Het was de dag van mijn 31e verjaardag dat ik positief testte. Mijn vriend kwam thuis en keek mij wat onwerkelijk aan. “Huh, betekent dit dat we nu al…..” Jup, dat betekent het inderdaad. We waren net twee maanden bezig en ik was al zwanger, een enorme luxe, maar ook heel onwerkelijk. Op het moment dat ik zwanger werd, werkte ik al vijf jaar bij hetzelfde bedrijf als bouwkundig adviseur. Een stressvolle baan, waar ik eigenlijk nooit met plezier naartoe ging. We waren net voordat ik zwanger werd vijf weken op vakantie geweest. Een lange reis door Amerika, en dat was niet zonder reden. Ik moest er even uit, even loskomen van mijn werk en alle stress die ik daardoor voelde. Ik vertelde zo’n beetje gelijk op mijn werk dat ik zwanger was. Mijn baas feliciteerde mij en we gingen over tot de orde van de dag. Ik werkte ondanks wat kleine zwangerschapskwaaltjes gewoon door tijdens mijn zwangerschap. Ik was wel ontzettend moe. Al jaren liep ik op mijn werk op mijn tandvlees en dus keek ik erg uit naar mijn verlof.
Mijn zwangerschap verliep zonder problemen
Het onwerkelijke gevoel, van dat kindje dat in mij groeide, dat bleef. Waar je meestal hoort en leest van andere aanstaande moeders dat ze gelijk al een enorme band voelen met hun ongeboren kindje en genieten van elk trapje, ervaarde ik mijn zwangerschap helemaal niet zo. Ik vond het alleen maar heel onwerkelijk dat er een klein mensje in mij groeide. Onze dochter was bovendien een drukke buikbaby die mijn ribben regelmatig hard wist te raken. Auw!
Ik maakte mezelf daar niet echt druk om en dacht dat mijn gevoel wel zou veranderen als ik eenmaal zou zijn bevallen, maar dat gebeurde niet. Na een zwangerschap van bijna 42 weken en een bevalling van ruim 24 uur werd ze op mijn buik gelegd. Een flinke dame van 4400 gram, roze en mollig. Score 10! Natuurlijk was ik blij, maar de opluchting overheerste. Ik weet nog goed dat ik alleen maar hardop bleef herhalen hoe blij ik was dat het erop zat. Nadat ik wat was bekomen, voorzien van hechtingen, had gedoucht en gegeten mochten we ’s middags al naar huis. Met dat nieuwe mensje, onze kerngezonde dochter, in de Maxi-Cosi.
De eerste uren sliep dochterlief vooral, compleet uitgeput van de beproeving. Die bevalling was voor mij niet leuk, maar voor een kind is het ook niet niks om je door zo’n nauw geboortekanaal te wurmen. Ze sliep bij mij, bij papa, bij opa en oma. Ik was vooral nog bezig met het verwerken van wat mij zojuist allemaal was overkomen en gaf onze dochter zonder problemen af aan de opa’s en oma’s. Na een drukke dag was het tijd om te gaan slapen.
In de eerste nacht werden we pas echt ouders
Onze dochter begon met huilen en stopte niet meer. Borst, luier, boertje, borst, luier, boertje. De hele nacht. We probeerde alles wat we wisten, niets hielp. Het machteloze gevoel, dat je dan hebt als ouders, is onbeschrijfelijk en totaal nieuw voor ons. Na een nacht zonder slaap stond om 8.00 uur onze reddende engel op de stoep. De kraamverzorgster Rita, wat een topvrouw. Eerlijk gezegd had ik het zonder haar allemaal niet gered. Ik vertelde in tranen over onze nacht. Ze luisterde, observeerde en zag wat er scheelde. Ik had nauwelijks melk, mijn kind had honger. Ik geloof niet dat ik mezelf ooit schuldiger heb gevoeld. Na een lekkere fles melk was mijn dochter weer net zo tevreden als hoe we haar uit het ziekenhuis hadden meegenomen. In haar kleine nestje lag ze naast mij in ons grote bed. Een klein neusje, prachtig rond toetje en mooie donkere haartjes. Op dat moment viel het kwartje, dit is mijn dochter. Wat is ze mooi en lief. Ze hoort bij mij en ik zal voor altijd haar mama zijn.
Dat was het moment dat de mama in mij werd geboren
Ik had toen nog geen idee over wat zij allemaal voor mij zou gaan betekenen in dat eerste jaar. Tijdens mijn verlof stortte ik mezelf vol overgave in het nog nieuwe moederschap. Dat was ook wel nodig want onze dochter had zoals wel meer baby’s enorm last van verborgen reflux en darmkrampjes. Slapen deed ze overdag weinig en als ze het wel deed, dan alleen op haar buik liggend bovenop mij. De rest van de tijd liep ik tussen de voedingen rond met een huilend baby’tje. Gelukkig sliep ze ’s nachts heel goed. Dat was onze redding. Aan mijn werk dacht ik in die maanden nauwelijks, echt heerlijk! Tot mijn verlof was afgelopen. Het onvermijdelijke was daar en ik moest weer terug naar mijn werk. Onze dochter zou twee dagen in de week naar het kinderdagverblijf gaan en één dag per week kwam oma oppassen. Voor de rest van mijn 36-urige contract zette ik ouderschapsverlofuren in. Na een kort afscheid op het kinderdagverblijf stapte ik met een knoop in mijn maag in de auto naar kantoor. Ik weet nog goed hoe ik die eerste ochtend het kantoor binnenliep alsof ik nooit was weggeweest. Alles was nog precies hetzelfde, helaas. Mijn werksituatie was voor mijn zwangerschap al allesbehalve ideaal. Het werk dat ik deed vond ik helemaal niet leuk, maar dat was het ergste nog niet. Dat was de werksfeer.
