Mijn bevalling. Nou dát was me toch een tegenvaller! Moet jij binnekort bevallen? Sla deze blog dan maar even over…
Mijn zwangerschap was KUT. Vreselijk vond ik het. Misselijk en depressief, ik vond er niks aan. Door alle roze wolk hysterie voelde ik me nogal een vreemde eend in de bijt want ja, wie geniet er nou niet van?! Ik dus. Maar goed aan alles komt een eind dus ook aan deze zwangerschap. Thank God! Omdat mijn zwangerschap zo ruk was had ik op de één of andere manier mijn bevalling echt verheerlijkt. Dat je vliezen dan breken en je je man belt die halsoverkop naar huis komt en je liefdevol kust. “Kom schat we gaan dit avontuur samen aan!” Samen puffend en hand in hand het kind laten komen. En dan tranen van geluk als hij er dan eindelijk is! Net zoals in de film. Maar niks is zoals in de film. Mijn stomme zwangerschap niet, maar mijn bevalling al helemaal niet! Tijdens mijn zwangerschap studeerde ik nog. Op de dinsdag van mijn tentamenweek had ik weer een afspraak bij mijn verloskundige. Maar eigenlijk vond ik die vrouwen helemaal niks. Ze hadden voor mij een te hoog boomknuffelaar-gehalte. Toen ik over pijnstilling begon was de reactie: “We wachten het wel af, soms kan het heel mooi opbouwen en dan heb je dat niet nodig.” “Toedels”, dacht ik, “waarom zou ik mezelf dat in godsnaam aan doen, rare hippie?” En natuurlijk wil ik niet thuisbevallen al die zooi hoef ik echt niet in mijn bed.
Ik had al een paar keer gebeld omdat ik me niet lekker voelde, maar dat werd afgedaan als blaasontsteking en ik hoefde niet langs te komen volgens de telefoniste. Ook dat vond ik stom. Alles en iedereen was stom en dom. En terecht bleek tijdens de controle, mijn bloeddruk was veel te hoog en ik mocht meteen door naar het ziekenhuis. Hup aan de bloeddrukmeter en dat een uurtje of wat. Inclusief die doppen op mijn buik waar ik spontaan alweer jeuk van krijg als ik er aan denk. In het ziekenhuis werkte toen de beste vriendin van mijn zusje, zij was aan het promoveren op de afdeling waar ik lag en kon me dus alles uitleggen en vertalen. Hoe hoger mijn bloeddruk werd, hoe lager mijn IQ kennelijk dus ik kon deze dame goed gebruiken! Op naar de afspraak met de verloskundige. “Bloeddruk is te hoog. We gaan je inleiden.” Inleiden?! Wat dan?! Dat kan helemaal niet, want ik heb nog tentamens dacht ik. En terwijl mijn hoofd alles probeerde te verwerken plande mijn man de inleiding in, op donderdag, want dat was handiger met zijn werk. Aangezien het inleiden waarschijnlijk wel een paar dagen zou duren, omdat ik pas 37 weken was kwam dat dan beter uit want de baby zou dan ongeveer in het weekend geboren worden. Wist hij veel…
Nou, wij weer naar huis en ik begreep er nog steeds niks van. Mijn hoofd zat vol watten. Maar ik besefte me wel dat ik dus niet de ‘romantische’ bevalling kreeg waar ik zo veel over gefantaseerd had. Woensdag ben ik met mijn moeder de stad in gegaan om wat kleinere kleertjes te kopen en een verschoningskussen, want dat had ik nog geen eens in huis. Ik pakte mijn koffertje in. Op donderdag mocht ik om 7 uur bellen of er plek was om te komen bevallen. Ik denk dat het redelijk logisch is dat ik die nacht niet echt goed en veel geslapen heb. Mijn man wel. Eikel. Maar goed, wij dus bellen er was plek. We mochten komen. Mega zenuwachtig was ik, mijn man doodkalm. Die nam overal zijn tijd voor. Te frustrerend! Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen mochten we wachten. Het was die dag erg druk. De dame die na mij binnenkwam werd naar huis gestuurd en ze mocht een dag later komen bevallen. Wat was ik blij dat ik mijn man redelijk stellig verzocht had iets sneller te handelen. Op zijn zachts gezegd. Nou hup, baarhok in. De procedure werd uitgelegd: ik kreeg drie keer twee tabletjes en dan hopelijk zou mijn baarmoedermond verweken. Ik begreep er niet veel van en ik vond het allemaal best. Pillen erin en terug naar de zaal waar er weer geen bed voor mij was. Zit je daar op een houten stoel…
