Dagen, weken en uiteindelijk maanden leef je toe naar het moment waarop je je baby in je armen kan houden. Gedachtes worden gevuld met toekomstbeelden van je kindje, alles wat je bedenkt vanaf het moment dat je zwangerschapstest positief is, daar komt je kindje in voor. Vanaf nu is er voor altijd iemand bij. Totdat in mijn geval na maanden van hoop alles veranderde met het te vroeg overlijden van het kindje in mijn buik. In een korte tijd ging ik van enorm geluk naar het meest intense verdriet dat er bestaat. Van een grote droom van het krijgen van een kindje naar het overlijden, bevallen en cremeren ervan. Ik deel het graag, voor mensen die willen weten hoe het ging en gaat, voor mensen die het hebben meegemaakt of meemaken, maar vooral ook voor mijn zoontje, omdat ik net zo trots ben als toen mijn dochter werd geboren en ik graag over hem vertel.
Zaterdag
Zaterdagochtend vroeg schrok ik wakker, het voelde alsof mijn vliezen waren gebroken en ik vruchtwater verloor. “Maar dat kan toch nog helemaal niet?”, dacht ik, “Ik moet nog wel even.” Het voelde niet goed, maar ik wilde niet meteen in paniek raken. Twee dagen geleden had ik nog een echo gehad en alles was goed, ons kindje stak nota bene zijn duim op voor de foto. De NIPT inclusief nevenbevindingen was een tijd geleden ook goed, en de ‘gevaren termijn’ was ik al ruimschoots voorbij. De verloskundige kwam langs en na een testje bleek het mogelijk toch vruchtwater. Diezelfde ochtend ging ik naar het ziekenhuis. Vincent was op vakantie en dus kwam mijn zus om mij bij te staan. Na wat routinevragen kwam de verloskundige met een echoapparaat. Ze zette het op mijn buik en zei: “Ik heb even moeite met het kindje te vinden”. Twee dagen ervoor had ik hem nog gezien dus ik dacht meteen: “Hoe kan dat nou, zo’n groot kindje kan toch niet verdwijnen?” Maar ook ik zag vrij snel dat het moeilijk zichtbaar was omdat er nergens ‘zwart’ en dus ‘vruchtwater’ omheen zat. Ze zei het ook direct: “Er zit helemaal geen vruchtwater meer in. Ik ga even met de dokter overleggen.” En weg was ze. Alle lucht werd in één keer uit mijn lichaam gezogen. Het voelde alsof mijn hart eruit gerukt werd. Dit was slecht nieuws.
Hoop
De dokter was meteen heel duidelijk. Eigenlijk is er gewoon nauwelijks tot geen hoop. Dit is heel ernstig in zo’n vroeg stadium, ook al klopt het hartje nog. Ik deed ontzettend mijn best om op een punt op de muur te concentreren en door te blijven ademen en vooral niet compleet in te storten. Ik wilde naar huis, schreeuwen, heel hard schreeuwen. Dit kan niet waar zijn, ik heb hem eergisteren nog gezien en alles was goed. Het kindje had geen vruchtwater meer, dat heeft het nodig voor ontwikkeling van met name de longetjes. De meeste kindjes komen in vergelijkbare gevallen binnen 72 uur na het breken van de vliezen te overlijden, vaak komt de bevalling binnen een week op gang. Stel, en dat komt heel weinig voor, dat je kindje langer blijft leven, dan kom je daarna voor vreselijke dillema’s te staan. De longetjes ontwikkelen zich niet goed en alles vergroeit, omdat het kindje geen ruimte heeft in de baarmoeder. Die kindjes komen vaak in een later stadium alsnog te overlijden. Ik kon het niet geloven, heel even was ik overtuigd dat ik dan de uitzondering zou zijn, want mijn kindje, mijn zoontje, zou dat allemaal doorstaan. Maar de arts draaide er niet omheen. Ik moest toch echt van het eerste scenario uitgaan. Het enige wat ik kon denken was: “Als je geen hoop hebt, wat blijft er dan over?”