Mijn baas
Ik noem hem geen werkgever, want het was echt een baas. Een man met twee gezichten. Naar de buitenwereld toe joviaal, een gangmaker en een graag gezien persoon, voor mij en mijn collega’s was hij, en dan zeg ik het subtiel, nogal moeilijk. Het bedrijf waar ik werkte was klein. Vooral vlak voor ik wegging bestond het enkel nog uit hem, een secretaresse, twee ZZP’ers en ik. Collega’s zag ik in die jaren komen en gaan. Ik zat vaak dagenlang alleen op kantoor. Ik probeerde er tevergeefs alles aan te doen om mijn werk te perfectioneren, geen fouten te maken om zo een confrontatie met mijn baas te voorkomen. Dat lukte natuurlijk niet. Iedereen maakt fouten of vergeet wel eens een leesteken in een rapport van 15 pagina’s. Bijna wekelijks zat ik huilend tegenover hem aan zijn bureau, waar ik moest luisteren naar zijn kleinerende opmerkingen. Destijds voelde ik mezelf vooral slachtoffer en totaal machteloos, nu weet ik dat ik zelf ook een aandeel had. Ik liet het al die jaren allemaal gebeuren. Ik zat vast in mijn eigen overtuiging dat ik niet weg kon gaan. Ik had een goed betaalde belangrijke baan, met een vast contract in crisistijd. Ik moest niet klagen. Ook zag ik ergens het beeld van een kartonnen doos onder een brug helder voor me, niet erg aantrekkelijk. Daarnaast voelde ik mezelf enorm verantwoordelijk voor mijn projecten en het succes van het bedrijf. Alsof het mijn eigen bedrijf was. Nu weet ik dat ik toen vooral bang was. Bang voor die kartonnen doos, bang voor verandering, bang dat ik een foute keuze zou maken. Niet zo vreemd, want ik had geen idee wat ik zelf eigenlijk wilde doen en waar ik goed in was. Dus bleef ik, ook na mijn verlof. Pas toen ik op een sombere dinsdagochtend huilend in de auto zat, op weg naar mijn werk, veranderde er iets. Ik reed de voegstrook van de snelweg op en ineens dacht ik: “Als ik nu mijn auto in de vangrail parkeer, dan hoef ik in ieder geval niet naar mijn werk.” Een ongeluk zou voelen als een opluchting. Belachelijk natuurlijk en gelukkig bleef die gedachte maar even. Ik realiseerde me dat dit echt nergens op sloeg. Ik ben meer dan de slaaf van mijn baas, ik ben meer dan die rotbaan. Ik ben moeder. Dit was niet wat ik mijn dochter wilde meegeven. Ik besefte ineens dat ik een rolmodel was geworden voor onze dochter. Ze zag een moeder thuiskomen die gefrustreerd, verdrietig en moe was. Dan geef je maar een boodschap: werken is stom en je wordt er moe en chagrijnig van. Totaal niet wat ik haar wilde meegeven.
Het moest klaar zijn. Ik moest veranderen. Als ik het niet voor mezelf kon doen, dan toch zeker wel voor haar! Na die ene dinsdagochtend besloot ik dat het anders moest, alleen hoe? Het voelde heel eenzaam om zo te worstelen met mezelf. Aan de ene kant had ik geen idee wat ik wilde en had ik nul vertrouwen in waar ik goed in was, aan de andere kant wist ik een ding wel: ik moest weg waar ik zat. Alleen zou dat mij echt niet lukken. Ik had hulp nodig en via een studiegenoot kwam ik in contact met een loopbaancoach. Ik maakte een concept e-mail en liet die vervolgens twee weken in concept in mijn mailbox staan. Pas na een korte vakantie met zijn tweeën naar New York, waar ik door alle stress totaal niet van had genoten, klikte ik de e-mail aan en drukte op verzenden. Ik was zo opgelucht dat ik het eindelijk niet meer alleen hoefde te doen. In een coachtraject van een half jaar, stopte ik met die vreselijke baan, ontdekte ik wie ik zelf was en wat ik wilde en zette ik een nieuwe stap in mijn loopbaan. Dat schrijf ik nu zo even op, alsof het mij geen enkele moeite meer kostte, maar dat is natuurlijk onzin. Het weggaan bij mijn oude baas was een zware emotionele strijd en natuurlijk twijfelde ik toen ik op het punt stond om te kiezen voor mijn opleiding tot coach. Gedachten als: “Kan ik dat wel en zitten ze wel op mij te wachten?”, spookte echt nog wel door mijn hoofd, maar ze hadden mij niet langer meer onder controle. Ik voelde aan alles dat dit was wat ik wilde, dat ik daar op dat moment gelukkig van zou worden. Het was de beste keuze die ik ooit heb gemaakt. Het voelde alsof ik voor het eerst echt voor mezelf kon kiezen. Nu werk ik alweer een paar jaar met plezier als zelfstandig coach en help ik andere moeders die op zoek zijn naar werkgeluk en meer balans in hun leven. Werk dat mij ontzettend veel voldoening geeft en bijkomend voordeel, zonder schreeuwende baas. Het voelt als een heel ander leven. Waarin ik er helemaal kan zijn als moeder en het werk kan doen waar ik gelukkig van word. Een leven waarin ik steeds weer opnieuw mag kiezen voor wat bij mij past. Allemaal dankzij onze prachtige dochter Ella!
LINDSEY