Na een tijdje kreeg ik mijn bed, vers uit de wasstraat. Hij was nog zeiknat. Beter dan een stoel, prima. Aan de bloeddruk meter. Ik haat die dingen nu echt als ik ze zie. De controle kwam en ik bleek 4 centimeter ontsluiting te hebben. Ik hoefde geen medicijnen meer, want het ging super goed zo! Mijn zusje geappt dat het toch maar eens zo kon zijn dat de baby vandaag kwam. Zij zou erbij zijn. Gelukkig maar! “Ik heb al 4 centimeter”, zei ik, “en ik voel niks, als dit zo door gaat stelt bevallen echt niks voor!” Wist ik veel… Iets was op een gegeven moment niet meer goed: de hartslag van de baby of iets met mij, ik weet het niet meer. Maar ik moest naar de verloskamer om mijn vliezen te breken in de hoop dat ik weeen zou krijgen en de bevalling echt kon beginnen. Nou, zo gezegd, zo gedaan. Ik word die kamer in gerold, onderbroek uit en haaknaald erin. Een verpleger hield mijn hand vast. Ik hoorde mijn zusje zeggen: ‘Loukie heeft een hele grote personal space, doe maar niet!’ Mijn engel! Ik kan totaal niet tegen dat soort acties van vreemden, lief bedoeld maar bewaar dat maar voor iemand anders. In ieder geval, plop plop, vliezen kapot en nou afwachten! Het was 16.00 uur. Spannend, wat gaat er allemaal gebeuren?! Nou véél kan ik je vertellen! Mijn god wat een ellende!
Meteen kwam ik terecht in een weeenstorm. Ik had totaal geen idee wat me overkwam en ik werd niet goed! Misselijk en verward lag ik te creperen! “Een ruggenprik”, gilde ik, “een ruggenprik!!” Gelukkig kwam de anesthesist best snel. Ik zweer je dat ik een krans om de beste man zag verschijnen toen hij binnen kwam met de medicijnen. Tegelijkertijd stond er een nieuwe verpleegkundige naast mijn bed met een verhaal dat ze vroeger naast mijn schoonmoeder woonde en dus mijn familie kende, was dat een probleem? ‘Het boeit me geen ene reet’, zei ik, ‘ik wil die ruggenprik!’ Helaas wierp mijn redder in nood één blik op mij en zei: ‘deze mevrouw is al te ver, die kan geen prik meer krijgen’. Ik denk dat ik toen heel hard “neeeeeee” gilde. Net zoals in de film strekte ik mijn hand uit terwijl mijn redding van me weg genomen werd. “Wat een hel! WTF, ik zit pas op 5 centimeter”, dacht ik, “dus hoe moet ik dan de komende uren doorkomen?!!?” Woedend was ik en mijn vuist belandde zo in de zak van mijn man die een beetje beduusd naast mijn bed stond. Had hij maar ergens anders moeten staan. Alles was toch zijn schuld en nou moet ík die baby eruit zien te krijgen. Eikel. ‘Nou’ zegt de verpleegkundige die naast mijn schoenmoeder is opgegroeid, ‘als deze mevrouw zich niet aanstelt kan ze wel eens heel ver zijn.’ Als deze mevrouw zich niet aanstelt?! Wat denkt je wel niet, trut?! Dat ik voor mijn lol zo lig te krijsen? Nee, ze maakte zich echt niet geliefd bij mij. Met moeite kreeg ze de verloskundige zo ver om me te controleren, want mevrouw zat in de overdracht dus eigenlijk had ze geen tijd voor mij. “En zo snel kon het toch niet gaan hoor.” Ook al zo’n kutwijf. Nou hup, hand erin en wat blijkt ik had 10 centimeter ontsluiting en mocht gaan persen! ‘Ha, zien jullie wel, ik zei het toch!’ Ik kan me trouwens niet voorstellen dat ik me erg geliefd heb gemaakt daar, maar dat terzijde. Risico van het vak lijkt me.
