‘Wat wil je later worden?’, is een verkeerde vraag aan een kind! Lees waarom…

| , ,

“Welke dingen zou jij willen doen, als je later groot bent?” Zouden we dat niet moeten vragen in plaats van ‘wat wil je later worden’? De vraag op zichzelf impliceert dat je nog iets moet worden en niet al iets bent. Nu mijn zoontje in de kleuterleeftijd zit heeft hij nog hele mooie antwoorden als je hem vraagt wat hij later wil worden. Hij denkt namelijk dat je alles kunt worden, ook een dinosaurus. Of nee, een politieauto. Of drie dinosaurussen in een politieauto. Op een gegeven moment gaat hij er achter komen dat je niet alles kunt worden. Ik hoop dat hij tegen die tijd gewoon zichzelf wil zijn.

Om me heen zie ik soms vrij jonge mensen ploeteren om te proberen dat ideaal te bereiken dat ze ooit voor zichzelf hebben verzonnen. Vroeger zei men dingen als ‘Wie voor een dubbeltje geboren is zal nooit een kwartje worden’, en als je vader timmerman was dan werd jij er hoogstwaarschijnlijk ook één. Tegenwoordig zou iedereen gelijke kansen moeten krijgen, word je aangemoedigd om groot te dromen en lijkt het ontbreken van succes gewoon een kwestie van de verkeerde mindset, ben je lui geweest of heb je jezelf gewoon echt niet genoeg laten zien. En dan heb je nog de mid-life crisis, die tegenwoordig al veel in de vorm van een quarter life crisis voorkomt. Ik heb het zelf meegemaakt, ineens kom je erachter dat het leven dat je hebt er heel anders uit ziet dan wat je voor jezelf in gedachten had. Door veel te veel bezig te zijn met later en veel te weinig met ‘nu’ zit je ineens gevangen in een web van allerlei contracten en is er uit losbreken niet zomaar mogelijk.   

Als het je niet bevalt op de plek waar je woont, heb je niet zomaar iets anders gevonden en als het werk wat je doet niet is wat je wilt, ontbreekt het je vaak aan de juiste diploma’s, kennis en ervaring om over te stappen op wat je wél wilt doen (als je dat al weet). Als je dan ook nog ongelukkig getrouwd bent en kinderen hebt of juist ongewild geen partner hebt en kinderloos bent, dan is de ellende helemaal niet meer te overzien. Maar wat is eigenlijk succes? Wat wil ik nou eigenlijk voor mijn kinderen? Voor mij hoeven ze geen briljante onderzoekers, olympische sporters of self made miljonairs te worden. Als ik erover nadenk stap ik bijna in de volgende valkuil want ik zou willen zeggen ‘als ze maar gelukkig zijn’ maar hoe hoog leg ik de lat dan? Wie van ons is er nu doorlopend gelukkig, en kan dat eigenlijk wel, want heb je niet ook dalen nodig om geluk te kunnen ervaren? Als ik dan hoor dat mensen ‘op zoek zijn naar zichzelf’ of ‘naar hun plek in de ruimte’, dan zie ik daar opnieuw die afwijzing van het hier en het nu, dat ze de versie van zichzelf die ze zien niet acceptabel vinden en de grond waarop ze lopen ook niet. Dat afwijzen van wat er in het hier en nu is, is volgens dus mij wat er mis is in deze cultuur, maar het zit er zo diep in gebakken. Het gaat er om jezelf bestaansrecht te kunnen geven denk ik. Ik merk zelf dat ik daarvoor nog graag naar anderen kijk, dat ik hoop leuk, goed, aardig, mooi, en zo gevonden te worden en daarvoor kijk naar mensen die het dan volgens mij beter voor elkaar hebben dan ik zelf. Bestaansrecht is een geboorterecht, je mag gewoon zijn wie je bent en bestaan zoals je bent, omdat je bestaat. Er bestaat een verlangen in mij om van iemand anders te horen dat ik ben geworden wat ik graag wilde zijn, maar zelfs als iemand het me zegt geloof ik het niet. Dus dat is wat ik mijn kinderen zou willen meegeven. Dat ze goed zijn zoals ze zijn, of het nou gelukkig, rijk, mooi, leuk en aardig is of niet. En ook dat het onmogelijk is om altijd gelukkig, leuk, mooi of aardig te zijn, en dat rijk zijn in meer dingen kan zitten dan in geld alleen. En als ze dan die basis hebben dan pas zou ik ze willen vragen: ‘en wat zou jij later nog willen doen?’

MARJOLEINE

Plaats een reactie