Ik neem jullie mee in het stukje dat ik weer even thuis kwam uit de kliniek en weer terug moest keren. Het is deze keer iets moeilijker om het te schrijven voor mij, aangezien het nu slechter met mij gaat dan toen ik vorig jaar in de kliniek zat. Ik heb afgelopen week weer in het ziekenhuis gelegen en het was kantje boord. Volgende week had ik met spoed een afspraak in een eetstoorniskliniek om mij te laten helpen. Ik ben namelijk op en wil dit niet voor mijn gezin. Voor hun moet ik beter worden en weer de mama en vrouw zijn die zij verdienen. Een vrolijke energieke mama!
Ik kwam op donderdag thuis van uit de kliniek. Ik was zo blij om weer thuis te zijn en hield mezelf voor dat ik nooit meer terug zou gaan. Maar al heel snel viel ik terug in mijn oude patroon van niet eten en laxeren. Ik had immers die zes kilo vocht die ik vasthield en moest dat kwijt raken. Mijn gewicht ging in een rap tempo naar beneden, en doordat ik lichamelijk voor mijn idee weer meer kon had ik het gevoel dat ik de wereld aan kon. Dit bleek natuurlijk niet waar te zijn, want mijn waardes die logen er niet om en ik moest erg uitkijken. Toch genoot ik van de tijd thuis. Ik wandelde veel als mijn kinderen op school en opvang waren. Ik maakte het huis als een malloot schoon. Alles deed ik om maar in beweging te blijven en niet te hoeven eten. Na vijf dagen werd ik opgenomen in het ziekenhuis voor onderzoeken aan mijn darm. Ik had namelijk extreme bloedverlies… Op het moment dat ik naar huis mocht van het ziekenhuis werd duidelijk dat de eetstoornis mij compleet in zijn macht had. Door het onderzoek moest ik naar huis met de auto of een taxi. Ik vertelde het ziekenhuis dat ik beneden werd opgehaald door mijn vriend en hem vertelde ik dat ik met de bus ging. Uiteindelijk ben ik naar huis gelopen en besloot ik om s’ avonds om 19:30 uur nog 16 kilometer te lopen (om het liggen in het ziekenhuis te compenseren). Toen Kevin en mijn begeleider hier achter kwamen werd het al gauw duidelijk dat ik moest terug keren naar de kliniek. Als ik dat niet zou doen kon ik alles verliezen en was het snel afgelopen met mij. Met veel verdriet en pijn en moeite besloot ik terug te gaan. Ik had contact met de kliniek en kon over een paar dagen weer terecht. Ik pakte thuis opnieuw mijn koffers in. Ikmoest opnieuw weer langzaam afscheid nemen van mijn kinderen waar ik het liefste bij wilde blijven. Zij zijn mijn reden van leven en niet bij hun zijn brak mijn hart. Ik vond dit het moeilijkste om te doen, afscheid nemen. Maar juist tegelijkertijd deed ik het ook voor hun, want als ik het niet zou doen zouden ze misschien helemaal geen moeder meer hebben…
Ik kwam op 23 januari weer terug in de kliniek en heb daar uiteindelijk tot begin maart gezeten. Dit was een ontzettende moeilijke en pittige periode voor mij. Ik moest af van het laxeren en dat was een uitdaging. Maar langzaam werd de drang om te laxeren minder en gebruikte ik dagen soms niets of een heel stuk minder. Echt helemaal verlost er van ben ik nooit geweest. Het eten was in het begin een ramp. Het zes keer op een dag eten was een ramp in mijn hoofd, maar langzaam begon ik die blokkade te doorbreken. Ik zou hier anders nooit wegkomen en wilde zo graag terug naar huis. Dus begon ik me steeds beter aan mijn eetlijst te houden en liet vrijwel niets meer staan en ik sjoemelde ook niet meer. Maar mijn lichaam was het hier niet mee eens, mijn maag kon het vaak nog niet aan al dat eten, waardoor ik vaak moest overgeven. Er werd besloten dat ik geen dessert meer hoefde op te eten na mijn avondmaal, in de hoop dat alles rest binnen zou blijven. Langzaam kwam ik aan, maar ik zorgde er altijd wel voor dat ik net binnen de marge zat van wat moest. Door het gewicht wat er bij kwam, kreeg ik ook weer te dealen met mijn emoties die ‘aan’ gingen. Ik kreeg woede-aanvallen. Of ik was soms intens verdrietig, zo erg dat ik perse naar huis wilde gaan. Mijn vrolijkheid en blijdschap was ver te zoeken. Ik voelde me een nietsnut, een falende moeder die zich moest laten opnemen in een kliniek omdat ze het alkemaal niet zelf kon. Ik haatte mezelf hier om, dit was niet wat mijn gezin verdiende. Zij leden onder mijn ziekelijke Anorexia die mij compleet in zijn macht had. Ik was niet sterk genoeg, niet sterk genoeg om er tegen te kunnen vechten.