Goed om 16:30 mocht ik persen. De baby vond het helemaal niks en moest er snel uit. De bloeddrukmeter gooide ik van mij af. ‘Dat die te hoog is weten we nu wel hoor!’ Er moest een knip in, een dubbele. Mijn zusje had van haar vriendin gehoord dat het geluid van die knip het meest vreselijke is en stond met haar handen over haar oren te schreeuwen: ‘Hij komt eraan, hij komt eraan!’ ‘Doe jij eens even rustig je helpt haar helemaal over de zeik’, zei de verloskundige. ‘He, doe jij eens even aardig tegen mijn zusje!’, riep ik tussen het persen door. Nou knippen zaten erin. Ik perste nog een keer en zoals mijn man het omschrijft: vliegt de baby er zo snel uit dat de verloskundige net op tijd is om hem te vangen. Dat was om 16:38. Ik kreeg een vies plakkend babytje op mij en hij scheet me meteen helemaal vol. Liefde op het eerste gezicht denk ik? Ik had geen idee wat me was overkomen en liet alles maar gebeuren. Na een paar minuten wist ik uit te brengen: ‘Hoe ziet hij er eigenlijk uit?!’ Hij werd voor mij opgetild en ik zag mijn kleine man. Al hoewel, zo klein was hij helemaal niet, 3680 gram en dat met 37 weken. Hij was dus te zwaar en we moesten een nachtje blijven. Fijn. Daar lag ik op apegapen, onder de baby meuk en poep met een verloskundige in opleiding die tussen mijn benen naar de ravage zat te kijken. Als alles aan flarden ligt, stoppen ze een vinger in je kont om een algehele ruptuur uit te sluiten. Zij twijfelde, haar begeleider ook en de gynaecoloog moest ook oordelen. De derde vinger verdween in mijn hol en ik zei: ‘Joris, zorg eens dat ze hiermee ophouden. Ik houd hier helemaal niet van, dat weet je.’ Het was zo druk dat ze mij pas rond 8 uur konden hechten. Kennelijk lag half Nijmegen in het Radboud te baren. Omdat ze zo laat begonnen deed het hechten erg veel pijn, alles was dik en opgezet en ik voelde iedere prik ondanks de drievoudige extra verdoving. Mijn ogen draaiden weg en mijn bloeddruk daalde gigantisch. Snel maakte de verloskundige het af. Omdat onze zoon te dik was, moesten we een nachtje blijven om zijn glucose te controleren. Ik moest gaan voeden en kolven. Zitten op één bil door de pijn zat ik de hele nacht aan die zuignoppen, VRE-SE-LIJK! Het oude buurmeisje van mijn schoonmoeder heeft me de hele nacht geholpen en zelfs nadat ze klaar was met werken kwam ze nog langs om mij te helpen voeden. Ze leek opeens een stuk minder een trut… (Twee weken kon ik amper lopen en zitten. Het ziekenhuis heeft excuses aangeboden voor de gang van zaken. Ze hadden mij nooit zo lang mogen laten liggen, dan was de pijn veel minder geweest. Maar wat koop je daarvoor, niks.).
LOUKIE (klik hier voor haar Instagram)