Anouk is jong, maar moet een rollator

| , ,

Het einde van mijn verhaal komt in zicht. Een samengevat verhaal wat bestaat uit zes weken revalideren. Niet alles heb ik verwerkt in dit verhaal omdat het simpelweg te veel is. Sommige personen die genoemd worden, heb ik wegens privacy onder een andere naam genoemd. 

Laat ik beginnen met het einde van mijn vorige blog. Hierin vertelde ik dat mijn fysiotherapeut Hilda mijn vaste coach zou zijn. Ik heb een hoop filmpjes vastgelegd van de meeste sessies die we samen gehad hebben en daar kun je goed op terugzien dat ik heel hard heb moeten knokken. Sessies met een lach, maar soms ook met woede en frustratie! Op mijn dagschema stond dat ik om 14:15 aan de statafel. Oke? Hoe moet ik dit in hemelsnaam voor me zien. Ik reed in mijn rolstoel naar beneden en Justin was bij me en ging gezellig met me mee. Ik moest met de rolstoel voor de statafel komen staan en mijn voeten werden vastgebonden aan de grond. Mijn middel werd vastgemaakt aan een band en de band trok me omhoog in een staande positie. Ik kon nu rustig leunen aan het tafelblad. Dit was mijn oefening voor vandaag. Op deze manier train je je lichaam door het te laten wennen aan de positie. Ik kreeg een ballon in mijn handen geduwd en gingen deze overgooien. Mijn buurvrouw naast mij zat met haar rolstoel vastgemaakt aan een fiets en was opperst geconcentreerd. Dat overgooien ging me goed af en ik werd fanatiek! Zo fanatiek dat mijn buurvrouw de ballon tegen haar aankreeg. Ik kon me niet inhouden, maar ik moest er zo hard om lachen!

De therapieën bestonden meestal uit een enkele oefening per keer. Je had met elke therapie of sessie 30 min gepland staan. Bij de fysio kreeg ik in het begin oefeningen als die hierboven omschreven staat en oefeningen op de mat of hometrainers. Om ervoor te zorgen dat ik het bewegen in bed zonder hulp af zou kunnen. Dan hebben we het over het omdraaien naar je zij, rug, buik, zitpositie en benen optrekken, zelfstandig kunnen douchen, tandenpoetsen, haren borstelen, schrijven, een berichtje typen op je telefoon, aankleden noem het maar op. Eigenlijk alles wat meestal vanzelfsprekend gaat. Er hing beneden in de gang een mooie tekst van Huub van der Lubbe waarin precies op stond beschreven hoe je je voelt wanneer je lichaam je iets afneemt. 

Na een week op mezelf was daar het moment om mezelf te mengen tussen de menigte. Je had twee ruimtes om te kunnen eten. Beide heette ‘de huiskamer’ alleen was het opgesplitst in twee delen. Eentje is bedoeld voor de revalidanten die slikproblemen hebben en het nodige aan rust moeten hebben en de andere kant is bedoeld als algemene ruimte. Als je al wat meer zelfstandig was werd je zelfs richting de kantine gestuurd om zo weer ruimte te maken voor andere revalidanten. Ik mocht in het begin eten in het rustigere gedeelte. Altijd zat ik aan tafel samen met nog twee andere mensen. Met mijn overbuurman Amir voerde ik de meeste gesprekken. Bij Amir ging het vaak over zijn passies en met name zijn reizen die hij had gemaakt. De mooiste verhalen kreeg ik te horen! Dit deed hij graag samen met zijn vrouw. Wat ik zo bijzonder vond is dat ik hem nooit heb horen zeggen het niet meer te kunnen of überhaupt negatieve gedachtes over wat hij niet meer zou kunnen in de toekomst. Hij keek vooral naar wat hij gedaan had en wat hem Amir maakte zoals hij is. Dit bedoel ik met mensen die je inspireren met een nieuwe kijk op het leven. Zijn passie voor koken en hoe hij het ziekenhuiseten kon afzeiken, omdat hij anders gewend was vanuit huis. Zo zat ik ook naast Theo een onwijs lieve man. Helaas had hij een beroerte gehad net na zijn pensioen. Tranen schieten me nog in de ogen, voor hem lag de wereld aan zijn voeten en dit werd afgenomen door iets wat je niet in handen hebt. Theo was niet goed verstaanbaar en hij communiceerde met een letterkaart op zijn rolstoeltafel. Naarmate we een groepje gevormd hadden, hadden we de leukste gesprekken waarin werd gelachen en soms ook met een traan. We begrepen Theo steeds beter wanneer hij iets wilde vertellen. Zo konden wij hem soms ontzien in vermoeidheid, want dat geeft het je als je je niet verstaanbaar kan maken. Het is mooi om bij iedereen vooruitgang te zien. Bij de één wat sneller dan bij de ander, maar dat geeft niet, er is vooruitgang!