En hoewel ik veel steun had van mijn groepsgenootjes voelde ik me vaak alleen. Mijn muur was nog enorm en mijn Borderline was ook duidelijk aanwezig waardoor ik me schaamde en me wilde afzonderen. Ik weet het moment nog dat ik een brief moest schrijven in de kliniek en moest voor lezen in de groep tijdens therapie. Toen besefte ik pas dat ik misschien zieker was dan dat ik dacht en dat mijn weg naar herstel erg lang zou kunnen duren. Ik moest niet alleen leren omgaan met de eetstoornis, ik had ook nog te dealen met de Borderline en de terugkomende trauma’s uit mijn jeugd. Wetende dat er nog veel therapieën zouden moeten volgen om mijzelf te ontdekken, want terugvinden is niet het juiste woord als je niet weet wie je echt bent. De weken waren lang en ik keek uit naar het weekend waar ik mijn mannen weer zag. De weekenden werden langzaam opgebouwd. Eerst mocht mijn gezin alleen op bezoek komen, hierna ging ik een halve dag naar huis, er volgde een hele dag thuis tot een nachtje slapen en daarna mocht ik een heel weekend blijven. Het was vaak het allermoeilijkste als je even thuis was en genoot van de kleine dingen die er gebeurden. Liam begon met praten en Milan ontwikkelde zich tot een echte kleuter. Ik miste dingen in hun ontwikkeling en dat deed mijn zo’n pijn in mijn hart. En dan moest ik in het weekend weer afscheid van ze nemen om terug te moeten gaan naar de kliniek. Ik vergeet nooit wat mijn zoon een keer tegen me zei in zo’n weekend. Milan pakte mij vast en keek me aan: “Mama jij moet in het ziekenhuis weer leren eten he, want jij eet nooit thuis en daarom ben jij ziek.” Mijn moederhart brak, ik besefte zo dat er in dat hoofdje van een 4-jarige al zoveel meer omging dan dat we allemaal denken. Ik besefte dat ik moest vechten om beter te worden omwille van mijn kinderen.
Na in totaal drie maanden in de kliniek te hebben gezeten, ging ik met mijn streefgewicht naar huis. Dit was bij mij het gewicht op mijn ondergrens. Helaas werd ik ontslagen met de woorden: “Het is fijn dat je naar huis gaat voor jou en voor je gezin, maar wat betreft de eetstoornis had je eigenlijk nog een tijdje in de kliniek moeten blijven.” Op dat moment dacht ik dat deze mensen ongelijk zouden hebben. Ik wilde er voor gaan en hoe erg die eetstoornis nog in mijn hoofd nog aanwezig was, ik kon hem nu langzaam wat meer weerstand geven. Eenmaal thuis genoot ik de eerste week volop op van mijn gezin, ik kon weer zoveel meer. Ik lachte, ik had energie, ik kon dingen met de kinderen ondernemen en ik genoot ook echt weer van dingen. Alleen het volgen van mijn eetlijst lukte me thuis niet meer. Ik ging al vrij snel van zes keer per dag naar drie keer per dag eten. Ik hield mijn gewicht nauwlettend in de gaten om niet boven het gewicht te komen waarmee ik de kliniek uit was gekomen. Voor mij werkte dit zo voor nu prima, ik sloot een compromis. Mijn gewicht werd één keer per week in de gaten gehouden. Ik mocht niet meer dan één kilo onder mijn ontslaggewicht komen. En voor toen hield ik dat netjes aan. Na ongeveer 1,5 week volop genieten met mijn gezin kwam er een gesprek met mijn begeleider en het wijkteam. Mijn begeleider zou naar de achtergrond gaan en er zou iemand drie keer in de week komen om mee te kijken tijdens eetmomenten met mijn kinderen erbij. Doordat mijn emoties ook weer volledig aanstonden werd dit een regelrechte ramp in mijn hoofd en kwam de Borderline enorm opspelen. Ik voelde me belazerd, want mijn begeleider die ik zo vertrouwde zou nu zo goed als weg vallen en ik zou met iemand in huis moeten zitten die ik niet kende en niet vertrouwde. Dit wilde ik helemaal niet. Ik was kwaad op alles en op iedereen. Dit escaleerde zo erg dat ik vanuit een opwelling van mijn Borderline reageerde. Ik wilde niet meer leven en liet dit duidelijk merken. Ik wilde gewoon niet meer dat anderen mijn leven gingen bepalen. Ik voelde me een pop die niets meer zelf te zeggen had. Dit escaleerde en ik zat vrijwel snel die week nog bij de crisisdienst. Gelukkig was ik op het moment van gesprek daar al weer redelijk gekalmeerd en zagen zij geen reden om mij daar te houden. Maar het was al vrij snel duidelijk dat de eetstoornis en de Borderline zo met elkaar verbonden waren. Altijd waren één van de twee aanwezig. Ik stond op de wachtlijst voor de behandeling van mijn Borderline.
