Zoals jullie konden lezen ging het al een tijdje slecht met mij (klik hier voor DEEL I en hier voor DEEL II), dit werd in november 2016 erger.
Ik had last van mijn borderline waardoor mijn eetstoornis heftiger en heftiger werd. En doordat ik het contact met mijn moeder verbrak en daarmee ook het hele thuisfront, raakte ik dieper in mijn eetstoornis en mijn verdriet. De eetstoornis gaf mij houvast, iets waar ik grip op had en wat mij voor mij gevoel sterker maakte.
Het was december 2016, ik had mijn intakes bij de eetstoorniskliniek in Helmond gehad en ik moest nu terug voor het adviesgesprek. Zij gaven aan dat een kliniekopname in mijn toestand nodig was, maar doordat er een ver bekende hier werkte, was dit niet mogelijk om hier te doen. Ik moest dus verder gaan zoeken naar een andere kliniek. Ik was het er sowieso niet mee eens dat ik een klinische opname nodig had en ik vond dat ik het wel zonder eetstoorniskliniek zou kunnen. In januari besloot ik om mijn contactpersoon van vroeger te bellen om te kijken of zij iets voor mij kon doen. Ik kreeg gesprekken met mijn oude psycholoog en na een paar weken werd er besloten dat ik toch wel iemand nodig had die wat beter wist wat een eetstoornis was. Ik vond dit in het begin vrij moeilijk, omdat ik een groot vertrouwensprobleem had, maar doordat ik mijn oude contactpersoon wel altijd heb vertrouwd, wist ik dat ze het beste voor mij wilde. Het eerste gesprek volgde en ik had gelukkig een klik met haar ondanks dat ik het doodeng vond. Doordat ik lichamelijk niet sterk genoeg was besloten we dat zij elke week bij mij thuis zou komen. Ondanks haar goede hulp en inzicht wat zij mij gaf, raakte ik steeds dieper en dieper in de put. Ik moest regelmatig naar het ziekenhuis om wat aan te sterken. Maar iedere keer als ik hier uit kwam, werd mijn eetstoornis heftiger en opstandiger. Mijn begeleider gaf aan dat het op deze manier niet zo verder kon, er werd een wijkteam ingeschakeld om te zorgen dat de kinderen naar de kinderopvang gingen. Het was niet meer veilig genoeg om ze alleen met mij te laten. Ik was zwak, kwam amper vooruit en viel continue steeds flauw. Ik at één beschuitje in de vijf dagen en laxeerde elke dag, soms wel 200 pillen per keer. Doordat ik niks at had ik natuurlijk ook geen ontlasting, maar kwam er alleen maar bloed en bloedstolsel uit. Mijn darmen waren kapot. Ik was mijn lichaam aan het uitmoorden. Toch vond ik nog steeds dat iedereen wel erg overdreef, ik was namelijk nog heel dik. Dus hoe kon het zo erg zijn? En hoe erg Kevin en mijn begeleider ook zeiden dat ik wel degelijk een ernstig eetprobleem had en als ik zo door ging dood zou gaan; ik geloofde ze niet.
Mijn begeleider zorgde ervoor dat ik in dagbehandeling kon, omdat ik een klinische opname echt niet wilde. Maar al vrij snel werd voor iedereen duidelijk dat dit niet voldoende was om mijn eetstoornis te overwinnen. Kevin en ik zouden in september gaan trouwen en ik was er heilig van overtuigd dat dit mij gewoon zou gaan lukken. Terwijl om mij heen de mensen alleen maar dachten dat ik de datum van de bruiloft niet eens meer zou gaan redden. En ze hadden gelijk, 21 juni 2017 werd ik met de ambulance opgehaald. Ik woog op dat moment nog maar 34 kilo; IK WAS OP. Mijn vriendin Kimberly die al een tijdje voor mij zorgde overdag en die geregeld de kinderen opving, kwam bij mij langs en zag mij op de badkamervloer liggen. Ik kon niks meer, ik kon niet eens meer op mijn benen staan en er kwam nog amper geluid uit mijn mond. Ze heeft mij in mijn bed geholpen en daarna de ambulance gebeld. Alles ging in een rap tempo en veel is als een waas langs mij heen gegaan. Op dat moment was ik aan het vechten voor mijn leven en zag ik de dood in de ogen. Eenmaal in het ziekenhuis lag ik aan de hartbewaking en overal waren slangetjes van infusen. Ik weet heel weinig van die tijd behalve dat de arts vroeg: “Als je nu een hartstilstand krijgt, wil je dan dat we je reanimeren of niet?” Het enige wat ik uit kon brengen was: “Weet ik niet.”
