Het lukt mij wel, ik pak mijn normale leven gewoon weer op. Ik doe alsof er niets is veranderd, want ik kan alles. Oké, mijn zwangerschapsverlof werd meer zorgverlof doordat er in september bij onze oudste zoon, Loek, een hersentumor gevonden werd. Twee weken na zijn diagnose hebben we ‘even snel’ onze jongste zoon, Jip, op de wereld gezet om vervolgens zeven weken naar Groningen te gaan voor bestraling van Loek. In december kwamen we weer thuis en probeerden we weer langzaam het ritme op te pakken. En ja, Loek is nog gemiddeld vijf keer per nacht wakker en Jip is weer terug naar twee nachtvoedingen. Maar ach, ik kan best wel weer gaan werken op de dag dat mijn zwangerschapsverlof eindigt. Ik kan namelijk alles.
Ik spreek met mijzelf af dat ik twee dagen in de week begin, maandag en donderdag. Ook vind ik dat ik mijn masteropleiding best wel weer kan opstarten. Dus in dezelfde week waarin ik weer begin op mijn werk, start ik op de vrijdag ook met de collegedag. Vrijdagmiddag half 5, ik besef dat het een lange week geweest is voor me, misschien een klein beetje ambitieus. Maar nog even focussen, de opleidingsdag duurt nog één uurtje. En dan bespreken we een model over rouwverwerking. Ik schiet helemaal vol. Ik kan het niet aan. Ik loop de collegezaal uit en duik het toilet in. Tranen rollen over mijn wangen, ik besef dat wij ook nog midden in de (rouw)verwerking zitten. Ik spreek mezelf moed in, kom op Dineke, herpak jezelf en ik ga weer terug naar de collegezaal voor het laatste uurtje.
In de auto naar huis komen de tranen opnieuw, wat hebben we toch ook een kloteperiode achter de rug. Mijn telefoon gaat, mijn broertje belt met de mededeling dat mijn vader in het ziekenhuis is opgenomen. Opnieuw spreek ik mezelf toe, kom op Dineke, herpak jezelf, je moet er zijn voor je vader. Uiteindelijk kan hij die avond nog geen bezoek aan en blijf ik thuis. Helemaal kapot plof ik op de bank.
De volgende dag ben ik ziek, twee dagen lang gooi ik er van alles uit. Ik heb een flinke buikgriep. Op maandag ben ik nog niet in staat om te werken, ik moet mezelf ziekmelden. Wat baal ik daarvan, net weer begonnen en nu al gelijk ziek, shit… Dinsdag staat een MRI scan gepland voor Loek, daar moet ik mee naar toe. Hoe ziek ik me ook voel, dat moet. Maandag begint ook Loek te spugen en wordt de MRI überhaupt twijfelachtig. We overleggen met het ziekenhuis dat we het spoednummer mogen bellen om dezelfde ochtend eventueel af te zeggen. We houden ons hart vast op maandag en de nacht van maandag op dinsdag, maar we kunnen gaan. Met plasticzakken in de auto rijden we niet fit naar het ziekenhuis. De MRI ging goed en zowel Loek als ik beginnen weer langzaam wat te eten. Woensdag gebruiken we om nog even rust te pakken en fit te worden.
Donderdag ga ik weer werken, ik heb direct een overleg. Er komen wat taken op me af. Ik blijf tegen mijzelf zeggen, kom op Dineke, ondanks weer een klotenacht, focus! Ik doe of ik de oude ben en probeer de taken gelijk uit te zetten. Ik verbaas me over mijn tekort aan energie, ik loop helemaal leeg. Hoe kan dit nou toch en wat is dit irritant, kom op Dineke!
Terug in de auto luister ik naar de radio en hoor ik ‘blijf zoals nu’ van BlØf, ik schiet helemaal vol. Tjonge, wat ben ik toch labiel, ik huil om alles en mijn emoties gaan alle kanten op.
De week erop stort ik gevoelsmatig in. Ik loop door de gangen op mijn werk en de tranen springen in mijn ogen. Ik ben nog helemaal niet de oude, het gaat eigenlijk helemaal niet, ik loop helemaal leeg qua energie.
Maar wat blijf ik vechten tegen mijzelf. Ik duik een wc in, herpak mezelf en beslis om contact op te nemen met maatschappelijk werk vanuit het Prinses Maxima Centrum. Zij vertelt me dat bijna alle ouders die zij spreekt inderdaad graag weer willen beginnen. Ook vertelt zij dat veel ouders pas kunnen gaan starten met de verwerking als het thuis weer een beetje op orde is. Gemiddeld duurt het vier maanden voordat ouders weer volledig aan de slag kunnen. Kijk, dat snap ik allemaal wel, maar ik kan alles, dus bij mij moet dat gewoon sneller, punt. Maar ze weet door mij heen te prikken. Ik besluit om met mijn leidinggevende te gaan praten, ook hier vloeien de tranen, het is klaar. Twee volledige dagen werken per week lukt me gewoon nog niet. We gaan het anders aanpakken.
Ik kan dus blijkbaar niet alles, ik wil zo graag superwoman zijn, maar dat ben ik niet. Dat doet me pijn, maar de verwerking voor ons begint inderdaad nu pas. Om sterk te zijn moet je blijkbaar toch heel even afbrokkelen…
DINEKE (klik hier voor haar Instagram)