Na het ontbijt werd ik gedoucht en aangekleed tot we ineens een klein klopje op de deur hoorde. Francis deed open en daar was kippie! Wat een verassing! Mijn schoonzussen Marjolein en Desiree namen Abigail en mijn nichtje Nina mee als verrassing! Ik dacht toch echt dat Justin stuurde dat ze onderweg naar de kindjes waren. Zelfs mijn therapie werd opgeschoven om zo eventjes met hun te kunnen zijn. Heerlijk een ochtendje rustig aan, de kids tekenen op de whiteboard en spelen in het kasteel (lees: een mega grote doos waar een ballon in had gezeten). Na wat knuffelen en kletsen moesten we alweer afscheid nemen. Wat vloog de tijd dan! Nu we het hier over hebben begin ik hardop te lachen. Abigail racete altijd op haar loopfietsje de gangen door. Marjolein vertelde dat ze heel goed wist waar ze naartoe moest. Ze hoefde alleen maar te volgen! Zelfs de knopjes op de lift wist ze in te drukken, haha de lieverd. Hoe de situatie ook was zoals hij was, ze keek altijd zo trots en blij uit haar ogen wanneer we elkaar weer zagen. Mijn moederhart smelt dames en heren. Na er wat dagen waren verstreken kwamen Justin en Abigail in de weekenden ook ’s avonds bij me eten. Bestelden we gewoon iets uit de buurt en dat lieten we dan bezorgen. Het werd bij de receptie afgegeven en dat waren de beste momenten ever. Beneden in de kantine mocht je altijd bezoek ontvangen om samen te eten of iets dergelijks om zo ook de rust te bewaren op de afdelingen en gedeelde kamers. In ons geval hadden we een grotere tafel nodig om met elkaar te kunnen zitten. Aan elk mooie avond komt ook een einde en elke keer was het moeilijk om ze weer uit te zwaaien in plaats van mee te gaan naar huis. Ik belde ze ook meteen weer op zodra ze in de auto zaten en voor het slapen gaan altijd even een facetime momentje.

Het was 8:00 uur in de ochtend en ik zei tegen de verpleegkundige dat ik wilde lopen. Ze keek me wat verbaasd aan en ik zei vastberaden: ‘Nee dit kan ik, kun je me helpen?’. Ze ging op zoek naar een fysiotherapeut in de buurt om ons te helpen, maar die was nog niet aanwezig. Ze hielp me naar de zijkant van het bed en ik pakte haar vast bij haar onderarmen. Gespannen maakte ik een beweging om te gaan staan en stapsgewijs liepen we richting de badkamer. Ik gaf mezelf een klein applausje toen ik eindelijk was waar ik moest zijn. Alleen nu nog terug, haha. De verpleegkundige had de rolstoel voorbij de deuropening gezet om niet al te ver te hoeven lopen. Aan de hand en wat gewiebel en ongecontroleerde bewegingen kwamen we aan bij mijn rolstoel. Ik plofte trots neer: ‘Zo, ook weer gehad!’. Ze keken hun ogen uit, ik stiekem zelf ook. Hoe had ik dit nou ineens bedacht? Ik voelde gewoon dat het kon. Dit was HET moment. Hier heb ik hard voor geoefend. Veel trainen tussen de loopbrug en mezelf er gewoon eigenwijs er toe zetten. Het ging stukje bij beetje (eigenlijk best snel) vooruit. Zo kwam mijn schoonmoeder met haar zus en Abigail bij me op bezoek en ik kon niet wachten om ze te laten zien wat ik kon. Ik kon eindelijk Abigail laten zien dat haar mama weer kon lopen. Samen met de fysio gingen we de gang op richting de loopbrug. Dit heb ik uiteraard vast laten leggen. Abigail hield stevig mijn hand vast terwijl we er samen doorheen liepen. Hoe geweldig is dit! Jouw dochter die je aan de hand meeneemt en jou helpt in plaats van andersom.

Nu ik zo ver ben gekomen kreeg ik een rollator. In het begin gebruikte ik nog wel vaker de rolstoel om ergens ‘ver weg’ te kunnen komen en de rollator voor naar de huiskamer, badkamer of voor als ik eventjes de gang op wilde. Francis had ik al eventjes niet gezien doordat ze een paar dagen vrij was. Wanneer ze mij in de ochtend wakker wilde maken voor het ontbijt, was ik zelf al uit bed gekomen en de badkamer in om mijn tanden te poetsen. Ze riep heel hard: “Anouk waar ben je!!”. “Hier ben ik!”, riep ik terug. Ik liep langzaam met mijn rollator de kamer op en ze maakte een dansje zo trots dat ze was. Samen liepen we richting de huiskamer voor het ontbijt en besloten we om in de ochtend in de algemene ruimte te zitten. Ik raakte in gesprek met revalidanten die uit dezelfde omgeving kwamen als waar ik woonde. Het was eigenlijk zo erg nog niet. Steeds vaker kom je elkaar tegen tijdens je sessies en niet veel later werd de groepsgezelligheid steeds groter.

Het was tijd om te zwemmen. Hiervoor had ik al een aantal sessies gehad wat heel bevrijdend voelde. Onder water ben je zo licht als een veertje! Daar had ik voornamelijk veel geoefend met lopen, omdat zwemmen mij nog te zwaar viel, hierbij zonk ik nog naar de bodem. Maar eenmaal wat vaker gezwommen te hebben ging het steeds beter. We gingen een spel spelen samen en vormde twee teams. Soort trefbal. Als ik hieraan terug denk hadden we pret voor 10 en waren we mega fanatiek. Je moet je voorstellen dat ieder zijn eigen beperking heeft. Hilarisch hoe we hier in op gingen. De één mankeerde iets aan zijn armen, de ander was slechtziend of slecht ter been. Het maakte ons niets uit!

Liefs, 

ANOUK (klik hier voor haar Instagram)  

Plaats een reactie