Het is woensdag en vandaag ben ik ruim 34 weken zwanger. Het is een normale werkdag zoals altijd. De dag vordert rustig. Na de laatste vergadering vertrek ik naar huis. Bij thuiskomst breken mijn vliezen, maar het is geen helder vruchtwater, nee, een hele hoop bloed. Mijn man en ik schrikken en bellen de verloskundige. Zij belt meteen een ambulance. Ondertussen voel ik de bewegingen van de baby goed in mijn buik. Gelukkig! Met sirenes en alarmlichten worden we naar het ziekenhuis gereden. Wat een bijzonder werk doen deze mensen. Respect! Op de spoedeisende hulp wordt alles gecheckt, maar naast een licht verhoogde bloeddruk is er niets te vinden. Ik mag naar boven, naar de kraamafdeling. Hier wordt de CTG aangesloten. Maar nog steeds is er niets bijzonders te zien. Er worden verschillende buisjes bloed afgenomen, maar uiteindelijk wordt er niets als reden van het grote bloedverlies gevonden. Ze willen graag een katheter inbrengen om zo mijn urine te testen. Na aandringen van hun stem ik toe.
Omdat ze niets hebben kunnen vinden tijdens alle onderzoeken, besluiten ze dat ik een nachtje in het ziekenhuis moet blijven en dat ik in principe morgen weer naar huis mag. Mijn man en ik besluiten dat hij in ieder geval het beste thuis kan slapen in plaats van op de slaapbank in het ziekenhuis. Maar een half uur later krijg ik harde plekken aan de bovenkant van mijn buik. De gynaecoloog die net om het hoekje komt kijken, ziet dat en komt binnen om het te controleren. En dan staan er ineens zoveel mensen om mijn bed heen. De baby moet nu met spoed gehaald worden. Ik moet mijn man bellen. Hij komt deze kant weer op. “Jij mag niet meer vaginaal bevallen, maar je krijgt een keizersnee en een ruggenprik”, vertelt de gynaecoloog. Ze zullen wachten op mijn man. Met grote snelheid word ik met mijn bed naar de intensive care gereden. Hier aangekomen gaat het nog slechter met mij en de baby en de gynaecoloog vertelt me dat ze niet meer kunnen wachten op mijn man en geen tijd meer hebben voor een ruggenprik. Ik laat het over me heen komen en adem de lucht via het mondkapje in. Het laatste wat ik hoor is: ‘Zeg me als ik kan snijden’. Ons zoontje wordt onverwacht geboren zonder zijn moeder en zonder zijn vader erbij.
LIES