat het ‘nog wel even duurt’ werkt niet erg opbeurend. Als de centimeters voorbij kruipen, want ja vrouwen denken op die momenten in centimeters en niet in uren, wil je alleen maar horen dat het bijna zover is. En buiten dat, hoe kun je nu aan eten denken?! Dat willen wij niet horen, niet ruiken en niet zien. Gewoon niet doen.
3. “Ik heb de familie even op de hoogte gesteld dat we op 7 centimeter zitten!”
We? We zitten op 7 centimeter? Dude, MIJN baarmoeder zit op 7 centimeter. Daar komt geen ‘we’ aan te pas! Bevallen doen we samen, zoals vredig geleerd op de zwangerschapsyoga. Maar in helse pijnen wordt elk vredige samenwerkingsverband snel vergeten. Dit moet de vrouw zelf doen, de verzachtende liefkozende woordjes dat WE dit samen doen verlichten precies helemaal niets.
4. Tijdens het hechten vragen of de gynaecoloog er wat steekjes extra bij kan zetten.
Echt deze flauwe-grote-mannen-kroeg-humor kennen we al. Niet grappig. Zo’n grote bek hadden jullie 9 maanden geleden ook niet tijdens de daad. Die dirty-talk van toen concludeerde iets heel anders over die doorgang down there.
5. Als de baby eindelijk is geboren concluderen dat je vrouw/vriendin weer lekker uit de voeten kan.
Want nee, dat kunnen wij niet. Gekneusd, beurs, opgezwollen of gehecht: we komen allemaal anders uit de strijd. En dat duurt even. Plassen doe je in de douche of met een kannetje op de wc. Gewapend met een mega dik maandverband in de te grote (want hé hij zit zo lekker comfortabel) onderbroek waggelen wij ons van bed naar badkamer en weer terug. Ondertussen ben je de hele dag bezig met voedingen, badjes en verschoningen. O, en vergeet ook de kraamverzorgster niet die te pas en te onpas ‘je onderkantje’ (tijdens de opleiding tot kraamvrouw leer je dus dat een geruïneerde vagina na de bevalling ‘onderkantje’ heet) wilt bekijken. Voeg daaraan toe wat kraamvisite die gedurende de dag allemaal binnenloopt. Maar hé; denk vooral dat wij weer heerlijk weer uit de voeten kunnen! Soort van me-time momentjes.
Heb jij daarnaast ook nog echte no-go’s voor de papa’s tijdens de bevalling? Stuur ze ons op, laten we deze bundelen in een handboek!
JESSIE (klik hier voor haar Instagram)