Ik werd al vrij snel naar een afdeling gebracht waar ik de komende weken zou moesten verblijven. Doordat mijn lichaam vooral aan het vechten was, kreeg ik maar heel weinig mee van alles om me heen. Er werden bloedtransfusies gedaan, ik kreeg allerlei vitamines toegediend, vocht, kalium, er kwam een ijzerinfuus, antibiotica voor de infecties in mijn lever en nieren en darmonderzoeken vanwege de ernstige bloedingen. Je kon het zo gek niet bedenken of het was nodig. En toch kwam de ernst van de situatie niet bij mij aan. Na twee dagen besloten ze te gaan starten met sondevoeding, dit werd geleidelijk opgebouwd met iedere keer 5 milliliter (5 kcal per uur). Mijn lichaam moest rividen. En ook al stelde voor sommige mensen die 5 kcal per uur niks voor; ik raakte er van in paniek. Er kwam iets gedwongen in mijn lichaam wat daar niet hoorde. Het enige wat ik wilde was dat deze calorieën er uit gingen en ik wilde laxeren. Maar ik lag in het ziekenhuis en dus kon ik niets. Alles werd voor mij bepaald.
Mijn lichaam had het zwaar. Ik kreeg een ontsteking door mijn infuus. Mijn lichaam kreeg enorme pieken doordat er van alles in werd gedaan wat ik al tijden niet meer gewend was. Ik werd opstandig, koppelde zo nu en dan mijn sonde af of trok hem eruit en ik wilde mijn medicijnen niet. Ik werd hierdoor strenger in de gaten gehouden. Ik moest mijn medicijnen met verpleging in nemen. Net zoals je ziet in die films, alleen was dit mijn harde realiteit. Ik heb me ook soms uren in de badkamer opgesloten.
Toen ik in het ziekhuis lag kwam mijn begeleider geregeld langs en natuurlijk Kevin ook . Maar Kevin begon er aan onder door te gaan. Ik lag hier te vechten voor mijn leven en wilde de ernst nog steeds niet inzien. Hij kon dit niet meer. Na ruim twee weken zei hij tegen mij dat hij een break wilde. Hij hoopte ergens dat dit mij wakker schudde en dat gebeurde! Ik besefde dat ik ineens alles kwijt kon raken door die stomme eetstoornis. Ik was mijn bruiloft al kwijt, mijn familie ik wilde niet ook nog mijn gezin kwijtraken! En ik besloot, hoe moeilijk ik het ook vond, dat ik hulp nodig had. Ik was echt ziek, ik had een eetstoornis, ik had anorexia.
Na 3,5 week ziekenhuis werd er besloten dat ik met maagsondevoeding en bedrust naar huis mocht. Er kwam twee keer per dag iemand van de thuiszorg om mijn sonde te verzorgen. Toch kon ik die bedrust niet accepteren, door de sonde moest ik gaan compenseren. Dus bewegen. Mijn begeleider besloot dat dit niet meer kon en ging mij inschrijven bij de eetstoorniskliniek Rintveld. Een klinische opname was nodig en ik kwam hier niet meer onderuit. In mijn volgende blog zal ik jullie meenemen met mijn sondevoeding en het toeleven naar mijn klinische opname in Rintveld.
MICHELLE (klik hier voor haar Instagram)