Als je DEEL I nog niet hebt gelezen, klik hier. En voor DEEL II hier.
Morris is bijna vier jaar en hij is bijzonder. Maar eigenlijk zijn alle kinderen bijzonder toch? Morris ging van niet slapende huilbaby, naar een redelijke dreumes. Tot een puberende peuter, naar een manische kleuter. Als pedagoog zijnde weet ik dat we hem in heel veel hokjes zouden kunnen plaatsen. Wel wetend dat hij dit gedrag vooral thuis laat zien en weinig op de opvang. Zegt ook wat over de opvoedingsstijl van ons natuurlijk. Maar de labels die even te binnen schieten… Allereerst een autistisch trekje, kan zich extreem vastbijten in vaste routines en deze soms moeilijk loslaten. Extreem in emoties. ADHD? Kan op momenten echt hyperactief zijn, moeilijk te remmen. Er komen dan gekke brullen zijn mond uit rollen. Hoogsensitief? Hooggevoelig? Nogmaals extreem in emoties. Kan vinden dat hem heel veel onrecht wordt aangedaan. Kan heel standvastig zijn. Schiet soms wat door in fantasie waardoor hij angstig is. Heeft een hekel aan kledingstukken die irriteren door labeltjes en kaartjes. Is gevoelig in zijn mond, vindt dingen snel heet. Vindt bepaalde structuur in zijn mond zo naar dat hij kokhalst. Kan obstiperen.
Zoals ik al zei: op de opvang past hij zich heel goed aan. Is wel wat snel vermoeid en met zijn ruim 3,5 jaar heeft hij zijn middagslaap echt nodig. Anders komt, zoals het kinderdagverblijf altijd aangeeft, ‘High sensitive Morris’ tevoorschijn. Verder zien ze dat hij slist, dit klopt. Want dat spenen afbouwen met hem is ronduit verschrikkelijk. Maar zijn zinsopbouw is weer perfect. Verder is hij heel goed zindelijk, maar durft niet te poepen op de wc. Poepangst dus. Hij kan dus ook gerust dagen zijn ontlasting inhouden tot hij krom loopt van de buikpijn. Als baby hebben we hem meerdere klisma’s moeten geven.
Kom maar met die labelwriter, dan plak ik hem even vol. Maar wat heeft het voor zin? Gaan labeltjes ervoor zorgen dat er deuren opengaan? Soms, soms geeft het reden voor extra begeleiding. Soms kom je dan op plekken waar je anders niet zou komen. Maar waar de ene deur open gaat, sluit een ander weer. Soms verklaart het gedrag, maar soms is het ook een excuus om je niet aan te passen aan je omgeving.
Ik weet nog dat ik ooit in het echte Gooi werkte en diverse ouders bij mij kwamen en aangaven dat hun kind niks kon doen aan zijn drukke en dwarse gedrag, want hun kind had moeite met autoriteit. Mooi zelfbedacht labeltje als excuus voor zelf niet autoritair durven zijn naar je kind, grenzen durven stellen. Het excuus voor verwend gedrag. Echt, ik krijg er kippenvel van. Moeten we allemaal niet gewoon een cursus consequent opvoeden krijgen? Maar ik zie ook kindjes die een label krijgen, waar het hele gezin zich aanpast aan het kind. Waar broers en zussen zichzelf wegcijferen. Maar bij ons op de opvang doet hij het supergoed tussen alle andere kinderen zonder label. Dan is de label een soort ‘zware last’. Labels kunnen ouders die op verschillende plekken tegen de muur lopen, rust geven. Maar het allerfijnst zou toch zijn als je kind zo ‘normaal’ mogelijk op kan groeien. Dat we kijken naar de dingen die wel lukken en niet naar de labels? Dat we kijken naar welke mogelijkheden er zijn binnen het reguliere?
Morris krijgt van mij geen label zolang hij kan zijn wie hij is. Een bijzonder prachtig kind, met zijn gebruiksaanwijzing, zoals elk ander kind. Ik leer hem liever hoe hij om moet gaan met de dingen die hij moeilijk vindt, dan dat hij een mooie sticker krijgt met een naampje en mensen zich aanpassen aan hem. Zo is de wereld niet en zo is het leven niet. Ik denk een of twee generaties voor ons, mijn moeder en mijn oma dus, die vragen zich echt af waar al die labeltjes toch vandaan komen. Hoe vaak hoor je een ouder iemand niet zeggen: “Vroeger was je gewoon een druk kind, dan moest je een rondje extra over het schoolplein rennen van de juf om je energie kwijt te kunnen”. Hoewel ik aan de ene kant echt blij ben dat we kinderen ook kunnen helpen en ondersteunen met een label, vind ik deze nuchtere houding veel interessanter. Ik denk namelijk dat de wereld in die tijd een stuk simpeler was, voor volwassenen en kinderen. Ik hou van de ‘doe maar normaal’-mentaliteit, zonder in een hokje gestopt te worden. We zijn allemaal mens, met eigen nukken.
Als pedagoog en moeder denk ik dat het voor sommige kinderen goed is dat ze geholpen worden door een labeltje, dat er daardoor meer gepast wordt gekeken naar wat een kind nodig heeft. Zolang we maar uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen. En soms… worden de stickers te makkelijk uitgedeeld, als een excuus of makkelijke weg. Die gevalletjes vind ik zonde, want een kinderwereld kan zo mooi zijn en deze stickers passen daar dan net niet.
MELANY (klik hier voor haar Instagram)