Ze zijn spaarzaam, maar soms heb ik van die ochtenden dat alles vlekkeloos verloopt. De twee mannen zitten aan hun ontbijtje, lunchpakketjes zijn klaar, schooltasje ingepakt, spulletjes voor de oppas in een ander tasje. Kijkend op de klok concludeer ik dat ik zowaar nog tijd over heb voor een ontbijtje voor mijzelf. I nailed it! En dan, voor mijn gevoel slechts enkele seconden later, kijk ik op de klok en bekruipt mij het erop-of-eronder-gevoel. Ik zie dat we slechts enkele minuten verwijderd zijn van het moment dat alle kindjes netjes de klas in zullen lopen. Ik richt een blik op mijn mini die op de bank zit en weet; dit wordt een uitdaging.
Ik: “Mats wáárom heb je je broek én onderbroek nou ineens uitgetrokken?!”
Mats: “Blote billen mama.”
Ik: “Ja dat zie ik, maar trek je broek maar weer aan, we hebben haast.”
Mats: “Hoef nie’ broek aan mama.”
Ik: “Jawel, dit is heel raar. Anders moeten straks alle kindjes om jouw blote billen lachen.”
Ik: “Maar Sep’pe ook billen.”
Mats: “Ja, Sep heeft ook billen maar die heeft óók gewoon een broek aan. Nu opschieten meneer!”
Hoe ik het elke keer red weet ik niet, maar wonder boven wonder lukt het mij ook deze morgen een tijd neer te zetten. Enigszins oververhit maar toch op tijd loop ik de school binnen, achter mij een boze Mats. Mét broek. Ik zie zijn klasgenootjes al netjes op de gang wachten en vraag mij af hoe al die papa’s en mama’s het toch elke keer voor elkaar krijgen hun kindjes zonder tandpasta- en pindakaasvlekken op school af te leveren. Vlak ook de mama’s niet uit; bijna allemaal perfect in de make-up en met kapsels volgens de laatste trend. Bijna allemaal, behalve ik. Mijn leven werd vanmorgen gered door droogshampoo. En wat ook echt een life-safer is; onlangs heb ik mijn wenkbrauwen permanent laten make-up’en. Het schijnt zo’n 1.5 jaar mooi te blijven zitten zonder dat je er maar iets voor hoeft te doen. Ik heb uitgerekend dat ik hiermee zo’n 45 uur (!) bespaar. De komende 1.5 jaar kan ik dus vijf minuten langer op bed blijven liggen. Beste investering ever.
Oké, terug naar de gang waar we netjes met elkaar staan te wachten. De juffrouw opent de deur en begroet iedereen even vriendelijk. Aangezien wij als laatste aan kwamen lopen ben ik de laatste moeder op de gang. Ik maak een gezellig praatje met de juffrouw en ze vraagt mij of ik de nieuwsbrief al op de mail had gezien, ze kent mij inmiddels. Ik weet haar te overtuigen dat ik deze inderdaad ergens voorbij heb zien komen. “Ik zoek hem thuis nog wel even gauw”, op denk ik bij mezelf. “Mooi! Vrijdag vieren wij dus de Koningsspelen. Mats mag die ochtend extra komen.” “O leuk, ik ben ’s morgens vrij dus dan kan ik hem zelf brengen en halen! Zie ik hem ook nog even spelen.” “Nou, als je toch vrij bent…we zoeken nog hulpmoeders! Kan ik je op de lijst zetten?” Shit. “Euhm… ja prima, ik kom wel helpen.” “Leuk, zie ik je die vrijdag half 9!” Terwijl ik terug naar mijn auto loop bedenk ik mezelf wat ik allemaal had kunnen doen in een hele ochtend vrije tijd, ZONDER peuter. Of eigenlijk, een ónverwachte éxtra vrije ochtend zonder peuter, die zijn dus nóg lekkerder. Eindelijk naar de kapper, strijkmand wegwerken, koffie met een vriendin, rustig een paar leuke zomerjurkjes kopen, een boek uitlezen… Maar nee, ik heb mijzelf aangemeld als spijkerpoepende, koekhappende, in een zak lopende teammoeder. Ik kan niet wachten…
‘s Avonds besef ik mij dat ik dus totaal niets maar dan ook echt niets van een oranje kleur in mijn kast heb hangen. En een supportende-Koningsspelen-hulpmoeder in een mooi uitgesneden fashionable zwart colbertje is ook een beetje raar. Ik neem mij voor komend weekend maar wat foute versieringen in te slaan in die ene keten die met een A begint. Daar zullen ze vast wel heel veel lelijke oranje spullen verkopen. En ik bleek geen ongelijk te hebben. De ene accessoire is nog lelijker dan de andere. Cowboyhoedjes met oranje glitters, boa’s, broches, haarbanden, oranje haarspray en krijtjes voor die leuke vlaggetjes op je wangen. Van die vlaggetjes die je de dag erna, ondanks heftig scrubben, nóg ziet zitten. En is het dat vlaggetje niet, dan is het wel de huiduitslag eronder. Kijk, er zijn grenzen. Oranje is al niet mijn favoriete kleur maar om dan ook nog eens faliekant voor joker te lopen gaat mij net te ver. Ik vind ergens in de schappen nog een setje oorbellen met oranje kraaltjes, die gaan op zich nog wel. Lak ik mijn nagels in een oranje kleur en volgens mij heb ik thuis ook nog ergens een rood-wit-blauw sjaaltje. Ik maak er maar het beste van. Eenmaal bij de kassa aangekomen vraagt de caissière mij of ik alles heb kunnen vinden. Ik verbaas mij toch telkens weer over deze vraag. Komen hier dan serieus mensen dingen kopen die zij écht nodig hebben?! Volgens mij kopen mensen hier spullen die ze eigenlijk nooit nodig hebben maar simpelweg meenemen omdat het zo goedkoop is, onder het mom van je-kan-het-maar-in-huis-hebben-want-je-weet-maar-nooit. Ik kijk haar aan en kijk daarna naar mijn oranje spulletjes op de band. “Ja ik heb alles kunnen vinden, bedankt!” En eerlijk gezegd ben ik toch wel een beetje trots om een Koningsspelende hulpmoeder te zijn, ik heb er (best wel) zin in!
JESSIE (klik hier voor haar Instagram)