En daar zat ik dan. Eigenlijk wist ik dat mijn kindje zou overlijden, maar eraan toegeven kon ik niet. De arts zei dat ik over een week weer terug kon komen als er niets was gebeurd. Ik wilde tegen hem schreeuwen of hij helemaal gek geworden was en dat ’t typisch een mannenopmerking was, omdat ‘zijn soort’ niet weet wat het is om al maanden een kindje in je buik, in je eigen lichaam mee te dragen. Zijn hartje klopt in mijn buik. En nu moet ik een week in onzekerheid zitten? Maar ik bleef rustig en zei dat ik dat niet ging doen, wachten en niet weten hoe het met mijn zoontje is. Ik zou na het weekend terug mogen komen. Vervolgens moest ik Vincent over de telefoon gaan vertellen dat ons lieve kleine kindje het zeer waarschijnlijk niet zou gaan redden. Nadat de pieptoon overging zakte ik al in elkaar van verdriet. Hoe vertel je je geliefde zoiets? Ik voelde me tegelijkertijd zo ontzettend schuldig. Ik ben zijn moeder, hij groeit in mijn buik, hij leeft ‘met’ mij mee, in mijn lichaam. En ik doe hem tekort, als moeder, zijn beschermer. Kort vertelde ik hem over de scenario’s. Hij was er natuurlijk helemaal kapot van. Het voelde zo naar om zo ver van elkaar vandaan te zitten. Gelukkig zou hij die avond terugkomen en ik hoopte zo ontzettend dat de bevalling niet zou beginnen voordat hij thuis was.
Ik wil alles alles alles voor je doen
Na de ‘slecht nieuws dag’ kwam er een ontzettende ‘overlevingsdrang’ in mij voor mijn kindje. Ik moest thuis alles gaan onderzoeken en kijken welke mogelijkheden er wel waren. Want het was duidelijk dat de dokter er al vanuit ging dat het mis zou gaan, maar als ik daar aan toe zou geven, dan zou mijn wereld instorten. Ik tikte het ‘slecht nieuws bericht’ voor familie en vrienden, maar geen woord dat ik koos was goed genoeg. Alsof ik door het tikken van de woorden toegaf aan het slechte nieuws. Dat het er opeens was, en dat het echt was.
De dagen daarna werd ik telkens enorm overvallen door het meest intense verdriet dat er bestaat. Het overvalt je als een golf van misselijkheid en neemt je hele lichaam over. Ik huilde zo hard en het kwam van zo diep. Dit soort verdriet is het verdriet van verlies en de onmacht die daarbij hoort. Ik kon alleen maar schreeuwen en roepen dat het zo oneerlijk is. Ons kindje is zo perfect, er was medisch niks mis met hem. Maar ik faal als moeder, mijn vliezen zijn gebroken en daardoor gaat het kindje waarschijnlijk dood. En er is niks dat ik kan doen. Het voelt zo enorm machteloos om af te wachten tot het hartje stopt, alsof ik mijn baby laat stikken. Ik wil zo graag alles voor je doen, alles alles alles. Maar het kan niet. Constant probeerde ik dingen te bedenken die erger zijn, zodat ik mijn eigen verdriet in perspectief kon plaatsen. Ik stond mezelf niet toe om het besef en het echte verdriet toe te laten.