De eerste maanden volgden waarin het leek of ik alles redelijk goed onder controle had. Natuurlijk waren er altijd ups en downs en viel ik soms wat terug, waarbij ik laxeerde of heel weinig at… Maar met de hulp van mijn grote liefdes kwam ik daar dan weer redelijk boven op. Ik genoot weer van dingen en we deden als gezin ook weer leuke dingen. Alles leek goed te gaan, maar toch zat daar een terugval op de loer.
DAGBOEKSTUK
8 Januari 2017
Vandaag begonnen we weer met de bloeddruk meten en het wegen. Weer een kilo erbij en het frustreert me enorm. Ik zie eruit als een opgeblazen olifant. Ook mijn pols is weer erg hoog voor de ochtend en mijn bloeddruk laag 98-46. Bij het ontbijt at ik met veel tegenzin, maar ik had het wel uiteindelijk binnen de tijd opgegeten. Daarna moest ik bloed gaan prikken. Omdat ik gisteren twee keer flauwgevallen was, mocht ik er niet lopend heen en moest ik met de rolstoel. Dit vond ik echt verschrikkelijk en het gaf me alleen maar een zieker gevoel. Mijn lichaam die zo hard protesteert. Na het bloedprikken was het al weer tijd voor het tussendoortje. Na het tussendoortje ben ik gaan roken en heb ik in mijn kamer tv gekeken om even tot mezelf te komen. De dag ging zoals de andere dagen lunch, tussendoortje ….. Na het tussendoortje van half 4 besloot ik te gaan douchen. Tot de verpleging kwam en vroeg of ik wilde komen want mijn bloeduitslagen waren binnen. Ik voelde al dat het niet goed zou zijn. Mijn bloedwaardes waren in vier dagen tijd gezakt van 4.5 naar 3.6. Ze had de arts al gesproken en ik moest rekening houden met een ziekenhuisbezoek en ik zou met de ambulance opgehaald worden. De spanning zat op dat moment erg hoog en het avondeten ging ook heel slecht. Dit was de eerste keer dat ik mijn avondeten niet had opgegeten. De eetstoornis nam het van me over. Toen om half 9 was daar de ambulance en werd ik naar het ziekenhuis gebracht. De eerste nacht slapen in het ziekenhuis was een ramp. Ik kon niet slapen en ik voelde me zo alleen. De eetstoornis wist dat het in het ziekenhuis weer alle mogelijkheden had om het te winnen van mij.
9 januari 2017
Om 07:00 uur werd mijn bloeddruk en pols weer gemeten. Mijn bloeddruk was extreem laag 90-41 en mijn pols 103. Toen om half 8 kwam de verpleging van het eten en vroeg of ik wat wilde eten. Natuurlijk was mijn antwoord nee, alles in me zei: “Nee, nee, nee”. Om 08:00 uur werd mijn bloed geprikt. Rond half 10 kwam de arts vertellen dat ik een bloedtransfusie en een ijzerinfuus zou krijgen. Zo gezegd zo gedaan. De artsen wilden me nog een nacht in het ziekenhuis houden. Ondertussen had de verpleging mijn voedingslijst en kreeg ik zonder dat ik het wilde avondeten voorgeschoteld, omdat ik al meer dan 24 uur niets had gegeten. Moeizaam begon ik aan het avondeten, maar bij drie happen van het bord hield ik er al weer mee op. Meer dan dat kreeg ik niet voor elkaar en meer mocht ook niet van mezelf. Rond 11 uur probeerde ik te gaan slapen, maar dit ging niet. Ik lag veel wakker en het bloedverlies nam toe.
MICHELLE (klik hier voor haar Instagram)