Je kent het waarschijnlijk wel: het beeld van de vele taxi’s bij de scholen voor speciaal onderwijs. Want tja, alle kinderen in het speciaal onderwijs hebben immers recht op leerlingenvervoer. Hoewel de praktijk ook op onze school laat zien dat veel leerlingen met speciale taxi’s naar school komen, blijkt het niet zo vanzelfsprekend als de meeste mensen denken. Hoe zit het nou precies met leerlingenvervoer naar en van het speciaal onderwijs?
Een algemeen geldende regel is dat alle leerlingen die niet zelfstandig naar school kunnen, recht hebben op vervoer. Dit geldt voor zieke leerlingen, leerlingen met een handicap of met gedragsproblemen. In enkele gevallen kunnen leerlingen zelfs gebruik maken van leerlingenvervoer als de school te ver weg is. Leerlingen kunnen alleen gebruik maken van dit vervoer, als zij door hun handicap niet in staat zijn zelfstandig naar school te reizen met het openbaar vervoer.
Ik hoor je denken: “Goed geregeld! Je hoeft alleen maar aan te tonen dat je kind niet in staat is tot zelfstandig reizen en de taxi wordt voorgereden.” Maar helaas is de praktijk wat moeilijker. Het is namelijk zo dat leerlingenvervoer moet worden aangevraagd bij de gemeente waar de leerling woont. En deze gemeente bepaalt uiteindelijk of een leerling voldoet aan de criteria. Wat het lastig maakt is dat iedere gemeente gedeeltelijk mag afwijken van de standaard regels en dus zijn eigen regels voor toewijzing mag hanteren. Dit betekent dus dat twee leerlingen met exact dezelfde kenmerken en handicap in gemeente A wél recht zouden hebben op leerlingenvervoer en in gemeente B misschien niet. Vind je het nu nog zo goed geregeld?
Vergis je niet in de haast onmogelijke taak van gemeenten om, vanaf een ingevuld aanvraagformulier vol koffievlekken en kreukels, waarop standaard het vakje ‘taxivervoer’ is aangekruist (jaar in, jaar uit, want dat was vorig jaar ook goed), te beslissen of een kind daadwerkelijk niet in staat is om zelfstandig naar school te reizen of dat ouders dit gewoon graag willen. En wat is er makkelijker dan deze verantwoordelijkheid door te verplaatsen naar de school? Menig leerling krijg ik aan mijn bureau. Of ik ‘even’ wil aangeven dat deze leerling écht taxivervoer nodig heeft. Enkele jaren geleden deden we dit keurig. Bij iedere leerling werd het vakje ‘taxivervoer’ aangekruist. Het maakte ons namelijk niet zo gek veel uit of er nu een taxi meer of minder naar school kwam. En nu nog steeds niet.
Wat ons nú iets uitmaakt is hoe zelfredzaam onze leerlingen worden opgevoed en hoe we hieraan onze bijdrage kunnen leveren. Het is zo gemakkelijk om te denken vanuit onmogelijkheden en het vakje ‘taxivervoer’ aan te kruisen! Maar is het niet veel belangrijker dat we kijken naar wat een kind wel kan of naar wat het kan leren en hem hierin ondersteunen? Er zijn zoveel mooie initiatieven vanuit vervoerders en gemeenten die leerlingen stimuleren zelfstandig te leren reizen. Zonde toch om daar niet meer gebruik van te maken?
Ja, dat vraagt wat van mij. Het uitdragen van een visie waarin we leerlingen zelfredzamer willen maken en we als uitgangspunt hebben dat geen enkele leerling in de bovenbouw nog met leerlingenvervoer naar school komt (natuurlijk besef ik me dat we dit nooit waar kunnen maken omdat er altijd leerlingen zullen zijn die het écht niet kunnen). Een discussie met menig ouder om uit te leggen waarom ik van mening ben dat een leerling wél zelfstandig naar school kan reizen en waarom ik dus niet het welbekende vakje aankruis ‘omdat dat altijd maar zo gedaan is’. Ja, dat vraagt wat van mijn collega’s. Aanpassingen in het lespakket om leerlingen écht te leren met het OV naar school te komen. Misschien wel met een hele klas een ritje maken naar het Centraal Station om echt te ervaren wat het is om met het OV te reizen als je autisme hebt. Maar het vraagt ook wat van ouders. Misschien nog wel het meest. Het vraagt ouders tijd te investeren om keer op keer met hun kind dezelfde route af te leggen in een overvolle bus met een chagrijnige buschauffeur die de haltes niet opnoemt. Keer op keer de overprikkeling en de spanning op het gezicht van hun kind te zien, omdat er niet maar één bus, maar wel tien bussen staan op het Centraal Station en hun kind niet weet welke bus het moet nemen. Zelfs na 10x meereizen en ondersteunen. Keer op keer wat later op het werk te verschijnen of de andere kinderen met de buurvrouw naar school te sturen, omdat hun kind nog niet alleen aandurft met het OV naar school te gaan en ouders dan toch nog een keer mee willen gaan om het te helpen. Keer op keer. Investeren. Tot het lukt! Ineens, zomaar! Want laten we eerlijk zijn; het is toch geweldig om ouders uiteindelijk te kunnen uitleggen dat ‘taxivervoer’ echt niet de enige optie was!?
AMANDA SPECIAAL ONDERWIJS (klik hier voor haar Instagram)