Een hart gevuld met hoop
Na 48 uur was er nog geen bevalling. Vin was inmiddels terug uit het buitenland en we mochten naar een gespecialiseerd ziekenhuis voor een nieuwe echo. Het duurde een eeuwigheid voor we aan de beurt waren. Ergens gaf het wachten ook een fijn gevoel. Zolang er nog niet gekeken is, is mijn kindje nog springlevend en met iedere minuut die wegtikt is het gewoon nog mijn kleine jongetje in mijn buik die het moeilijk heeft, maar het gaat redden. Toen we eindelijk aan de beurt waren en ik ging liggen op de behandelbank zei de echoscopiste nog: “Wat naar allemaal, we gaan eens kijken en dan gaan we bespreken met de arts wat het plan gaat worden”. Toen ik vertelde dat we vanuit het andere ziekenhuis begrepen dat de kansen erg slecht zijn keek ze ons gek aan. “Er zijn tal van opties ik zou niet altijd uitgaan van het meest slechte, dus laten we eerst gaan kijken”. Voor heel eventjes vult je hart zich dan direct met hoop. Maar kort daarna zag ik het meteen. Ze kon het kindje nauwelijks in beeld krijgen. Geen enkel druppeltje vruchtwater. Ons arme jongetje lag helemaal opgekruld. Ze ging op zoek naar het hartje. Heel lief zei ze nog: “Het is wat moeilijker te vinden zo maar niet meteen zorgen maken het kan even duren”. Maar ik wist het al zodra ik het beeld zag. Het is gestopt. Zijn hartje werkt niet meer. Hij is overleden. Ons kindje is er niet meer. En ik heb dat moment niet eens gevoeld als moeder.
Bij Vin stroomden de tranen over zijn wangen, ik bleef verslagen achter, het nieuws kwam niet helemaal binnen. De dokter ging voor de zekerheid een andere dokter erbij halen om het echt heel zeker te weten. Toch hoop je dan meteen dat ze het niet goed heeft gezien. Maar ook de tweede keer kregen we bevestiging. Of we even in een apart kamertje wilden zitten in plaats van de reguliere wachtkamer. Dat leek ons ook beter. Zodra de deur dichtviel stortte ik in. Datzelfde overweldigende oer-verdriet. Je kunt het niet tegen houden, het neemt je hele lijf over. Ik hapte naar adem en er kwamen geluiden uit me die ik niet kende. Mijn hart was in duizend stukjes gebroken en mijn wereld was zojuist ingestort. Het duurde en het duurde voordat we de dokter kregen te spreken. Op dat moment zag ik het nut niet, er was niks meer wat ik kon doen om dit terug te draaien. Mijn lichaam heeft gefaald, ik heb gefaald. En mijn kindje is daar de dupe van geworden. We zaten bijna een uur in het kamertje. Foldertjes over de NIPT, foldertjes over down, foldertjes over puncties en ook foldertjes over het verlies van je kindje. Dit was sowieso een ‘slecht nieuws kamertje’. Het enige wat ik kon denken was: ik wil nu alleen zijn en heel lang en heel diep slapen en voorlopig even niet meer wakker worden. En als ik dan wel wakker word, dan voel ik mijn kleine jongetje trappelen in mijn buik.
Bevallen van een overleden kindje
In zo’n ver stadium moet je bevallen. Een bevalling is al zo ontzettend intens en pijnlijk, maar je doet het ergens voor. Een stralend, lief en hopelijk gezond kindje. Ik keek er enorm tegenop om alles te moeten doorstaan zonder het fijne einde, voor mij geen gezonde baby om mee naar huis te nemen. Slapen was lastig de nachten voorafgaand aan de bevalling. Steeds dacht ik terug en terug om te ontdekken of ik niet iets over het hoofd had gezien. Heb ik niet eerder iets gevoeld, had ik dit kunnen voorkomen? Hebben ze het wel echt goed gezien? Klopt het hartje echt niet meer?
Op donderdag, de dag van de bevalling, reden we voornamelijk in stilte naar het ziekenhuis. Aan de ene kant zo benieuwd hoe onze zoon eruit zou zien, aan de andere kant doodsbang voor wat er zou komen, zowel de bevalling als de stortvloed aan emoties. Het duurt net zolang als een bevalling van een voldragen kindje en de weeën zijn net zo heftig. We zochten een mandje uit en dekentjes waar het kindje later in zou komen te liggen. Halverwege de dag wisselde ik van kamer. Een kamer die zojuist was vrijgekomen omdat ouders met hun pasgeboren baby het ziekenhuis hadden verlaten. De hele dag had ik al wat lichte krampen, maar niet te vergelijken met echte weeën. Om de zoveel uren kreeg ik weeënopwekkers toegediend. In de middag werden de krampen heviger en heviger en volgden elkaar snel op. Op een gegeven moment zat er geen pauze meer tussen. Ondertussen kon ik alleen maar denken dat ik het niet meer aan kon: ik wil niet meer, ik wil niet bevallen nu en al helemaal niet van een overleden kindje. Ik wil wakker worden uit deze nachtmerrie. Na nog een hele heftige wee was plotseling alle pijn weg. Direct voelde ik mij heel rustig worden. Dat moment kan ik nog zo goed terug halen. Alsof mijn lichaam en geest eindelijk samenwerkten en het beiden accepteerden dat dit het was. En toen werd onze zoon geboren. Isaac. Heel rustig en vredig. Ik voelde de kalmte over ons neerdalen. Ik zei: “Kijk Vin, daar is hij, onze zoon, twee dagen na de eerste verjaardag van zijn zusje”. Ondanks dat het best even heeft geduurd had ik me ingesteld op de uren en uren weeënstormen die ik bij Alva had. Ik bedankte niemand in het bijzonder voor deze bevalling, maar misschien een beetje mijn zoon. Het was net als bij Alva een moment van waanzinnige trots: we zijn weer ouders geworden, hier is onze zoon. Hij werd op mijn borst gelegd en ik bekeek zijn inimini handjes en voetjes met nog kleinere vingertjes, teentjes en nageltjes. Zo perfect. Een klein neusje en kleine oortjes, en zijn mondje stond een beetje open. Hij was koud en rood maar tegelijkertijd zo ontzettend ‘ons mooie kindje’. Hallo lief mannetje. Wat hadden we je graag leren kennen. Wat zijn we trots op je en wat houden we nu al veel van je.
Gefeliciteerd mevrouw, is het een jongen of een meisje?
Na een tijdje liggen met Isaac gingen de zusters voet,- en handafdrukjes maken van hem als herinnering, en de schouwing vond plaats. Daarna brachten ze hem terug in een doorzichtig bakje koud water. Zo komen te vroeg geboren kindjes er mooier uit te zien en kun je ze goed bekijken. Ik kreeg ondertussen onderzoeken en vervolgens te horen dat mijn placenta op de OK verwijderd zou moeten worden. We zaten in een dienstwissel dus alles ging er een beetje chaotisch en rommelig aan toe. Aangekomen bij de OK zei de assistent dan ook: “Gefeliciteerd mevrouw, wat leuk, is het een jongen of een meisje?” Ik antwoordde heel rustig: “Een jongetje, hij is overleden. Geeft niks, u kon het niet weten”…
Later op de avond heb ik Isaac toegedekt in het mandje met zijn knuffeltje. Rust zacht lief jongetje. Daarna kwam het moeilijkste moment. Ik moest hem achterlaten in het ziekenhuis. Ik zakte in elkaar van verdriet. Welke moeder wil en kan nou haar kindje achterlaten. Tot die middag zat hij, ondanks dat hij was overleden, in mijn buik. Hij heeft al die maanden in mijn buik gezeten. Zijn hartje klopte in mijn lichaam. Zijn handjes en voetjes trappelden in mijn buik. En nu moest ik hem achterlaten. Helemaal alleen. Dit is het moeilijkste moment geweest uit mijn leven. Hem achterlaten. Ik heb niks meer voor hem kunnen doen als moeder, en nu moest hij alleen achterblijven zonder mij. Het afscheid was hartverscheurend. Ondanks dat ik wist dat we hem maandag zouden ophalen voor de crematie, voelde het alsof ik hem in de steek liet. En dan moet je naar huis, zonder kindje maar met een enorm gat in je hart.
Een lege buik
De volgende ochtend kwam het verdriet keihard binnen. Leeg in mijn buik en leeg in mijn hart. Exact een jaar geleden lag ik ook zo, in mijn bed met Vin, maar dan met het liefste, zachtste, mooiste kleinste hummeltje na intense nachten als verse ouder. Nu is er alleen maar leegte, alle hoop en toekomst die je voor ogen had met dit kleine mannetje was er niet meer. Zo voelt het voor mij om te zijn bevallen van een kindje wat nooit zal mogen leven, spelen, lief hebben en vooral geliefd worden. Het verdriet greep me op momenten dat ik het niet voelde aankomen. Opeens was het er, allesoverheersend. Ik miste hem zo ontzettend. Ik wilde hem zo graag vasthouden en kussen. En dat gevoel is er nog steeds. Ik kende je nog niet zo lang, maar je bent een deel van mij en je vader. Je hoort bij ons gezin. Ik heb je gezien, ik heb je gevoeld lief klein mini mensje en ik had je zo graag leren kennen.
Vin en ik hebben Isaac na het weekend samen gecremeerd. Het was een prachtige maar gekke dag. Regenbuien werden afgewisseld met zon waardoor er prachtige regenbogen ontstonden. In de ochtend haalden we Isaac op in het ziekenhuis. Cru om de lift uit te stappen bij de verloskamers, waar moeders met dikke buiken wachten op hun kindje. Zo ontzettend confronterend. We kregen Isaac in het mandje mee en ik hield het vast alsof ik een baby in mijn armen had. Met een mandje waarvan alleen wij de inhoud kenden onder mijn arm stapten we de lift in en liepen door het ziekenhuis richting de parkeerplaats. Trots was ik ook, want ik was ook weer moeder geworden en nu nam ik mijn zoontje mee. Enorm verdrietig, want na deze dag had ik hem niet meer bij me, maar wel voor altijd in ons hart. Aan het einde van de crematiedienst scheen door het glazen dak van de koepel een regenboog naar binnen die onze kleding kleurde. Het voelde als een warme deken.
Hij die lacht
De dagen en weken na deze vreselijk moeilijke week leven we in een coconnetje met z’n drietjes. We ontvangen veel kaarten en bloemen en lieve berichten. Er komt een moment waarop dat stopt, de mensen gaan door, het leven gaat door. Maar voor mij niet. En dat is een heel moeilijk moment. Het moment waarop het niet meer ‘net gebeurd’ is, je de hele dag alleen bent, Vin aan het werk, Alva naar de opvang, mensen geen kaarten meer sturen en de bloemen weggegooid moeten worden. Het besef dat je moeder bent geworden, maar er geen kindje bijgekomen is om voor te zorgen en de hele dag lief te hebben. En dat voelt ontzettend leeg, nutteloos en zinloos. Soms lag ik op bed of op de bank en dan voelde ik een ‘plopje’ in mijn buik. Voor een seconde dacht ik dan: “Hij schopt…” Maar het besef daarna is des te harder. Het verlies van een kindje hoe lang of kort in je buik, is het verlies van een droom en een toekomstbeeld. Vanaf de eerste seconde dat je zwangerschapstest verkleurt ben je een ‘gezin’ of een ‘groter gezin’ en zit je kindje in je hart. Elke dag die je zwanger bent voelt als een maand. Al je plannen baseer je op de komst van de baby. En dat is een heel leeg gat als dat wegvalt.
Lieve Isaac (betekenis: Hij die lacht), wat zijn we trots op jou. Je hebt voor altijd een hele grote plek in ons hart. Je hebt mij veranderd als moeder en mens. Ik ben intens verdrietig dat we jou nooit leren kennen, nooit meer vasthouden en nooit zullen zien hoe jij zou zijn geworden. Maar ik ben gelukkiger dan ooit met wat ik wel heb in mijn leven, want ook dat voelt zoveel intenser. En misschien kan ik nu nog niet het mooie inzien waarom jij er niet meer bent, ongetwijfeld dat het ‘ergens’ goed voor is geweest. Ik mis je elke dag. Je blijft voor altijd mijn kindje, mijn zoon en daarmee maak je mij een ontzettend trotse moeder.
KATE